Dictee – dictees [3052]
Column Gendertaal
1. Heel vroeger draaide alles om de man. De vrouwenemancipatie heeft o.a. het vrouwenkiesrecht (grondwetswijziging van 1917) gebracht. Dat proces is nog lang niet voltooid: kennelijk moet de EU door hedendaagse wetgeving afdwingen dat x procent van de top van (grote) bedrijven uit vrouwen moet bestaan. In de taal is het proces bijna voltooid: naast de conducteur kennen we in Van Dale de conductrice en nu ook naast de timmerman de timmervrouw en zelfs naast de stoker de stookster. Dat gaat door tot barkeeper en barkeepster (geen doelvrouw (:-)); alleen vermeldt VD nu bij al die mannelijke vormen m/v/x. De m/v zal u duidelijk zijn, de x, daarover gaat het vervolg van deze column.
2. De x slaat op andere groepen dan m/v. Daarbij speelt het woord gender (sekse) een belangrijke rol. Via Van Dale en dictees ben ik gewend geraakt aan steeds langere termen: van lhbt-problematiek tot lhbt+-gemeenschap en uiteindelijk de lhbtqia+-personen. Daarin staat de l voor lesbienne of lesbische vrouw (lesba, lesbo, mati of pot), de h voor homo of homofiele, homoseksuele man (ook: homofiel of homoseksueel), de b voor biseksuele (biseks, bi, dubbel) persoon (voelt zich seksueel aangetrokken tot mannen en vrouwen), de t voor transgender (transgenderist, transmens, transpersoon, transgenderpersoon) – deze heeft een genderidentiteit die anders is dan het biologische geslacht dat bij de geboorte is vastgesteld op basis van de fysieke geslachtskenmerken, de q staat voor queer (die voelt zich qua sekse nu eens dit, dan weer dat), de i staat voor interseksueel (interseks, intersekspersoon) – die bezit geslachtelijke kenmerken van beide seksen, de a staat voor aseksueel – dat is iemand die ongevoelig is voor seksuele prikkels en de + staat voor ‘overige’.
3. Niet iedereen krijgt dagelijks te maken met al deze zaken. Maar het bestaat allemaal en ik heb dat alleen vanuit taalkundig perspectief toegelicht. Vroeger, toen alleen de m/v-benadering gebruikt werd, draaide alles om heteroseksualiteit (gericht op het andere geslacht) en cisgenders – dat zijn m/v, waarbij hun genderidentiteit overeenkomt met het biologische geslacht dat bij de geboorte is vastgesteld op basis van de fysieke geslachtskenmerken.
4. Laatst ging ik nog bij een dictee het schip in. Ik had moeten opschrijven lgbtq+-rechten, maar ik herkende dat niet (zo werd o.a. de g een h). Weer wat bijgeleerd dus: dit was de Engelse weergave van het begrip en de l staat voor ‘lesbian’, de g voor ‘gay’ (daar ging het dus mis), de b voor ‘bisexual’, de t voor ‘transgender’, de q voor ‘queer’ en de + voor ‘other’.
5. Wat je al niet meemaakt bij een dictee!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten