Dictee – dictees [2215]
Oefendictee 653 OUD, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee van de dag (204)
1. Dat is as large as life and twice as natural: levensgroot en dubbel zo natuurlijk. A solis ortu usque ad occasum: van zonsopgang tot zonsondergang, à son aise: op zijn, haar gemak, à son goût: naar zijn of haar smaak. De kunsten: ars aequi: het recht, de rechtspraak, ars amandi: de liefdeskunst, ars artium omnium conservatrix: de kunst die alle andere bewaart, te weten de boekdrukkunst, ars clericalis: de schrijfkunst, ars gratia artis: de kunst omwille van de kunst, als principe (l'art pour l'art), ars moriendi: de kunst van het sterven, met name als boektitel, art brut: primitieve of pseudoprimitieve kunst, art deco: artistieke stijlrichting uit de jaren 10 en 20 van de twintigste eeuw, min of meer ontstaan als reactie op de jugendstil of art nouveau, met name gekenmerkt door strakke en eenvoudige vormgeving, arte conservatus: door kunst behouden, bewaard, art engagé: tendenskunst en arte povera: soort minimal art.
2. En ook: arte, non vi: door kunst (beleid), niet met geweld, artes liberalis: de vrije kunsten (grammatica, retorica, dialectica, aritmetica, geometrie, astronomie en muziek) en arti et amicitiae: aan kunst en vriendschap gewijd. Hé, asymptoot [doubleur KMA], hoe was het assaut [jaarfeest, bal] dit jaar? Alfastralen noemen we ook a-stralen. Die krasse grijsaard is nog buitengewoon sthenisch [krachtig, vitaal]. Zij is mijn associee [vennoot, compagnon], hij mijn associé, mijn associeetje. Een atlant is een telamon [dragende mannenfiguur]. Die Grote Spellinggids van Van Dale stikt van die buitenlandse uitdrukkingen: a suo arbitrio (naar eigen inzicht), asylum ignorantiae (toevlucht voor onwetendheid), a teneris (annis) (van kindsbeen af), a tergo (van achteren, in de rug), à terme (op het verwachte tijdstip, op de uitgerekende datum), à tête reposée (bedaard, rustig – over iets nadenken, overleggen), à titre personnel (op persoonlijke titel, als privépersoon), at home (thuis, vgl. athomegevoel) en attacher le grelot (de kat – de bel aanbinden).
3. Hij lijdt aan atherosclerose (arteriosclerose). Is een attache (toevoegsel) een attachment (bij e-mailbericht)? Nee, dus. Volgens mij torst die vrouw (zij is attachee) een attachékoffer. Daar gaan we weer: à tout hasard (in elk geval), à tout prix (tot elke prijs, wat het ook koste), at random (willekeurig, gerandomiseerd), atrium mortis (voorportaal, voorbode van de dood), carbone (atro) notare (iets – zwart afschilderen – niet meer in VD), à trois (met z'n drieën), attestatie de vita (bewijs of akte van in leven zijn), au bain-marie (methode om te verwarmen), au banquet de la vie, infortuné convive (rampzalige gast aan de dis van het leven), au bout de son latin (aan het eind van zijn Latijn), auch eine schöne Gegend (ook een mooie streek), au contraire (integendeel), au courant (op de hoogte), auctor intellectualis (aanstichter van enig misdrijf), auctoritate sua (op eigen gezag), audax Japeti genus (Prometheus), au fait (op de hoogte), au fond (eigenlijk) en auf Wiedersehen: tot ziens.
4.
Hij is een geestig, attisch (vernuftig),
kereltje, en kruidt zijn taal nogal eens met Attisch zout (fijne
geestigheid). Het auralezen
[emoties,
karaktertrekken en fysieke gesteldheid aflezen aan iemands aura =
fijn-stoffelijk of vluchtig omhulsel]
is populair. Hoe krijg ik geld uit het August Vermeylenfonds? Don't
shoot the pianist, ik doe mijn best en ben ook maar de boodschapper:
au grand complet (voltallig),
au grand sérieux (in
volle ernst), au gratin
(gegratineerd),
au naturel (rauw
of ongekookt dan wel zonder toevoegingen die de smaak beïnvloeden),
au pair (tegen
kost en inwoning, zonder verdere vergoeding),
au pied de la lettre (letterlijk),
au porteur (aan
toonder), aura popularis
(veranderlijke,
onzekere volksgunst), aurea
mediocritas (de
gulden middelmaat), aureo hamo
piscari (met veel
inspanningen iets onbeduidends tot stand brengen),
au revoir (tot
ziens), auribus lupum tenere
(niet voor-
en niet achteruit kunnen, in grote verlegenheid zijn),
auri sacra fames (de
vervloekte honger naar goud) en
aurora borealis (noorderlicht).
5.
Verder: aurora australis (zuiderlicht),
aus der Tiefe seines Bewusstseins (uit
de diepte van zijn bewustzijn),
aus einem Guss (uit
één stuk, een volmaakt en afgerond geheel),
aut nunc, aut nunquam (nunc
aut nunquam: nu
of nooit,
dacht de nonmoeder),
au sérieux (in
ernst, als ernst), auspicio tuo
(auspiciis tuis:
onder uw auspiciën, uw leiding of bescherming),
aut omnia, aut nihil (alles
of niets: een
aut-omnia-aut-nihilpoging),
autos epha (hijzelf
– de meester – heeft het gezegd),
au vif (sprekend),
aux âmes bien nées (bij
hooggeboren zielen, niet meer in VD),
aux fines herbes (met
geurige tuinkruiden), auxiliante
Deo (met Gods
hulp) en à vue, a vista (op
zicht).
6.
Ook nog: aux petits soins (attent),
a verbis ad verbera (van
woorden tot klappen, tot handtastelijkheden),
a vinculo matrimonii (van
de band des huwelijks – gescheiden),
avoirdupoids (een
zeker gewichtsstelsel), avoir
toute honte bue (de
schaamte voorbij zijn), à vol
d'oiseau (in
vogelvlucht), à volonté (naar
willekeur, naar believen) en à
vos ordres (tot
uw orders, tot uw beschikking).
Ik vond ook nog een rijtje met 'avant': avant-corps (voor
de hoofdgevel oprijzend min of meer zelfstandig gedeelte van een
gebouw, verder uitspringend dan een risaliet),
avant-garde (jonge
generatie van kunstenaars die met nieuwe vormen experimenteert),
avant la lettre (afgedrukt
voordat de prent van het onderschrift is voorzien),
avant-première (voorpremière),
avant-propos (woord
vooraf) en avant-scène
(voorgrond van het
toneel, tussen scherm en voetlicht).
De termen 'ayurvedisch' (volgens
de ayurveda, traditionele Indiase gezondheidsleer)
en 'axminster' (tapijt)
bespaar ik u.
7. Een pielenman (haalt cassettes uit gekoelde oven) is meestal gekleed, een pieleman (penis) juist niet. De piemonteses (Italiaans) zijn van oorsprong Italiaanse vleesrunderen. Piepschuim is geëxpandeerd polystyreen. Grote of Lange Pier, (in het Fries: Grutte Pier) was een Friese vrijheidsstrijder. De Piëriden zijn de muzen. Ik vind je eruitzien als de dood van Pierlala. Hij moet naar de piesemopsantee (verbastering van puis-je m'absenter – toilet). Zij stinken als de pieten [luizen]. Met Pieterbaas wordt Zwarte Piet aangeduid. Is een pietje hetzelfde als een Pietje bedroefd? Ja, ook: zevend'halfje. Een pifont is een font dat bijzondere (letter)tekens bevat. Een giclee is een piëzografie [zekere kunstdruktechniek]. Deze jeruzalemmer (appel) kun je eten, ook als je geen kannibaal bent. In de PIGS-landen [Portugal, Italië, Griekenland en Spanje] was de economische crisis het zwaarst. Piis manibus: aan de zalige schim, de nagedachtenis (van de genoemde). De Zusters van het Arme Kind Jezus (Sorores Pauperis Infantis Jesu) worden aangeduid met P.I.J. Een peilstok zit in een peilkoker.
8.
Je hebt de noordse en Kuhls pijlstormvogel. Hij geeft de pijp aan
Maarten (het
opgeven, sterven). De wereld is
een pijpkaneel …(alleen
bij het spreekwoord, anders: pijp kaneel).
Zij is nu ook al aan het pijproken geslagen. Aan een blussende
lullenman [brandweer]
heb je meer dan aan een lulleman
[vervelende
babbelaar]. Mooi, die
pijpjes-lak
[kamerplant].
Het zit in de pijplijn (VD,
GB ook: pipeline). Zit niet te
pijpzeiken [zeuren].
Hij is een echte corpspik (studentencorps).
Pikkedillen zijn kleine zonden of
misslagen (vergelijk:
peccadille en peccavi: ik heb gezondigd).
De pil van Drion is de drionpil (stervenspil).
Bij het pilates worden zowel lichaam als geest geoefend. Op de
Pilatustrap (in
het Lateraan in Rome) kun je een
aflaat verdienen. Wat ben jij een lelijke pilatus (valsaard),
zeg. Ze had een pillbox [dameshoed:
plat rond doosje] op. Twee pina
colada [cocktail],
graag. Hoe spreek je 'pilstrip' uit [geen
bieruitje ...]? Een
pince-sans-rire is een droogkomiek. De pinot blanc, noir en gris
(grigio)
zijn wijnstokken, pineau is een likeurwijn. Niet alleen Pinokkio
heeft een pinokkioneus. De school werd
gepint [versierd]
met bloemen, de rekening werd gepind.
9.
Een piñata [met
snoep gevuld] moet stukgeslagen
worden. Een primus inter
pares is een pip.
Hij lijdt aan het piriformissyndroom [pijnlijk
stuitbeen]. Een pishtak is de
centrale toegangspoort van een karavanserai. Ik ben behoorlijk pissed
[erg boos, kwaad].
Pitch-and-putt [vgl.
pitch-and-run]
is een van golf afgeleid spel. Zij drinken pisang ambon
[groene
vruchtenlikeur]. De pittura
metafisica is een beweging in de Italiaanse schilderkunst van
1915-1919. Ook 'plaatstaal' verdient eigenlijk wel een
koppelteken. Più allegro: sneller, più forte: harder, krachtiger,
più mosso: vlugger, opgewekter, più
piano (p.p.):
zachter en più stretto: korter, sneller, haastiger. Au pis-aller:
in het ergste geval. Een remplaçant remplaceert [vervangt].
Place aux dames: maak plaats voor de dames. Een neppil geeft een
placebo-effect. Pladijzen (pladijs)
zijn schollen. Een place to be is een hotspot. Een stukadoor maakt
stucwerk. Wat deed een eerstegraadsleraar met plage-uren [BE,
onbezoldigd]? Eenstemmige
koorzang is plain chant. Plaît-il (wat
belieft, wat zegt u?)?
10. Plaisir de vivre is douceur de vivre [het zachte genot van het leven], duidelijk, toch? Bij parkinsonpatiënten [ziekte van Parkinson] komt vaak het pisasyndroom [zijdelingse standsafwijking van de romp bij parkinsonpatiënten] voor. Waar is het Groot Plakkaatboek te koop [te zien in het museum ...]? De tekoopstelling van dat huis verbaast me. Het plan B was niet het plan-Lubbers. Het CPB is het Centraal Planbureau. Een planchette [tafeltje, 3 poten, derde is potlood] heeft een potlood, een planchet [smalle plaat boven wastafel] niet. Deze boeken zijn plankklaar [in de bieb]. Doe het maar planplan [in Indië: zachtjesaan]. De plantenanatomie heet ook wel fytotomie. Arteriosclerotische plaques [vet op wanden slagaders; arteriosclerose = atherosclerose] zijn onwenselijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten