woensdag 4 oktober 2023

3477 Dictee zondag 08-10-2023 (1) – dictee Dictee van de dag (1085) √

 Dictee – dictees [3477]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee september 2020 (3), geheel herzien naar situatie 2023

Dictee van de dag (1085)

Oefendictee september 2020 (3)

1. Het ZiN is het Zorginstituut Nederland. Als een gasleiding zink is, is die door- en doorlek [minder goed: door en door lek]. Wat eten we vandaag? Hussen met zinkhoorns (antwoord op een nieuwsgierige vraag)! Zinkt een steen ook in zwaar water? Ja. Haar zinnenlust was zinnebeeldig. Zinvang wordt ook wel catalepsie [soort beroerte met stabiele houding] genoemd. Zij volgt een katastage [kata: bij Aziatische vechtsport]. De ZIV is in BE de Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. De ZMK [Zambiaanse munt kwacha] heet na een verjongingskuur ZMW. Zo-even kwam hij voorbijzoeven. Een zoïlus is een kleingeestig criticus, een vitter (niet: fitter!). Zojuist heb ik zoiets begrepen. Die spits werd in de zomermercato [BE: transfermarkt] gehaald. Hij is van het padje geraakt [geestelijk in de war] en ook nog zijn patjes [klein lapje militairen als onderscheidingsteken] kwijt. We moeten gewoon winnen, zoniet [ook: zo niet] wordt de kloof met de ploegen boven ons nog weer groter.

2. Zony: zebra x pony. Een zoöfaag [eet vlees] is nu eenmaal geen fytofaag [planteneter]. Hij zoomde [internet- en videobellen] met de app Zoom zijn ingezoomde foto. Een zotsstok is een narrenstok of marot [attribuut van de nar]. Het gezouten zoute vlees was goed van zoutte. Dat vissersbedrijf doet zowel aan zout- [aan boord al gezouten, de vis] als aan versvaart. De Zoutzee is de Dode Zee. Een zp'er [zonder pensioen] is in NL een zzp’er [zelfstandige zonder personeel]. De
ZSM-aanpak [juridisch, criminaliteit] staat juridisch voor asap [as soon as possible], z.s.m. [zo spoedig mogelijk] Zij is zu haben [beschikbaar voor relatie of seks]. Hij ook? Ja, dus. Zulks hadt ge toch niet gewild? Het was zum Kotzen [walgelijk, om te braken] en maakte me zum Tode betrübt [diepbedroefd, vgl. himmelhoch jauchzend]. Ze kenden het zweitje [de winkelhaak]. Hou op met die zwets [gezwets, kletspraat]. De crimineel vreze [aanvoegende wijs] de uitspraak van de rechtbank. Hij zit in angst en vreze. Verder gaat het hem naar den vleze [zijn zaken gaan goed]. Zijn familie vreest het onheil met grote vreze. Een brunhilde [uu, ih] is een walkure [uu]. Mijn Platamsterdamssprekende familie heeft het over kantielje i.p.v. can(ne)tille [met goud- of zilverdraad] en vanielje is vanille. Kwestie van antiherverfransing.

3. Ze zeggen ook: ik ben van de familje [informeel]. Woorden (beetje onbekend) op *ille: affodil(le) (plant), à merveille (prachtig), apostil(le) (vraag op akte om advies), baskerville (lettertype), bastille (fort – B = gevangenis, Parijs), bidonville (voorstad met krottenwijken), bougainville(a) (plant, trinitaria), brille (briljantie), calville (tafelappel), cedille (teken onder c: ç), chenille (fluweelkoord), cochenille (cactusschildluis), codille (dubbel verlies in het omber- en quadrillespel), coquille (Sint-Jacques, schelp), drille (drel, lap, vod), écaillé (geschubd), en famille (onder elkaar, in huisgezin), escadrille (vliegtuigen), (e)spadrille (linnen schoen met touwzool), euville (Franse kalksteen), faille (tafsoort), fils de famille (zoon van goeden huize), (om) harentwille, fouille (BE: fouillering), gargouille (waterspuwer), grille (Frans – grill – Engels– auto) grenaille (steengruis), en grisaille (grauwschildering).

4. Verder: hil(le) (heuvel), jonquille (gele narcis), kehille (kille, joodse gemeente, kehila), koedille (stinkende kamille), manille (zeker kaartspel), marmaille (troep snotneuzen, kleine kinderen), marseille (katoenen stof), megille (wetsrol), Megille (Megilla, Megila, Estherrol), mille (duizend), orseille (purperrode kleurstof), nonpareille (nonparel, lettertype, grootte 6 (didot)punten), pacotille (vrachtvrije goederen voor kapitein en schepelingen), paille (strogeel), passacaille (passacaglia = muziekstuk of dans), pastille (Drostes pastilles), peccadille(s) (kleine zonde, pikkedillen), pointillé (zekere stof), postille (korte uitleg Bijbel), quadrillé (van weefsels: geruit), racaille (= rapaille, gepeupel), ratatouille (ratjetoe), represaille, reveil(le) (sein om troepen te wekken), rocaille (grotwerk – nabootsing grot), rouille (knoflooksaus) en sapotille(boom).

5. En ook nog: sibille (raadselachtige vrouw), spadille (schoppenaas, ook: hoogste troef), tefille (ook: tefila, gebed, gebedenboek), tenaille (buitenwerk vesting), trouvaille (knappe vondst), vaudeville (toneelstuk), verre-muraille (mozaïek, muurglastableau) en vrille (tolvlucht vliegtuig). Hij zit in een hiëronymietenklooster [Lissabon, niet in wdb.]. Een hinkjambe [drievoetig jambisch vers met als laatste voet een trochee] is een choliambe. Het episch centrum, waar epiek beoefend werd, verwerd tot een epi- [aan het oppervlak] of hypocentrum [aardbevingsbron in de diepte]. In juni wordt er op buní’s [tonijn] gevist. Een bi (hert) is nu eenmaal geen bu [tonijn] en al helemaal geen buna (synthetisch rubber). De boslandcreolen (bosnegers, excusez le mot) zijn marrons (dyuka, met hoofdletter D van een bepaalde stam) en dragen o.a. kamisa’s (lendendoek of -schort, pangi, pantje, paan).

6. Een hart-en-vaatziektendokter houdt zich bezig met hart- en vaatziekten. Een 3, 4 en 5-steek is een vijfsteek [rechthoekige driehoek: zijden als 3:4:5]. De aagtappelen waren in de aacht(e) (haagt(e)) [onderaardse gang] opgeslagen. Dan valt er weinig te genieten, als je amuzisch [onkunstzinnig!] bent en aan amusie [toondoofheid] lijdt … Weet je, het is maar een weetje, hoe je ‘z’je’ en ‘w’tje’ [letters] schrijft … Een voorbeeld van Hindoestaanse muziek is de baithak gana [volks- en dansmuziek]: die komt dus niet uit Ghana! Is bone china [boon-tsjaai-nuh] [serviesgoed van fijne kwaliteit porselein] hetzelfde als blanc de Chine [wit geglazuurd porselein uit Zuid-China]? Nee, dus. Haar booty [achterwerk] kwam goed uit boven die bootees [laarzen]. Met veel kapsones kun je capties of begijne [drukte] maken! Chitarrones (ook: ‘s) zijn luiten, gitarrons zijn basgitaren, bespeeld door de mariachi’s. Hij haalde [in cijfers] een 8 plus, een 8-plusje, een 8 plusresultaat, of [in letters] een acht plus, een achtplusje of een achtplusresultaat. Die dronkenman zal wel een goede snee aan hebben [flink dronken zijn].

7. Vient de paraître [binnenkort te verschijnen], die nieuwe roman. Van 3x2 + 4x = 7 zie je zó een oplossing: x = 1. Een kwadratische vergelijking heeft vaak echter 2 oplossingen (zonder verdere uitleg: als van ax2 + bx + c de zogenaamde discriminant D = b2 – 4ac > 0 is! – dan 2, D = 0 één en D < 0: geen). Hier proberen we het met ontbinden: 3x2 + 4x – 7 = 0. Vanwege die x = 1: (x – 1) (ax + b) = 0. De a kan alleen 3 zijn en b 7 (4 klopt dan)--- > (x – 1) (3x +7) = 0. Voor de tweede oplossing geldt dus: 3x + 7 = 0, x = – 7/3. Zo, op naar de bijles! Een apc’tje is bereid uit acetosal, fenacetine en cafeïne. De eolusharp [windharp] reageerde op de wind die over het aquarium met de aeolissen [naaktkieuwige zeeslak] streek. De Leidse Alma Mater [universiteit] is niet zomaar een alma mater [algemeen]. Nooit geweten: van die antilopebeesten [n/s] maak je antiloop (stof, geen mv.). De vicomte en vicomtesse zijn burggraaf en -gravin. Zorg voor victus et amictus: eten en kleren. Victis honos: eer aan de overwonnenen.

8. Een chrestomathie [tie] is een bloemlezing. Die muur is mooi musivisch [mozaïek] aangekleed. In de betekenis ‘versiersel’ mag je appliqué ook wel applique noemen. In Duitstalige gebieden hebben ze een qwertzklavier. Een doom-and-gloomverhaal [GB] gaat over doom en gloom [VD]. Baksjisjen [ie] (ook die voor de hasjiesj) zijn gewoon baksissen [ih] [fooi, extraatje]. De bard [volksdichter] trad op op de bart [brugdek]. We zijn letterlijk die boot ingegaan, maar vervolgens figuurlijk de boot in gegaan. De dubbeltwee en de dubbelvier gingen domineren [dominoën, domino spelen]: dat leverde een dubbelzes op [lemma VD, wel sub lemma: dubbel vijf; dus ook dubbel zes verdedigbaar VD! – onduidelijk]. De BMI is de body mass index en QI de queteletindex [beide: maat voor overgewicht]. Bonheurs zijn gewoon bonheur-du-jours [salonkastje waarvan het bovengedeelte deuren met spiegelglas heeft]. De verlorenwas- is de cire-perduemethode [bronsgiettechniek]. De kokette [behaagziek, ijdel] en cocasse [koddig, zot] cocotte [prostituee] liet zich horen. Een compère is een compeer [snaak, kornuit]. Pas op voor die curieuzeneuzemosterdpotten [= curieuzeneuzen, zijn nieuwsgierig]!

 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten