Dictee - dictees [0341]
Oefendictee 796 (deel 1)
Dictee 796, alinea 1 t/m 3.
1. Hij reit [reien = (ook) vlak schaven] nu de planken, maar gisteren reitte [reiten = van vuil zuiveren] hij de waterplanten voordat hij naar huis reed. Nadat hij nog het vlas had gereet [reten = roten], was alles gereed voor deze week. In het klooster zit een religieuzenclubje. De pikeurs trokken hun rijjassen aan. Je kunt sirenenzang toch geen sirenegeloei noemen? Dat Zweedse woord blijft boeien: smörgåsbord [buffet met koude gerechten]. Geen flauw idee wat dat zijn: szechuanpeper [anijspeper] en indiapaper [dundrukpapier]. De heggenranken kunnen wel naar elkaar toe groeien, daarmee is de heg nog niet toegegroeid. De meeste 65-plussers hebben een 65 pluskaart [of alternatieven!]. Ik fitnes, hij fitneste, zij ging naar (de) fitness in een fitnesscenter (-centrum - met 1 s op zich denkbaar, doe maar niet in dictee). Die orfische [van: Orpheus] klanken riepen bij mij zekere reminiscenties [herinnering] op. Zij is een zuidvruchtenhandel begonnen, genaamd De Nootzaak(!). Is dat daar een soort
eten-en-drinkenzaak? Ik heb een diepgewortelde afkeer van tuiniers die diepgewortelde? planten altijd willen uitgraven. Ze ziet eruit als een
ex-opgeblazenballonnetje.
2. Ik moest mijn bed nog dingesen. En, heb je het nu gedingest? Alweer zo'n elitedictee voor de dictee-elite. Mijn nicht, Jutte Peer, is epris van castagnaccio [It. kastanjetaart]. Mansoir is mannelijk oir [beide uitspraak: 'oor'], oorbaar [bnw.: o.a. gepast, behoorlijk] heeft daar niets mee te maken. Een (Spaanse) olla podrida is een eenpansgerecht, daarvan afgeleid is olipodrigo (olipodriga), dat is een mengelmoes. Hopla, hoepla, hoeplala. Hoe gaat het? Och, lala. Olala (oh la la), dat is een mooie opsteker! Een pierlala is genoemd naar Pierlala. Tralala, tralaliere, tralderaldera. Veel tralala verkopen is veel poespas maken. Een troela of troelala is meestal onaantrekkelijk. 't Is allemaal larie en apekool. Een zeker straatlied bevat: siene, siene, siene la me los, anders val ik om. Wie werd aangeduid met 'el caballero de la triste figura'? Antwoord: Don Quichot!
3. Een offtopic is een non-topic. Kan ik de wachtdoende officier spreken? Offeren kun je aan Bacchus (veel (wijn) drinken), aan Neptunus (overgeven), aan Apollo, aan Phoebus, aan de muzen (deze laatste drie: zich met de dichtkunst bezighouden) en aan Venus (zich aan de liefde overgeven). Wat is een officier à la suite [persoonlijk assistent militaire of civiele autoriteit - Engels: pa = personal assistant]? Een offerziener is een haruspex (zoek maar op - ingewanden geofferde dieren). Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer (Wilhelmus, couplet 6). Hij zou onder dak komen en dus onderdak krijgen. Het on-dit [gerucht] ging dat . . . het meervoud van onus onera is en oneirodynie een nachtmerrie is. Het oölithisch ijzererts bestaat uit, zeg maar, eiersteen. Die man is een notoire [twaa of too] (beruchte) boef. Ruwzink is geen zink, zoals je dat in de natuur aantreft, maar zoals het in de handel is. Met r&b wordt doorgaans arrenbie aangeduid [rhythm-and-blues].
Geen opmerkingen:
Een reactie posten