Dictee – dictees [2877]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee OUD 184, geheel herzien naar situatie 2022
Dictee van de dag (673)
1. Een
liefhebberijknecht is een verbastering van livreiknecht. Liegers en
bedriegers zijn het, die auguren [voorspellers,
vogelwichelaars]. Een lieuw
(gewestelijk)
is een scholekster. Een light verse behandelt een luchtig onderwerp –
en wordt dus gemaakt door een lightversedichter(es),
maar een ligue is een verbond. De dichter Jacob Cats wordt geciteerd
met het gezegde: "De mens lijdt het meest, door 't lijden dat
hij vreest, maar dat nooit op komt dagen." Van de vrouw werd een
portret ten halven lijve (een
buste) gemaakt, maar toen haar
man haar de kleren van het lijf bleef kijken, belandde ze in een
blijf-van-mijn-lijfhuis. Ze had wel lijfelijk (corporeel)
contact met haar nieuwe vriend.
2. Waar moeten we de Lijfssprekende (niet in wdb.) Lijflanders (de Lijven, die niet in wdb.) situeren? Lijkenvet is adipocera (adipocire) en lijkkleurig is kadavereus. Rigor mortis is lijkstijfheid, een canope (asurn) is een lijkvaas. Hoe groot was trouwens die canopeninhoud? Wat ben jij een lijmepoep [zeurkous], zeg!
3. Via lijmsnuiven wil je high worden, maar vlieg niet op het lijmstokje [zich laten verlokken]. Zitten wij op één lijn?
4. Ken je de zinsnede 'klein vogelijn [vogeltje], op groene tak'? Bij het linedancen [laajn] voer je een lijndans [lein] uit [ook: lijndansen] Een lijngravure is een taille douce. Een lijnkaart is een kaart met magneetstrip voor betaling in de bussen en de trams van de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn. Jan die sloeg Lijsje en Lijsje die sloeg Jan [overtollige herhaling]. Wat is erger: een lijsje-albedrijf [bemoeial – ook: lijsje-albedil of lijsje-albedril] of een lijsje-weetal [weet alles beter – vgl. jan-weetal]? Een encadreur is een lijstenmaker. Wat gebeurt er op een lijstersmidse [steen waarop lijsters een slakkenhuis stukslaan]? Laten we elkaar geen mietje of Lijzebet noemen [dingen dus zeggen zoals ze zijn]. Schoenmakers gebruiken een likbeen (astic, strijkbeen). Hij liep te likkebaarden, te watertanden.
5. Om der wille van de smeer, likt de kat de kandeleer [om iets te krijgen]. Duimelot [duim] en likkepot [wijsvinger] zijn verwant. Likorette [verloflikeur] wordt vergunningloos en vergunningsvrij verkocht. Heb jij nog veel lilangeni's over uit Swaziland [SZL]? In Lilliput wonen de (echte) Lilliputters, de lilliputvrouwtjes wonen er in lilliputhuisjes. Een lime (een limmetje) is een citroen.
6. Met de limo [limousine] werden ze naar de limousins [runderen] gebracht. Lindaan is gammahexachloorcyclohexaan. De lindebloesemtheeschenkerij bevond zich in de T-boerderij. De Lineair B-ontcijfering leverde niet linea recta een Nobelprijswinnaar op. Het Lingala is een Bantoetaal in Congo, het lingala is een muziekstijl aldaar. Lingua toscana in bocca romana is oorstrelend. Het betreft het fraaiste Italiaans. Pleeg geen genocide, maar zeker geen linguïcide! De Nieuwe Hollandse Waterlinie heette vroeger de Utrechtse Linie.
7. De lijper(d) was een lijpo, een lijpkikker, zelfs eigenlijk wel een lijperik. Wees geen vent van likmevestje, voer eens een lik-op-stukbeleid! Het terracottakleurige beeldje van terracotta stond in de vestibule van het grand café, waar de catenaccioploeg na de heenwedstrijd genoot van de panna cotta (panna-cottapudding) – hadden ze niet liever mattentaart (een Vlaams gebak) – na het echec van de choquante (shockerende), shocking draw [gelijkspel]?
8. De vluggerd – verkleinwoord: vluggerdje – speelde met zijn maat een vluggertje [bij het schaken]. Sinds 17 december 2008 (Groot Dictee der Nederlandse Taal, GDNT) kennen we nu toch wel het scapulier (schapulier) van de Berg Karmel, want daar drinken monniken veel eau des carmes (karmelietenwater), naast geuzelambiek, als ze niet gehinderd worden door aan spleen, weltschmerz (taedium vitae) lijdende pelgrims, bij wie ze soms de wapens uit de gebronsde handen slaan?
9. Een jas kun je omslaan en een bordje 'te huur' kun je aanslaan. Guacamole is een puree van avocado met ui, crème fraîche en tabasco, geserveerd als vulling van tortilla's en als dipsaus bij taco's. Over asbest en asbesthandschoen gesproken, gewoon asbest heet ook wel steenvlas (amiant), blauw asbest heet crocidoliet, bruin asbest amosiet en wit asbest chrysotiel.
10. Kunnen confituren (in Vlaanderen) in een confituurpot [jampot] zitten? Loop naar de duivel en de hel met je beauté du diable [de schoonheid van de jeugd, die met de jaren verdwijnt]!
11. Knijp je ertussenuit? Ga je ervantussen? Kun je er niet vantussen? Rabies theologorum [razernij der theologen] hoeft niet altijd samen te gaan met rabiës [hondsdolheid] van je foxterriër. Een boerka is ook een ronde viltwollen mantel der Kozakken en Kaukasiërs. Hoeveel Oostenrijkse schilling was de Engelse shilling vroeger ook alweer waard? Het barstte van de kynologen in het cynodroom. De term draconisch komt niet van Dracula met zijn draculagebit, maar van Drakōn, de eerste zeer strenge Griekse wetgever. Pi, het ludolfiaans getal, is genoemd naar Ludolf van Ceulen: drie komma je weet wel [bij bekend zijn, indien onbekend: je-weet-wel].
12. De lullenman bij de brandweer bleek een praatgrage lulleman te zijn. De zwarte els is de sporkeboom (nee, niet: de lorkenboom, de lariks). De bast daarvan bevat een laxeermiddel, vergelijk – met metathesis (metathese) – 'sporke' met het eerste lid van sprokkelmaand. De botsing op het raccrochement [klein spoorwegemplacement] had beslist niet veel weg van een raccroc [geluksstoot in het biljartspel].
Geen opmerkingen:
Een reactie posten