Dictee - dictees [0429]
Groot Dictee van Sint Anthonis 2014
Wij zijn strontziek en hebben stront zat
1. Op een doordeweekse dag besloot ik niet met een van mijn twee deux-chevauxtjes en ook niet met mijn crossfiets naar Landhorst te gaan om daar een glas cola of een glas Rivella [nog merknaam] te drinken maar ik croste en mountainbikete naar dit unieke dorp via halfverharde wegen door de bossen waar een afgetopt boompje mij meteen opviel.
2. Ook werd mijn aandacht getrokken door een strontzat, afgetobd mannetje dat in dit buiig sinterklaasweer vergezeld werd door een gepiercete, getatoeëerde en in een miniem bikinietje geklede jongedame die met haar melkchocoladebruin lichaam een pirouetje ten beste gaf.
3. Halverwege kwam een verliefd leporidestel [haas x konijn]voor mij huppelen dat hiermee op een schlemielachtige manier solliciteerde om op Vaderdag tijdens een vollemaansnacht door een gediplomeerd meester-kok als een meesterwerk op culinair gebied gebarbecued te worden.
4. De Landhorstenaren lijken een in- en ingelukkig leven te leiden maar dit is zotteklap en kletsica want het dorp lijdt behoudens aan doorsneeproblemen meer aan het dreigend verdwijnen van koninginnenpage, daas en hoornaar door typische plattelandsgeuren.
5. Het faillissement van een gigantisch, wereldwijd gerespecteerd transportbedrijf was geen fakeverhaal en wierp menig gezin in het pikkedonker waardoor Jan en alleman en ook mijn oudoom, oud-lid van de dorpsraad, na veel geëtter suizebollend en met gestylede haren het moede hoofd in de schoot legden.
6. Alsof deze ramp nog niet voldoende was, werd Landhorst geselecteerd om een mestverwerkend bedrijf op zijn grond te krijgen; juist daar waar de natuur niet alleen luxueus maar zelfs luxurieus haar schoonheid showt.
7. Landhorst houdt niet van bullebakachtig protesteren; op een humoristische, ludieke, soms cartooneske wijze wordt er gebakkeleid over de stank van stront en de overlast van tientallen tankauto’s die de wegen in de contreien van Landhorst onveilig zullen maken en ruïneren.
8. Zelfs de stoïcijnse turfsteker die waakt over dit dorp, bidt geen Frans Paternoster [vloeken]; hij laat zich niet peeën door wel of niet loze geruchten over niet-verteerbare situaties want hij staat zijn mannetje met zijn koperen kruiwagen ondanks de stank, gevreesd door pietlutten en pietjes-de-voorste.
9. Een eventuele komst van de mestverwerkingsfabriek kan en mag het zeventigjarige Landhorst met zijn bosrijke omgeving, met zijn paradijselijke natuur en met zijn bewoners die tezamen bouwen aan hun geluk nooit ofte nimmer te gronde richten; de parel van de Peel moet blijven schitteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten