dinsdag 23 september 2014

0286 Dictee woensdag 24 sep 2014 (3): dictee sliptong √

Dictee - dictees [0286

Sliptong

1. Heel principieel: als ik in Breskens een restaurant zie met 'slibtong', dan ga ik daar niet (meer) eten. Het moet echt met een p. Zie verderop. Eerst de tong maar. Volgens VD 1) een spierachtig lichaamsdeel in de mond: op zijn tong bijten, zijn tong hing hem op zijn schoenen, niet het achterste van zijn tong laten zien, met zijn tong uit zijn mond (honden, buiten adem), 2) smaakorgaan: de tong strelen (iets is tongstrelend), een fijne tong hebben, 3) een Hollandse tong (in zijn mond) hebben, heb je je tong verloren?, liever zijn tong afbijten, een gladde of fluwelen tong, een scherpe of bitse tong, de tongen komen los, de tongen in beweging brengen, het ligt mij (voor) op de tong, het (woord) ligt op het puntje van mijn tong en: je hebt toch een tong in je mond?

2. Verder: 4) kwade tongen (lasteraars), 5) in vreemde tongen spreken (Bijbel, met Pinksteren), 6) vlees van de tong: gerookte tong, 7) wat op een tong lijkt, o.a. landtong, lipje in de schoen, de tong van een orgelpijp en het platte deel voor aan een steekwagen, 8) provincie van de Soevereine Orde van Malta en 9) platvis, zeetong. Aan 'tong' binnen artikelen komen we echt niet toe, wel een heel kleine selectie: tong picasso, tong (sole) à la meunière (voor het bakken door het meel gehaald), een chowchow heeft een blauwe tong en tongue in cheek (meesmuilend, letterlijk: tong in de wang).

3. Wat vinden we bij slip (alleen het znw.)? Wel: de slip(pen) van een jas of hemd, de slippen van een das en de slippen van een lijkkleed. Verder: een slip als sluitnota (met iemands schulden of vorderingen), een bos stro gedrenkt met mest uit een vossenhol, gebruikt bij de slipjacht, met een auto in een slip komen, een onderbroekje zonder pijpen en (bij vissers) een ondermaatse (zee)tong. Daarmee is het probleem ook meteen opgelost: slip is dus ook een verkorting van sliptong. En daarvan is de verklaring (VD geeft die niet): dat zijn tongetjes die door de mazen van het net geslipt (zouden kunnen) zijn. Op de vraag die iemand me onlangs stelde: maar hoe komt die visser er dan aan, heb ik helaas nog geen passend antwoord. Ja, toch, Taaladvies geeft dat: sliptongetjes worden met een sleepnet gevangen – in dit verband zou 'slippen' ook etymologisch van 'slepen' kunnen komen! Maar het heeft niets met slib, slijk, slik te maken, dat staat vast. Lekkere sliptongetjes, eet smakelijk!
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten