woensdag 2 november 2022

2998 Dictee vrijdag 04-11-2022 (2) – dictee BeNeDictee 2022-11 √

Dictee – dictees [2998]

BeNeDictee 2022-11

Polderpoep (deel 2, auteur: Bob van Dijk)

De 81 vette woorden of woordgroepen moesten worden ingevuld.

Toelichting in blauw, hulpkleuren rood en groen.

1. De setting: zomer twintigtwintig [letters! - als negentiendrieënveertig, wel: tweeduizend twintig – duizendduizend = miljoen], Midden-Afrika, Rwanda [uitspraak: r(oe)wanda] , het land waar ze Xhosa [kliktaal] spreken, een Bantoetaal net als Ndebele, Tswana en Tsonga. Een drietal – zeg maar gewoon drie dus – trappisten [zekere monniken], behorend tot de sibillijnse [raadselachtige] orde van de cisterciënzers van de strengere observantie (O.C.S.O. = Ordo Cisterciensium Strictoris Observantiae – achter de naam = o.c.s.o.) en één picpuspater [Parijs] ontsnappen ternauwernood aan de letale Fhsommer-Meningoenzephalitis (FSME) ofwel tekenencefalitis, in dit geval heel toepasselijk de trappistentekenencefalitis. Ze worden door de congregatie verordonneerd om een-twee-drie en rechtevoort [onmiddellijk] naar Nederland terug te reizen. De vrijgevochten demissionarissen [ex-] worden in een passende en veilige omgeving gestationeerd in, jawel: Almere-Oosterwold, en wel in de Groene Kathedraal aan de
Reimslaan, een
een-op-eenpopulierenreplica van de beroemde Franse stiftskerk [stift = sticht] in de sjampieomphalos [champagne + navelsteen – navelontsteking is omfalitis] Riemen. Ze kunnen daar goed herstellen van hun resterende demigraine [demi-migraine] terwijl ze hun tropischelandbouwexpertise inzetten voor de polderplichtige
mi-parti [voor de helft] stadslandbouw per kavel. Eerst bouwen ze met hun blote broederhanden van monniksstenen enkele priorijtjeswoningen [priorij = klooster] en een heilig huisje [kapel] als veldkapel, met op de wanden ignudi [naakte man, enkelvoud: ignudo – uitspraak, VD?] van zichzelf als kettingeggende….. blote
broeder-boeren
[verwisselbare begrippen?]. De huisjes komen direct te staan onder een windturbine van de eerste categorie, met een hoogte van driekwart Eiffeltoren. Een slimme plek want geen last van slagschim [slagschaduw]. Elke regulier [monnik vs. seculier = wereldlijke] mag bij toerbeurt via een jakobsladder de monniksmolen bestijgen om, in hoge afzondering, het roedegat [gat in bovenas met daarin de roeden] te smeren met zijn sacrale smiksem [boter, smeersel, lijm]. Een paradijselijk gerief, als demiurg [tussenpersoon tussen godheid en lagere sferen] zoveel dichter bij de hemelse Vader [vergelijk: Heilige Vader, God].

2. Onze in- en integere bernardijnen [= cistenciënzers], en die ene picpus ss.cc. (dus van de Congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria oftewel Congregationis Sacrorum Cordium Jesu et Mariae), conformeren zich geheel aan de multicultigedachte van Almere: er komen ook oud-Syriëgangsters en mammelukken [renegaat, tot islam bekeerde christen, onder dwang] in pipowagens [zie: Pipo de Clown] te wonen bij de confrérie [broederschap - confrères]. Vijfmaal daags gaan de molenwieken op freeze
[
eig. stoppen met breakdance] en klimt een muezzin [moskeebeambte, roept op tot gebed], met een polder-Koran [zou als boekje polderkoran moeten zijn - streepje alleen wegens hoofdletter! - slaat op de inhoud] in de hand, via eerdergenoemde scala caeli [jakobsladder] de gebedsmolen op om met zijn catchyste [catchy = goed in het gehoor liggend] stentorstem de islamitische broeders, zusters en non-binaire [niet specifiek man of vrouw] muzelmannen [moslim – verouderd]
m/v/xy
z via de adhan [oproep tot gebed = azan] op te roepen tot de salat [vijfmaal daags gebed], soms wreed verstoord door het geluid van een wentelwiek van LA-airport [Lelystad Airport].

3. In de kloostergaarde zijn de fraters, met een scapulier [schouderkleed, ook: schapulier – andere uitspraak] om de schouders, naar hartenlust aan het voortrekken en natelen. Ze hebben
sint-teunisbloem
[teunisbloem, nachtpit], jeruzalemartisjok [topinamboer, knolzonnebloem] en de nachtschadevrucht sodomsappel (NB Een der broeders, fra [verkorting van frater, de afkorting is: fr.] Bonus Malus Nocturnus, is namelijk
nachtschade-expert);
alle ingrediënten voor een toffelemoonse [Bargoens voor katholiek] vergetengroenteprintanière
[
met jonge groenten bereide soep] zijn dus voorhanden. Hun paapse kruiden worden door le tout Oosterwold ook aangewend ter stimulering of juist afremming van lichaam en geest: bisschopskruid [steeneppe] en engelwortel [angelica, angélique] vinden gretig aftrek, evenals het knaapjeskruid [standelkruid, orchis, een afrodisiacum] (hoe toepasselijk voor een kruidenmixcenobietenclub! [cenobiet =
kloosterling
]).

4. Uiteraard worden er bij trappisten graan en gospelhop [eigenlijk: christelijke hiphopmuziek] verbouwd, want het gambrinussap [bier] komt niet vanzelf. Hun geheime masteluin [half tarwe, half rogge] van een-, twee- en kafferkoren [eenkoren, etc.] ligt ook ten grondslag aan het hemelse lampignonbrood [rond casinobrood, ook lampionbrood, andere uitspraak]. In heel Oosterwold is het dikke mik [zeker brood, ook: goed bevriend zijn] en ouwe-jongens-krentenbrood [zeer of te amicaal] omdat de paters stiekem wat moederkoren in het meel stoppen, waardoor bij de gebruikers een lichtpermanente [vgl. lichtbewolkt] staat van lsd-roes [lysergeenzuurdi-ethylamide – säure] opgewekt wordt (en bij sommige veelgebruikers de kriebelitis ofwel ignis sacer, beter bekend als sint-antoniusvuur). Kinderen kunnen voor enkele oortjes [geld, cent] mierzoet oordjesbrood [kostte een oortje] met mierenzoet [mierenhoning] kopen, en voor de voortvluchtige dp’s [displaced person] worden msemmen [zelfde mv., lijkt op pannenkoekje met griesmeel] en sawpaws [bapao, snack] gebakken.

5. En ja, juist in Oosterwold, zijn er veel prikvertikkers [coronavaccinatieweigeraar] die helemaal van de wap [in de war – vgl. ook de wappies] zijn en die, met in de hand het boek Protesteren voor Dummies [Eng.] uit de bekende reeks voor dummy’s [leek, sufferd - NL, vgl. mummies], voor elke poep of scheet te hoop lopen.
Spoken-
op tranenbrood [spokenbrood = paddenstoelen – tranenbrood = brood der ellende, Ps. 80:6], van onze geliefde heren Reverendus Pater [eerwaarde vader, R.P. – vocatief, aanspreekvorm: Reverende Pater] moet ze hun dwaling doen inzien.

6. Niet alle Oosterwolders zijn hetzelfde gedachtegoed toegedaan helaas. Er zijn porknokkers [SR: zelfstandige goudzoeker] bij die met hun porkjes [hummel(tje)] op de goedkope grond afkomen, en ongeïnteresseerde stadse lui met stadse fratsen die hun verplichte 50% stadslandbouw tackelen [probleem oplossen] door een aantal
excuusfruitbomen te plaatsen en dan het ooft op de grond laten verrotten. Zij laten ook geen vreemden toe, hoewel elk perceel verplicht is tot de aanleg van openbaar toegankelijke
doorwaadbare’ zones rondom; een grote mate van ‘ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken dus. De paters weten hier wel raad mee: speciaal voor dit soort mensen bakken ze nonnenvot [gebakje] met monnikskap; zo verdwijnen deze sujetten vanzelf weer uit het zeeschap. Evenals de secreten en die ene janongeluk [pechvogel, mispunt] die moedwillig alle leuke initiatieven en collectiviteit dwarsbomen, want deze worden door de broeders ook nog eens gratis bediend met mondsnoerende dollekerveldodols [giftige plant + koekje (Indonesië)].

7. Deze kleine menselijke rimpelingen geconstateerd hebbende, blijft één gigaprobleem over: het effluent van alle besterfputten [bezinkput] voldoet ‘ineens’ niet meer aan de (overigens aangewette [scherper maken]) normen van eerdergenoemd [stond eerder al - weggevertje - in de tekst! - vgl. eerder vermeld] heemraadschap, want net een frutseltje te veel fosfaat en nitraat. Dan toch aan het riool? Maar dat druist in tegen het autarkische [zelfvoorzienend] princiep [BE voor principe] van de Oosterwolder polder. Eiwitten, en dus nitraten, consuminderen misschien? Of, zoals nierpatiënten doen, tabletten
lanthaancarbonaat (FosrenolR) [lanthaan, zeldzame aarde, La. 57] slikken om fosfor te binden?

8. De priesters hebben na lang experimenteren de oplossing: alle Oosterwolders moeten dagdagelijks hun papenpap met papenstoelen [paardenbloem] eten, bestaande uit extreem linksdraaiende skyr (dat is een soort van IJslandse karriot [karrejuk, karnemelk]) van hun Zweeds roodbonte holstein-friesians [rund], begraasd [grazen] op rooms beweide [dus niet: gewijde] grond, met daardoorheen gekoeskoesd [door elkaar stampen] hun broederboekoeloekoe
[
VD, synoniemen: mengsel] van engelwortel [angelica, angélique, zie eerder], wijwaterkwast [= hysop] en lievevrouwebloed oftewel onderscheidenlijk angelica, hysop en roodte [meekrap, ook: roodheid]. Het geheel gecompleteerd met sumak [smak, keukenkruid], freekeh [onrijpe tarwe, Afrika] en Tadzjiekse [Tadzjikistan] kruiden van de dublinclaimanten [zekere asielzoekers]. Alle voedselfosfonitraten worden hiermee weggevangen in de poep, die als sediment onder in de iba [zie eerder] blijft liggen. Elk verreljaar [kwartaal, verrel = vierel = kwart] komen secreetruimers [beerputtenlegers] langs die een menistenbruiloft houden [beerput leegmaken, mogelijk ook: meniste bruiloft, andere uitspraak] en daarbij de tanks leegzuigen. De shit wordt in supergrote hoofdletterbakken gedroogd en verwerkt tot ‘poepen’, stenen van vergelijkbaar formaat als kloostermoppen. De eerste Nederlandse biosolids [vaste stoffen uit rioolafval als meststof] dus: Oosterwolder polderpoepen!

 

 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten