Dictee – dictees [3479]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee oktober 2020 (2), geheel herzien naar situatie 2023
Dictee van de dag (1086)
Oefendictee oktober 2020 (2)
1. Je
moet ‘consanguiniteit’
[gwie]
en
‘contiguïteit’
[guu-wie]
wel
goed schrijven, hoor! Een crémaillère is een heugel [haal,
om iets hoger of lager boven het open vuur te hangen].
De bedauwdheid [bedauwen
= met dauw bedekken]
zou
hem een laatste douwtje [duwtje]
geven.
Er volgt nu een ex aequootje, een ex-aequotest. Mijn doño [baas]
is een coño [schoft].
De Spaanse doña [eretitel
dame Spanje]
correspondeert
letterlijk en figuurlijk met de Italiaanse (prima)
donna [Italiaanse
vrouwelijke eretitel].
Weet jij een ezelsbrug, een pons asinorum, voor ‘epididymis’ en
syfilis’? Ik
wel.
Heerlijk: escabeche [koud
gerecht]
met
croquembouche [kegelvormige
toren van gevulde soesjes]
na!
Met ‘forza Juventus’ wens je de club bij een wedstrijd in SR
forsa (kracht)
toe. Probeer ‘futhark’ /fu-θɑrk/
[benaming
runenalfabet]
maar
eens goed uit te spreken! Sla de hoorn(s)
des overvloeds maar over: cornua
copiae of cornucopiae.
Is er veel verschil tussen cyclo-
[manisch-depressieve
psychose]
en
dysthymie [chronische
depressieve stemming, mal américain]?
Eén ding wil ik nog wel eraan toevoegen.
2. Bij dataprocessing moet ik altijd aan EDP, electronic data processing denken. Ippes is ibbus: leuk, fijn [emmes, immes]. Een femcee is een vrouwelijke mc [hiphopartiest, rapper, master of ceremonies]. “Ik ben maar klein”, zei die fdc [first day cover] van een postzegel tegen zijn broertje, de grote FDC [fleur de coin – ongebruikte munt]. De juiste uitspraak van ‘alpaca’ is ‘ahl-paa-kaa’. Gevederde dieren hebben een gevederte. Ondanks de gribus [rotzooi] kon er toch nog een ‘gratias’ [dank u] af. Daar heb je die fausses dévotes, die huichelaarsters, weer! Hé, zit hij ook bij de francs-maçons [vrijmetselaars]? Dat is gebrouwt [bier van één brouwsel]. De ontaarde kunst of entartete Kunst [oe] kon niet dienstbaar gemaakt worden aan de nazipropaganda. Chymus (chijm) zit in de maag, chylus of chijl dus in de darm. Ook voor het Gezelschap van het Goddelijke Woord [een congregatie van missionarissen] is het goddelijke Woord [de Bijbel] leidraad. De hocker [voetenbankje] paste nog net in de locker [kluisje]. Die tv-reclame is een lokkertje. Hodierno die [op de dag van heden] viert het hodiëcentrisme [gerichtheid op het heden] hoogtij. Wij zijn homines erecti [enk.: homo erectus = rechtop gaande mens, vgl. rechtopstaand].
3. Devies van Gent: hou en getrouw. Flecterende talen kennen flexie [verbuiging: worden, ik word, jij wordt, word jij?], welke door deflexie [hij jogt – is aan het joggen, voorzetsel] ongedaan gemaakt kan worden. Die arbitrageant [arbitrage = beslissen door arbiters] is een intrigant [met slinkse streken]. Kleine Job, Joppie, is weer het kind van de rekening. Kaffiya = keffiyeh = kufiyyah = mani = arafatsjaal = palestijnensjaal = palestinasjaal = Palestijnse sjaal. Een kemenche is een Turkse viool. Ik ben me het habbiebabbie [hevig, erg] geschrokken, toen ik die habibi [straattaal: schatje] zag. Toppunt van behendigheid: met heely’s [sportschoen met wieltje in de hak --- > rolschaatsen] aan wheelies [voorwiel in de lucht] en stoppy’s [idem: achterwiel] maken. Een jappie is een jonge, ambitieuze professional en een yuppie een young urban professional. Het leplazarus is het lebbes [krijg nou het … = uitdrukking van verbazing]. Schrijf goed: libellennet [libelle heeft wel n/s], giraffennek [giraffe heeft wel n/s] en antilopejong [antilope + n/s, antiloop is alleen maar een zekere stof]. De verkleinvorm ‘marctje’ verklapt, hoe je ‘marc’ uit moet spreken (wel met ‘aa’ dus -maar).
4. Mijn medekompel [koempel, mijnwerker] kreeg ten onrechte een compel [juridisch: brief tot herinnering of aanmaning]. Alles van komsa [van belang, groot, maar ook: ongeregeld, slordig] is toetmem [geheel hetzelfde]. Paulus richt zich in de zendbrieven 1 en 2 Korintiërs tot de inwoners van Korinthe. Crude [oe:] is gewoon kroet [ruwe olie]. Volgens hem schrijf je ‘référé’ met één accent, volgens haar met twee accents aigus (ook: accent aigu’s). Een kroeskop- of bol is een kroeze kop. Tijdens het barbecueën begon de haan te kukelekuen. De RKSP was de Rooms-katholieke Staatspartij. In het land van de helse Bruegel was er een breugelkermis. Is de lanciers een dans van lansiers? Nee. Het lijdt geen twijfel, dat dit tot weifel leidt. Lusinghiero is lusingando (vleiend, muziek). In de zoo [dierentuin] zagen we een schattig magotje [magot – oo, g van goal, berberaap]. Die Maleier lijdt aan latah [dissociatieve stoornis: schrikken en van streek raken] en eet zijn dagelijkse lavash [zeker brood, Middellandse Zeegebied]. Een lamyai is een longan, een soort van lychee.
5.
Daar heb je die oetlul
met zijn oed
[luit]
weer. Het Malagasi is de
Malagassische taal [Madagaskar].
Hij verpoosde bij het manihotje
[oo –
geslacht
waarbij de maniok bekoort, planten en heesters].
Met zijn matelotje [ronde
strooien hoed] op
keek hij naar het marti/ekootje
[aap,
ook: iemand die lelijk is].
Wat is de mattheaanse [(Bijbelboek)
Mattheus] visie
daarop? Alles met mate: mèden agan
[VD:
mee-dèhn-aa-gahn
– gewone
g]. Een
ménagère [huishoudster]
bestiert een menagerie
[huishouding,
beter: beestenspel of groep wilde kinderen].
Een mesdjid is hetzelfde als een masjid [moskee].
Zo is een missigit een mesigit [ook:
moskee!].
En tik is (crystal)
meth [methamfetamine].
De metteurs en scène [regisseur,
productieleider],
zijn die verantwoordelijk voor alle mises-en-scène
(mise-en-scènes
=
toneelschikking)? Ja.
NB Niet voor alle
mise-en-place [alles
gereedmaken voor de bereiding van gerechten]
dus! Een MP
is member
of Parliament
[Engeland].
De MiG
is genoemd naar Mikojan
en Goerevitsj
[Russisch
gevechtsvliegtuig – MiG’s,
MiG-23’s].
Wie ‘himmelhoch jauchzend’
[tz]
(euforisch,
zeer enthousiast) goed
schrijft, zal dat ook wel met ‘weizenbier’
[witbier
= weitzen] doen
(en met
schnauzer
=
vechthond!).
De student onderging het novitiaat [de
groentijd, ontgroeningstijd]
gelaten. De afkorting brt
is die van bruto
registerton,
brt.
Die van bruto.
Niet iedere nimf is een nymfomane [mannenverslindster/gek,
nymfo].
Er speelden twee oboe d’amore(‘)s
mee. Oebies zijn yamswortels. Het is ‘oftewel’ en ‘ofte niet’.
De mansoir geboort tot het mannelijk oir [nageslacht].
Die olla podrida is een olipodriga/o
[zeker
gerecht, ook: allegaartje].
Op een duit is op end’ op [geheel
en al].
Je kunt er donder op zeggen dat hij de krant gaat opzeggen. Een
Oranjespeler of oranjehemd speelt in het Oranjeshirt.
6. Overdresste personen zijn overdressed [te formeel gekleed]. Wij noemen pâté de foie gras gewoon paté. En wat is preparé trouwens? BE: filet américain. Reciproque zijn is een kwestie van reciprociteit [wederkerig(heid)] (3/7 en 7/3 zijn reciproque getallen: product = 1). In het al eerder genoemde rijtje passen ook: schizothymie en schizofrenie [dz] (schizo)! Gelieve niet te verwarren: powwow (bijeenkomst indianen) en pawpaw (boom, vrucht) [uitspraak: 4 x au] (denk ook aan sawpaw, bapao, snack). Okido(ki) [oké], toedeledokie [toedels, toedeloe, ook: afscheidsgroet] dan maar! O Nederland, let op u saeck (uit: Valerius’ Gedenckclanck). Een sandalwood is een sandelhoutpaard. Correctie: niet honderdendrie, maar duizend en drie. Waar is dat fetisje gebleven? Een vis-à-visgesprek vindt face to face plaats [persoonlijk, met direct contact]. Weed is wiet [marihuana, vgl. mediwiet] en wied is onkruid. Een Gabonees is een Gabonner [Gabon]. De eersteklasreiziger, hij zat dus eerste klas, kreeg een eersteklas behandeling door conducteur en conductrice. Een palimpsest is een afgekrabd stuk papyrus.
7. Rome is de Stad van de Zeven Heuvelen. Het meervoud van ‘enfant terrible’ is ‘enfant(s) terrible(s)’[of]. Woorden uit het Maori: haka (ceremoniële dans), hoki (kabeljauwachtige vis), kakapo (uilpapegaai), kauri (naaldboom), kea (papegaaiensoort) en kiwi (loopvogel, vrucht). De Maori (volk, mv.) bestaan uit Maori(‘s). Verdere woorden: moa (uitgestorven reuzen- en loopvogel), moko (op tatoeage lijkende gezichts- of lichaamsversiering), neuskus = begroetingswijze, takahe [ee] (zeldzame niet-vliegende vogel), tribal [bnw.] = geënt op de cultuur van mensen die in stamverband leven, zoals de Maori’s, Aboriginals e.d., tribal [znw.] = tatoeage [bij Maori’s] en tuatara [toe-waa-taa-raa ook: tuatera] = brughagedis. Een hookah [hoe-kaa, Arabisch] is trouwens een waterpijp en een Peelstadje of Peeldorp ligt in de Peel [Brabant, bnw. = Peels]. Een oeloe is een vis-, een oehoe een ooruil.
8.
Die zoetemelkse kaas is lekker. De cockneys [woont
in volksbuurten Londen]
spreken Cockney, het
Cockneydialect. Een dalísnor is zo genoemd naar Dalí’s snor [een
zogenoemde snor].
Een dalit is in India een paria. Het antoniem van ietsisme is niks-
of nietsisme. Een bieleman
is het lid van de schutterij dat vooroploopt bij optochten en
processies en dat eventuele blokkades opruimt. Chouchous
[C:
begin zin]
zijn lievelingetjes,
choucroute (GB)
is zuurkool. Je moet (benzo)chinon,
een chemisch goedje – denk bv. ook aan
1,4-naftochinon – niet
verwarren met een chignon, een haarwrong of knoet. 14/10/2020: nieuwe
update VD, 389.594 lemma’s (was
389.415). Pro bono
(publico)
is voor het algemeen welzijn. De koetei (zee-egel)
en de kutai (hoogkijker)
kwamen elkaar tegen. Een wijgeschenk is een ex voto [volgens
een gelofte – e.v.].
Irideeën zijn irisachtigen. Iridectomie is operatieve verwijdering
van de iris [uit
oog] en
een wij-gevoel is prettig [gevoel
van verbondenheid].
Geen opmerkingen:
Een reactie posten