Dictee - dictees [0646]
Oefendictee 837 (deel 1)
Dictee 837, alinea 1 t/m 3.
1. Zou de originele iron lady haar echtgenoot ook een ijzeren hein gevonden hebben? De museumdirecteur was ook artistiek directeur van de instelling. Sommige mensen zijn heel wat mans ('*mans'): professor Akkermans (iemand die vaak genoemd wordt voor een (politieke) functie), sommigen pronken met andermans veren, sommige vrouwen vallen op een baardmans, anderen spreken Beulemans (Frans), weer anderen gebruiken een calmans [kalmerend middel], een enkeling gebruikt weleens de dodemansknop, een formans is in de taalkunde een vormend element (met name voor- of achtervoegsel), straatmuzikanten mansen met een mans [centenbak], droogstoppels worden wel saaimans genoemd en die Simpelmans stelt de zaken wel heel eenvoudig voor. Een marktkoopman mansjt [aanprijzen] zijn koopwaar. Hij heeft kerststresssores.
2. Op de kerstmarkt kun je als symbool van de Kerstster poinsettia's, kerststerren of kerstrozen, kopen. Heb je al die feiten in je geheugen gestockeerd? We moesten kalmpjes aan, stilletjesaan, maar eens vertrekken. Lekker, zo'n stobbezwammetje. Wat is een stjelp [ook: stelp]? Ach man, versjteer mijn stemming niet met zo'n irrelevante vraag! Mogen streng gereformeerde, strenggelovige, mensen wel sterkwerkende medicijnen en profylactica gebruiken? De perte totale, dat totallossgevalletje, is hersteld en de auto weer gecertificeerd [ook: gecertifieerd]. In België heet die keuring vast geen apk. Met een styptisch stypticum kun je stypsis [bloedstelping] bereiken. Door die koolmonoxidevergiftiging (CO-vergiftiging) zijn ze beiden – wel pijnloos – gesuffoqueerd. Mag je een roksplit wel suçon noemen? Zij pretenderen een zeker sub-ABN te spreken.
3. Die film over dat stresssymptoom, dát was nog eens een successtory [GB ook: sss]. Ze is op vakantie naar Kuala Lumpur. Hij was ondergedoken in haar stuga [Zweeds buitenhuisje]. De stupefactie droop eraf: hij was stupéfait. Dat kun je toch niet onthouden: teppanyaki, teriyaki, sukiyaki? Of het zou moeten zijn: n, dus niet een (extra) i. Hij is habitué in die supercoole en superbe super-de-luxe superdoe-het-zelfzaak. Er was een klein overschot: een surplusje [uhs] of een surplustje [uu]. Hij was overladen met trofeeën. De baanrenners surplaceten regelmatig. De wittevlagdragers kregen een sûreté [uitspraak! - suur-tee] de corps. Op zijn vest van surah [zeker weefsel] hadden de onverlaten suramin gedaan: een zeer giftig geneesmiddel tegen de slaapziekte surra, een trypanosomenziekte. Van de genoemde soera's [= hoofdstuk Koran] mag dat echt niet! Zou eertijds Sisyphus toen al syfilis gehad hebben?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten