Dictee – dictees [2976]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee OUD 121, geheel herzien naar situatie 2022
Dictee van de dag (736)
Het shangri-la, de sixthermometer, sildenafil, sjlachmones, de skratjie en dysfagie
1. Zouden
we die dandyeske Sjanghaier, die denkt dat hij in het
shangri-la
[paradijs]
is, kunnen shanghaaien [overhalen
tot onaangenaam werk]?
2. Hij is geen sikkepitje [versteende uitdr.] veranderd met zijn sikkenbaard [kinbaard]. Aan boord runde hij het sikkeblok [iets met een katrol].
3. Een sikkelduin [pas ontstaan, sikkelvormig] heet ook barchaan, een sikkelkiem een sporozoïet [van de malariaparasiet]. Hij was sikkeneurig [gemelijk, slechtgehumeurd], omdat hij dat niet wist.
4.
Sildenafil is de werkzame stof in erectiepillen. Citybag is een
simili-Engels [imitatie]
woord.
5. Het is doodsimpel, Simpelmans, simple comme bonjour: een simulacre is een schijnvertoning.
6. Sindonologie is wetenschappelijk onderzoek naar de mysteries van de Sindone, de lijkwade van Turijn.
7. Dextromanie is rechtshandigheid (antoniem: sinistromanie, linkshandigheid). Een sissybar is geen bar voor sissy's, maar een rugleuning achter de buddyseat [duozitting] van een motor.
8. Sits is indienne [fijn gedrukt katoen, ook: calicot, chintz, indienne], maar ook sitspapier. Staat er in de Sixtijnse Kapel een sixthermometer, die er al in de gouden sixties [golden sixties, jaren 60, beschouwd als periode van economische bloei] was? Sj staat in internetadressen voor Spitsbergen en Jan Mayen.
9. De sjadchen is bij de joden een huwelijksmakelaar. Wens elkaar 'sjana tova' [een goed jaar!] en drink een sjampie [glas champagne]!
10. De sjiieten hebben de sjia [stroming islam], de soennieten hangen de soenna [stroming, ook: levensregels] aan. Orthodox-joodse vrouwen dragen sjeitels [pruik], maar zeker geen sjekken [loshangend vrouwenjakje], die met sjekels [munteenheid Israël] betaald zijn tijdens de sjelosjiem [rouwperiode van 30 dagen].
11. Tijdens het sjemita (sabbatsjaar, meervoud: sjemitot) wordt vaak het sjema jisraël, bestaande uit drie Thoragedeelten, gebeden. Sjemot (niet meer in VD) is de Hebreeuwse en Joodse naam van het boek Exodus. De joden vieren ook het Wekenfeest, Sjavoeot, het joodse pinksterfeest.
12. Na de sjidoechs, de gearrangeerde huwelijken, was er geen sprake van echt huwelijksgeluk.
13. Sjlachmones zijn geschenken, met name lekkernijen, die men elkaar stuurt op Poerim [ook: Hamansfeest, Lotenfeest, Bijbelse verhaal over Esther en Haman].
14. Mazzel is geluk [ook: brooche, broge] en sjlemazzel is pech. Een sjikse is een christenmeisje als dienstmeisje.
15. Zich sjmadden is zich tot het christendom bekeren (en laten dopen) en sjnoderen is bij de joden een gift toezeggen voor een goed doel.
16. Een sjocheet (sjouchet) is een joods ritueel slachter. Sjoeg is mesjogge [gek, zot] en de sjoel is de synagoge.
17. Sjolem en sjalom lijken gelijkwaardige groeten te zijn. Sjok is de informele aanduiding van chocolademelk.
18. Skelteren doe je op een skelterbaan (kartodroom) met een skelter (gocart, kart).
19. Een skippy is informeel een Australisch aandeel [vergelijk skippybal = springbal, kangoeroebal]. Skimmia's zijn altijdgroene heesters [semper virens]. Biertje? Skol (proost)!
20. Een snellekweekreactor wordt afgekort tot skr, een skua is een reuzenroofmeeuw, skuff is Nederlandse hasj, het slapen van planten heet nyctinastie en een bedeg(u)ar is een slaapmiddel, indien als slaapappel [onder kussen] gebruikt. De gebatikte negligébroek, die bij de kabaai [kabaja, baadje] gedragen wordt, heet een slaapbroek.
21.
Peies zijn gekrulde lokken langs de slaap zoals die door veel
Oost-Europese en Jemenitische Joden gedragen worden.
22. Een slaapmatje is een (gevlochten) tikar. Doornroosje is de Schone Slaapster. Slaapzucht heet ook wel hypnolepsie, een slaapwandelaar is een somnambule en in het Vondelpark geldt een slaapverbod.
23. Bij het skottelbraaien [soort van barbecue] werd op de skratjie [= skraki, Surinaamse trommel – skrakipoku [oe] = zang – uitspraak 3 x skrah-tsjie – VD ook: skratjie pokoe] gespeeld. Er werd ook een skolion [geïmproviseerd drink- of tafellied meervoud: skoliën, skolia] gezongen.
24. Of je nu door de hond, de kat of de slaapluizen gebeten wordt, slaapgod Morpheus is de baas.
25. Arterieel bloed gaat door een slagader. Een slagaderbreuk heet ook wel een aneurysma.
26. Een historisch lang kanon van klein kaliber, een slang, heet ook wel falconet [ook: valkenet]. Ketjoeboengolie werkt pijnstillend. Een slangenmens is een contorsionist. Als 't slappe daan is, heb je bijgegoten thee of koffie. Het achtvoetige paard van Odin heet Sleipnir. De sleutelstad is het mooie Leiden.
27.
Het remontoir is een sleutelhorloge, een sleutelkaart is een keycard,
sleutelklaar is hetzelfde als het algemeen
Belgisch-Nederlandse
sleutel-op-de-deur en (Egyptische)
sleutelkruisen (hengselkruisen)
heten ook wel ankhs.
28. Slicen [tennis] is met slice, met backspin, slaan. Op slicks kun je racen. Met een slideguitar (ook: slidegitaar) speel je blues en hawaïmuziek. Sliertjessoep is informeel vermicellisoep. Dysfagie is een slikstoornis en een slimme kaart is een smartcard (chipcard, chipkaart). De cramignon is een slingerdans in Zuid-Limburg. Het pad liep slinger(de)slang(er), het liep her- en derwaarts. Slingergaren is samengetwijnd cheviot- of mohairgaren. Slingerolie is in de volkstaal sterkedrank (GB ook: sterke drank) en slinger-om-de-trap is spekvet met stroop.
29. Shoyu is dunne sojasaus uit Japan, de SHP is de aanduiding voor het Sint-Helenapond, het siamois is een stof uit Siam, een siamees is een Siamese kat en een Siamees is een inwoner van Siam. Wiegendood, SIDS, is het sudden infant death syndrome. In België is een SIE een speciaal interventie-eskadron. Een Siënees komt uit Siena. Een sierdolk is een ponjaard en in de meeste siërra's groeit geen malse sierrabarber.
30. Al tijdens de siësta begon zij te sieveren [zeuren, zeveren, dreinend huilen]. De SI-gewrichten zijn de sacro-iliacale gewrichten [tussen heilig- en darmbeen].
Geen opmerkingen:
Een reactie posten