donderdag 15 december 2022

3068 Dictee zondag 18-12-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (791)

Dictee – dictees [3068]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 066, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (791)

1. In een reflex bedacht ik dat mijn reflexcamera niet goed gericht was met betrekking tot de reflectie van de zon. Zich bedenken is trouwens een reflexief werkwoord oftewel een reflexief. Krop of struma is een vergroting van de schildklier, niet van de pancreas oftewel de alvleesklier. In de rooms-katholieke kerk wordt wel, in de protestantse kerken geen Kerklatijn gebruikt.

2. De acupuncturist leed aan cellulitis [sinaasappelhuid] en had een ziekelijk zwak voor muziek en draaide in zijn praxis [praktijk] vaak de oude grammofoon, waaruit lambada [sensuele Zuid-Amerikaanse dans], swing [soort van (begin)jazz], tango [klassieke dans], twist [moderne dans], soul [met gospel- en rhythm-and-blueselementen – r&b-elementen, arrenbie-elementen] en soft music [zachte, rustige muziek] schalden. Zij spraken vlot koeterwaals, Luikerwaals, Marollenfrans, Papiamento en zigeunertaal.

3. Die brave hendriken wilden een handelsfirma opzetten. Maar waaruit zou hun assortiment bestaan: aceton [oplosmiddel], antraciet [steenkool], bacon [spek], macadam [wegverharding], majolica [(voor) aardewerk], soepvlees oftewel poelet dan wel kuiken (kip) of poulet, politoer [schellak in alcohol], popeline [weefsel], raffia [zekere vezels van een palmsoort], satinet [katoenen satijnweefsel], shantoeng [Chinese tussorzijde], suède [fijn leer], taaitaai [koek van roggemeel en stroop], terracotta [pottenbakkersklei], veronal [slaapmiddel] of misschien zavel [grondsoort met hoog zandgehalte]? De een zei "Bezin u op wat er kan gebeuren. Bezint eer ge begint [archaïsch]." De ander zei: "Hou je vast. Houdt u zich maar goed vast!"

4. De fotografen en de burggraven bedienden de telexen en telegrafen vanuit hun loopgraven. Een spanjolet (espagnolet) is een draairoede om openslaande deuren en ramen te sluiten.

5. De gonjezak of plunjebaal met zijn kloffie [kleren, pak] – gebruikt tijdens de bietencampagne – lag op het kampanjedek [bovenste achterdek]. Twee pinguïns aan boord hadden bonje. De ganja [marihuana] kon niet met gienjes (guinjes – oud-Engels) worden betaald. Dat leek wel een conjuratie – een complot. De spanjool had zijn ponjaard (dolk) hard nodig. De seigneur [aanzienlijk heer], met lorgnet [knijpbril] op, was een verwoed banjospeler [de banjo] en kwam de bagno's [slavengevangenis – het bagno!] met slaven inspecteren.

6. Toen de dauphin [kroonprins Frankrijk] vanachter de gordijnen het tafereel aanschouwde, versterkte dat zijn mea-culpagevoel [schulderkenning – mea culpa]. Zou hij het 'tafeltje dek je, ezeltje strek je'-principe werkelijk kennen [alternatief met streepjes niet logisch vanwege de komma]?

7. Met veel digressie [uitweiding, omhaal van woorden] vertelde de linguïst, dat de Ghanese agnosticus [geen kennis gaat boven onze ervaring uit] in het getto naar het larghetto van de gitaarspeler luisterde. Naast hem lag een sanguinetekening [met roodkrijt] op de gueridon [rond pronktafeltje]. Geguillocheerde [versierd met dooreengevlochten lijnen] bankbiljetten gebruik je niet voor moliken [vogelverschrikker], pezeriken [bullenpees], het afschepen van kratesen [misvormd mens], chiffonnières [hoge ladekast], onlinehandleidingen, plexiglas [zeer doorzichtige kunststof], sapi's [inlands rund] of sapajous [rolstaartapen].

8. Hoe kun je nu ongezien diffamatie (eerroof) plegen door middel van duchtig suffoqueren [suffocatie = verstikking]? In het taalproject bij de re-educatie kwamen uitdrukkingen aan de orde als kopiist [middeleeuwse boekenoverschrijver], ski-jack, ski-instructeur, bijectie (wiskunde: twee 1-op-1 gekoppelde verzamelingen), reuma-achtig, anti-epilepsiepil, privé-inkomen, coöperatie, tetraëder [viervlak],
attaché-eedaflegging, tiercé-uitslag [weddenschap op 3 paarden], een meanderende [bochtig slingeren] aorta, gratuite [onverplicht] gratuïteit [ongegrondheid] en buiigheid. Ook was aan de orde de schrijfwijze van huig-r, IQ-test, tv-kijken [teeveekijken, tv kijken], oudtestamentisch, het pondteken (met symbool: ₤-teken), priesters-dichters,
moeder-oversten, koningin-moeders, yalesloten [veiligheidsslot], een 4-1-zege, co-ouderschap en de trans-Siberische spoorlijn.

9. Het paillette is een soort van zijden weefsel, een palladium waarborgt de veiligheid (van een staat, een recht), je kunt aan iets je pollevieën vegen (het aan je laars lappen), een pullman [oe] is een spoorrijtuig of een bus, tête-bêche is een term uit de filatelie [met de tegengestelde einden of zijden tegen elkaar geplaatst], vazalliteit is een gezagsverhouding tot de heer en villegiatuur is een zomerverblijf. Verwend als in de Duizend-en-een-nacht of met een
auto-met-chauffeurweelde [auto met chauffeur] lijk je vanzelf wel een laat-maar-waaienmentaliteit [laat maar waaien] te krijgen. Hij snuitte [scherpe hoek wegnemen] het hout, zij snoot en stootte haar neus.

10. U beider keus voor de traktatie was de kauri (het kinkhoorntje – eivormige schelp van de porseleinslak, vroeger betaalmiddel) en dus niet het gambir (een heestergewas). De sibillijnse [raadselachtige] sibille [raadselachtige vrouw] was leliaard [aanhanger van de Franse koning – vs. de klauwaards] en franskiljon [gebruik van Frans in België – scheldnaam], maar tevens syfilitisch [met syfilis] en luetisch [met lues] besmet. Een pyloon (mv. pylonen) is een toren of gedenkzuil, een pylon (mv. pylonnen) een felgekleurde kegel [bv. bij wegafzetting], een python een slang en een peristyle een zuilengang.

11. De brique [steenrode] briquet [aansteker] diende om de briketten [brandstof] aan te steken. Helaas vatte ook de kokarde [onderscheidingsteken] op zijn marokijnen [van soort korrelig leer] revers [omslagboord van kleding] vlam en dat alles tijdens de piramidebouw van de soliedste [solide, solider, soliedst – solied, solieder, soliedst] piramide ooit!

12.Het gebruik van de kiel ter aanduiding van het schip is de stijlfiguur synecdoche [ook: pars pro toto – gastvrij dak voor huis, antoniem: totum pro parte – zijn fiets plakken i.p.v. band]. Zloty [een munt] klinkt Pools [PLN] .

13. De jak [rund] komt voor in Azië, de yam [yamswortel] ook? Vast wel. De thuja [uu] is een levensboom, yuca is maniok en de yucca is een sierplant [alfabet!], terwijl de (renminbi) yuan de munteenheid van China is [CNY] en de baht [baat] die van Thailand [THB].

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten