maandag 12 december 2022

3064 Dictee vrijdag 16-12-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (789)

Dictee – dictees [3064]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 068, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (789)

1. Het meervoud van alderman [èh] is aldermen [ih], van he-man
he-men en de anchorwoman van de tv [uitspraak: tee-vee] heeft als meervoud anchorwomen. De moslima droeg een gazen sluier en een kaffiya [geblokte hoofddoek]. De onzen hebben gewonnen. Wij kennen onze gebreken. De eersten zullen de laatsten zijn. Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. Dorstige mensen worden ook dorstigen genoemd. Van één ding ben ik zeker: er zijn goede en slechte mensen. De goede(n) moeten onder de kwade(n) lijden. Mensen mochten een appel kiezen: allen wezen de rotte af.

2. S of z? Accijnzen, spiesen [ww. VD, GB ook: z], dazen [paardenvlieg], kousen, pausen, praalhanzen [opschepper, snoever], balansen, gemzen, struisen [struisvogels], lansen, Truzen [aanspreektitel homo's] en speciaal excuustruzen, tendensen (ook: tendenzen), lenzen, sinterklazen, pelzen en dozen. De in kamelotten [weefsel] robe [damesjapon] gehulde refugiee [vluchtelinge, man: refugié] kreeg te eten uit een kramakkige (kramakkelige – gammele – wrak, wrakkemikkig, krakkemikkig, krikkemikkig, krakemikkig) gamel [etensblijk, soepketel], waarna zij onwel werd. Om abstruse [duister, gewrongen, gezocht] redenen was hij een weergase [drommelse] kwajongen, eigenlijk een stuk schoelje (fielt, schurk, vlegel).

3. Een escadrille is een groep vliegtuigen, een eskader een smaldeel van een oorlogsvloot oftewel een squadron en een espadrille een sandaal. Een vrille is een tolvlucht, een vrimibo (vrijmibo) een vrijdagmiddagborrel. Met brille [virtuoze begaafdheid] had hij een brillantinekop [glanzend hoofd] en een briljant [zekere diamant] in zijn zegelring.

4. Gewone morielje is een zakjeszwam en groeit in loofbossen op kalkhoudende ondergrond. Manille is een zeker kaartspel, maquillage is het schminken of de make-up en een polje is een laagte.

5. Een quadrille is een contradans voor vier personen; een paillet is een clairet, een lichtrode, droge wijn. NB clairette slaat op witte druif of wijn! [kort – lang = rood – wit – ook: alfabetisch!] Pluissel komt van pluizen en is plucheachtig, verglaassel komt van glas en is glazuur.

6. Het reliquiarium bevatte een reliek oftewel een relikwie [overblijfsel gestorvene]. Op quadragesima [zesde zondag voor Pasen] werd deze er penages (behoedzaam) uitgehaald. De gecheckte cheque was echt. De croquetspelers [houten stok, bal, poortjes] aten een kroket. Als je de etiquette niet kent, krijg je een ongunstig etiket opgeplakt. De plak koek veroorzaakte plaque [ook: plak, VD] op de tanden.

7. Terwijl de presentator de tekst van zijn autocue [afleespanel, teleprompter] las, stonden de biljarters in de queue om te gaan keuen. De foerage [voer, levensmiddelen] met onder andere fourrés [koekje met middenlaag crème] werd verzorgd door milva's [lid Milva = Militaire Vrouwenafdeling] met fourragères [schouderkwasten met koorden op uniformen].

8. Een quidam [snuiter], die ook nog querulant [ziekelijk klager] is, hoeft niet altijd een quodlibet [mengelmoes, allerlei] van onzin te debiteren. Reüsseren [slagen] leidt tot een réussite [succes]. Een trassant [trekker van een wissel] zal meestal trasseren en is dan te traceren [op te sporen].

9. Hoe krijg je een uiteraard man(ne)lijk mannenlijk in den vreemde, ondanks ambtenarendom en gendarmedom [n/s], hier begraven? De placide [nerveus, zenuwachtig] koekepeer [onhandig persoon] grabbelde in zijn paperassen naar de gegevens over de kruizemunt [plant, aarmunt].

10. Hé poppelepee, mijn poppedeine, mijn snoezepoes, mijn meizoentje, wat scheelt eraan? Woorden van vreemde herkomst moet je heel zorgvuldig opschrijven. Denk maar aan: crime passionnel [passiemoord], lion(ne) du jour [held(in) (leeuw(in)) van de dag], méthode traditionnelle [mousserende wijn buiten de champagnestreek, erbinnen = méthode champenoise], questionnaire [vragenlijst enquête] en stationnement [standplaats ambtenaren – maar: stationeren].

11. Andere voorbeelden zijn: aficionado's – bewonderaars, stationeren, spionnetje en ionen. 'Straten die uitgeven op de Grote Markt', is een typisch uit het Frans vertaalde uitdrukking. N of nn? Ananas [vrucht], rammenas [idem], canope [lijkvaas + n], menestreel [= minstreel], pinakel [torentje, ook: fiaal, fioel], evennaaste [medemens], galonneren [met galon beleggen], galonnen [het, de, ook: galons = mv. van een zeker weefsel].

12. In de Tour de France vind je Tourrenners. Wil je langoest [hoornkreeft] of langoustine [kleine of Noorse kreeft, nieroogkreeft]? Zijn touristclass en toeristenklasse allebei goed Nederlands? Ja! De louche [onguur] leperd [slimmerd] bekeek het neppertje [antiekhandel: vervalsing] onder de loep. De moefti [islamitisch rechtsgeleerde die het recht heeft om fatwa's uit te vaardigen] fokte maraboes (maraboet, kropooievaar) en deed een oekaze ((streng) hoog bevel) uitgaan, dat daar geen poelet [soepvlees – poulet = kip, kuiken] van gemaakt mocht worden. Ze mochten dus niet in de soep lopen(!). In haar pompadoeren [zekere stof] rok zat zij op de taboeret [krukje] tamboerijn [rinkelbom, kleine handtrom] te spelen samen met de tambour-maître
[tamboer-majoor] . Die deed aan jiujitsu [Japans worstelen, zelfverdediging], maar of hij daarmee ook een hippopotamus [nijlpaard, log persoon] aankon?

13. Een apollinische [lijkend op Apollo] gestalte is niet dionysisch [lijkend op Dionysus], verre van dat. Kan je een aperçu [kort overzicht, schets, resumé] maken van het Bijbelboek Apocalyps(e)? De chiqueling had een maroquinerie (handel in marokijnwerk; marokijn = zeker leer). Papillotten [papiertje bij dames in het haar] en superplies [r.-k.: koorhemd] verkocht hij dus niet.

14. Equinoctiaal slaat terug op equinox [dag-en-nachtevening], equivoque is dubbelzinnig(heid), laqué is gelakt, een quatern is een serie van vier nummers in een loterij, een katern is een deel van een boek, een toque is een dameshoed en toqueren is schilderen. Veel over zichzelf praten kan ook een middel zijn om zichzelf te verbergen (Nietzsche).

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten