dinsdag 18 november 2014

0367 Dictee woensdag 19 nov 2014 (2): dictee - Tweede Groot Roois Dictee 2014 √

Dictee - dictees [0367]

Tweede Groot Roois Dictee 2014

"Wat nu?", zei Pichegru

[Op de beamer: Pichegru, De Brueijs en Henkenshage]

1. In de nachtelijke uren van 13 september 1794 deed Benjamin de Brueijs geen oog dicht; de notabele bewoner van slot Henkenshage, die wij kennen dankzij zijn historische communiqués, tobde erover of hij en zijn huisgezin überhaupt de troebelen van het kerende oorlogstij zouden doorstaan.

2. Gekleed in zijn brokaten sjamberloek vertrouwde hij zijn kommervolle overpeinzingen, zijn beduchtheid voor de dreigende collisie op Roois territorium tussen de Engelse en Oostenrijkse armeeën enerzijds en de Franse krijgsmacht van maarschalk Pichegru anderzijds, toe aan het papier.

3. Op 30 augustus was het dorp overstroomd door twaalfduizend manschappen van de geallieerde legers; Hannoverse en Hessische cavaleristen, infanteristen, artilleristen en bijbehorende officieren, werden ingekwartierd in de onderkomens van kleinbehuisde burgers, die niettegenstaande dat zij al hutjemutje op elkaar gepakt zaten, een lawine van onverstaanbaar koeterwaals wauwelende fuseliers, grenadiers en ander krijgsvolk over zich uitgestort kregen.

4. De Engelsen hadden weliswaar hun eigen tentenkamp, maar ook zij foerageerden op de akkers en in de tuinen van de goegemeente, waarbij noch prinsessenbonen, haricots verts en savooiekool noch postelein, cichorei en brave hendrik aan de roverij ontkwamen.

5. Daarenboven bleef er geen perzik aan de perziken- en geen pruim aan de pruimenboom, erger nog, ook de bomen zelf, de superbe beukenhaag  rond de slotgaarde incluis, werden door het vermaledijde rapaille omgehouwen om de schier onverzadigbare honger naar brandstof te stillen.

6. Terwijl madame De Brueijs in de kemenade van Henkenshage na virulente barensweeën een zoon ter wereld brengt, die te jong sterft om in de genealogische registers te worden bijgeschreven, redekavelt haar waarde eega met de commandant-majoor, zich onderwijl te sappel makend over de vraag of hij zijn beaujolais en bourgogne wel goed heeft gecamoufleerd, omdat hij in genen dele zijn excellente wijnkelder te gronde wil laten richten.

7. Waar eerst gelamenteerd en gejeremieerd werd over de inkwartiering van de Hessische officieren maakt meester De Brueijs bij de nadering van de Fransen in zijn journaal continu gewag van Hessen en Hannoveranen als 'de onzen', als een gijzelaar die zich volledig identificeert met zijn gijzelnemer: een stockholmsyndroom avant la lettre.

8. Spoedig braken de flamboyant geüniformeerde fransozen door de kordons in een niet-aflatende attaque, zodat de heroïsche verdedigers van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden niets overbleef dan in wanordelijke colonnes crosscountry de aftocht te blazen, een totaal echec en het begin van een achttien jaar durende Franse bezetting.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten