maandag 29 september 2014

0303 Dictee woensdag 24 sep 2014 (20): dictee mobiel, mobiel(e) en mobile] √

Dictee - dictees [0303]

Mobiel, mobiel(e) en mobile

1. Bij mijn tandarts hangt een briefje: wilt u bij wijziging van uw mobiel nummer dit doorgeven? Wat ik daarvan vind: zie verderop. 'Mobiel kan een zelfstandig naamwoord zijn en een bijvoeglijk. We beginnen met dat laatste: beweeglijk, in de bouwkunde een mobiele belasting – die niet steeds aanwezig is, verplaatsbaar: een mobiele telefoon en een mobiel netwerk – deze term is misleidend, want niet het netwerk is verplaatsbaar, dat is echt vast, alleen de mobiele telefoons waarvoor je dat netwerk gebruikt, zijn beweeglijk, en mobiel banditisme: de Roemeense criminelen die naar Nederland komen, etc. Verder: voorzien van eigen transportmiddelen zoals een mobiel leger en de mobiele eenheid (ME). Ten slotte: betreffende de mobiele telefonie (*) zoals in (toch weer) mobiel netwerk, mobiele operator, mobiele aanbieder, mobiele beller en mobiel bereikbaar zijn.

2. Mobiel als zelfstandig naamwoord kan zijn 1) een mobiele telefoon en 2) een mobile (komt ook als bijwoord in de muziek voor: beweeglijk), maar verder als znw.: decoratief voorwerp dat door luchtstromingen of trillingen in beweging blijft (synoniem, zoals reeds opgemerkt: mobiel). Rest ons te kijken naar mobiel als znw. in de betekenis 1) – mobiele telefoon. Overigens mis ik 'mobiel' in betekenissen zoals scootmobiel, automobiel, pausmobiel, brommobiel, elektromobiel, patsmobiel (SUV - sport - GB: + s - utility vehicle), sneeuwmobiel en velomobiel (ligfiets).

3. Mobieltje komt meer voor, vroeger zeiden we gsmglobal system for mobile communications (internationale standaard voor mobiele telefonie). Nog een paar termen met mobiel als znw. binnen artikelen: belbundel, mobi (informeel), murfen (mobiel internetten, de m van mobiel + (s)urfen), nulzes, nulzesnummer en 06-nummer. Ten slotte de hamvraag: is het nu mobielnummer (klemtoon op mobiel) of mobiel nummer (klemtoon op nummer)? 

4. Voordat ik aan deze column begon was ik er heilig van overtuigd: mobiel = znw., nummer ook, dus de samenstelling wordt mobielnummer. Nu, na deze column, ben ik niet zo zeker meer. Als je bij (*) kijkt, zie je dat mobiel (betreffende de mobiele telefonie) wel degelijk in die betekenis ook als bnw. gebruikt mag worden. Dat 'mobiele nummer' van die tandarts was dus helemaal zo gek nog niet, al is mijn keuze ook zeer wel verdedigbaar.

 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten