Dictee - dictees [0257]
Wat een smeerkees ...
1. Het is niet helemaal duidelijk of 'smeer' van
het znw. 'smeer' of het ww. 'smeren' komt, maar dat maakt weinig uit. Eerst het
ww. 'smeren': 1) met een vettige stof bestrijken (schoenen smeren, maar ook: de
keel smeren = drank nuttigen), 2) met boter of vet: boterhammen smeren, 3) een
vette stof uitstrijken: teer op een schutting smeren, iemand stroop (honing) om
de mond smeren = hem vleien en 4) hem of 'm smeren = ervandoor gaan. Ook nog:
1) smullen en smeren = schranzen, 2) de lucht gaat aan 't smeren = werken, 3) een
vuile boel maken: knoeien, kladden en 4) die letters smeren = drukken onzuiver
af (drukkersterm).
2. Bij het znw. 'smeer' noteren we: het zich tegoed doen =
smulpartij, 2) dierlijk vet, kaarsvet ($) of smeersel (zoals smeerolie voor de
auto), 3) spaargeld (van zijn smeer teren), 4) smeersel op de boterham, 5)
smeergeld, 6) vettig vuil en 7) slaag: iemand smeer geven). Bij ($) hoort nog
het spreekwoord: ter wille van de smeer (hier kaarsvet dus) likt de kat de
kandeleer (verouderd voor kandelaar). Betekenis: iemand bewijst ons vriendschap
om zijn eigen voordeel.
3. Vervolgens kijken we naar 'kees': natuurlijk met hoofdletter
een jongensnaam, maar is er meer? We zoeken op '*kees*'. Naast hakkelkees
(stamelaar) en Irakees vinden we ook moskeeschool (!) en mafkees, maar we
beperken ons verder tot (kaal) 'kees'. Allereerst treffen we de keeshond en er
is ook een betekenis, die bij het werkwoord 'kezen' hoort: dat moet u maar even
googelen. In volkstaal is het ook nog een pruim tabak (die is van pruimtabak)
of een 'snuifje' en verder gewestelijk ook nog keesmees (koolmees etc.). Met
een hoofdletter vinden we bij 'Kees': een hardloper van luie Kees (een
treuzelaar), hupsa Kees! (vooruit!) en klaar is Kees! (klaar!). Maar nu
serieus, wat zegt Van Dale over smeerkees: iemand die er altijd vies uitziet
(ook als scheldwoord), synoniem: smeerlap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten