Dictee – dictees [2846]
NB 2798 is flink aangepast!
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee OUD 201, geheel herzien naar situatie 2022
Dictee van de dag (656)
1. Er
zijn nogal wat schonen: de schonen-bij-dage
(purperwinde),
de
schonen-bij-nachte
(nachtschone,
wonderbloem, jalap)
(deze 2
niet meer in VD), de schonen
van Boskoop (goudrenet)
en de schonen uit het Westland
(perziksoort).
De rozenvingerige (roosvingerige)
dageraad is genoemd naar rozenrode [als
een roos] vingers, dus niet naar
rozerode [= roze,
roze-rode betreft 2 kleuren]
vingers. Rondelang(!)
hield de demarrage stand. Kun je een [in
letters] toptienspeler misschien
beter [in cijfers]
schrijven als top 10-speler? Tijdens de rijtoer met hun eigen gerij
voerden zij eet- en drinkgerei mee. Het bourgeois kereltje en de
bourgeois bourgeoise maakten samen deel uit van de bourgeoisie. De
vorige zin was een pennenkraker. De
vrouwen waren doeken met haviken erop
aan het batikken. Wilden we de paria's
beneficiëren of ons juist van hen distantiëren? Het vastenavonden
is Vastenavond houden. Door een raad van elf, hofdames en
dansmariekes is Prins Carnaval omgeven. Het te kort zijn van hun
lontje leidde de hooliganschare (geen
tussen-s: vergelijk: ruiterschaar)
ertoe, hun medesupporters te laten lijden onder hun degoutante
wangedrag, hun CD (conduct
disorder).
Toen zij tussen de pensees [viooltje]
van hun pencees [amandelgebak]
genoten, presteerden sommigen het toch nog om op Bargoense wijze te
vermontevioleparken, te sjacheren. De grand-prixwedstrijd ging
om de grandslamtitel of grootslemprijs. Het was een flinke tour de
force om alle pianootjes gepolitoerd te krijgen. De afkorting in Van
Dale van de Koninklijke Marechaussee
is KMar.
2. Het
eigenlijke koekeloeren doe je vanuit een
slakkenhuisje. Heb je de aloëetjes al
beregend? "Ga jij maar buiten spelen",
zei de trainer-coach tegen de buitenspeler. De lcd-tv's waren
goedkoop. In de
prijs-loon-prijsspiraal verliest de arbeider het
altijd van de middenstander. Zou deze gedachtesprong
rust geven? Was het een rustgevende gedachte? Wat zit er in een
halvemaanvormige lunula in de monstrans? Wel, de
getranssubstantieerde hostie! De provocante remplaçant van de
snoepfabrikant was als sollicitant naar de vacante baan significant
in het voordeel. Daar was hij, tevens straatmuzikant en praktikant,
en er faliekant van overtuigd, toen hij zittend aan de cirkante tafel
nog een krokante hap uit de eigen snoepdoos nam, dat dit het einde
was. Hij was zijn bermuda(short)
niet vergeten toen hij de Bermuda-eilanden bezocht. Na het
wildparkeren bezondigde hij zich ook nog aan wildplassen. Nu zijn de
n'en (n's)
en het n'etje aan de beurt. Ach Pietje, geef tante-n-eens een
kusje! We zagen hier de hiaatdelger. Beter een naë buur dan een
verre vriend. Na dezen (vero:
nadezen) gaan we verder. Het was
na Christus' geboorte, na Christus dus. Bedienenden moeten voor- of
na-eten. Het getal van Avogadro heeft als symbool NA (ook
wel: L).
3. In een
naaischool kun je naaien of naaien. Daar stond hij dan in al
zijn nuditeit in zijn nakie. Een streaker is in goed Nederlands een
naaktloper. De naald van Cleopatra is een lelieachtig
plantengeslacht. De cantilever is een naaldhouder. Kent u de
oplossing van het naaldprobleem van Buffon? In de keuken lagen
naaldvilt tegels. In Gods naam is een woord meer dan in godsnaam. In
naam des Konings – vanwege de staatsrechtelijke Koning, we hebben
ooit ook nog een Koning-Stadhouder gehad – of in naam van
Oranje, doe open de poort! De machiavellisten
volgen de verwerpelijke leer van Machiavelli.
Met Naamse [uit
Namen] steen brandt je werkgever
kalk. Die casus [naamval]
heeft vier verschijningsvormen: nominatief [nominativus,
onderwerp], genitief [genitivus,
bezitsvorm], datief [dativus, meewerkend
voorwerp, derde naamval] en accusatief [accusativus,
lijdend voorwerp, vierde naamval]. De schilder portretteerde
een naakt naarsje (niet
meer in VD: sneeuwklokje). Dat
was de naastbeste oplossing. De spits zou naastschieten [vgl.
raak schieten met een raakschot].
Die nabal was nors en goed in het nabauwen. Een nabestaande is een
niet-verre [niet verre]
bloedverwant (echter
ook: achterblijver na iemands dood),
maar een nabi is een profeet van Allah. Een nabob [vorst,
koning, rijke] zal toch meestal
geen kind van Naboth [stijfkop,
naar Bijbelse figuur]
zijn? Vaak gebeurt het 's nachts: denk maar aan de nacht der
girondijnen [door
jakobijnen vermoord], de nacht
van Wiegel [kabinetscrisis],
die van Schmelzer [val
van kabinet] en de nacht van de
lange messen [1934,
bloedbad Hitler]. Met hemeralopie
(nachtblindheid;
antoniem: nyctalopie = dagblindheid)
zie je 's nachts niks. De nachtcactus is de koningin van de nacht. De
Hollandse nachtegaal is een kikvors en de Milanese nachtegaal is de
bijnaam van Bianca Castafiore. Er is ook een noordse nachtegaal. De
oneirodynie is als een nachtmerrie voor me. De nachtschone (jalap)
is aangenaam van geur. De nachtschonenfamilie
behoort tot de tweezaadlobbigen. De verhalen uit [cijfers]
1001 Nacht zijn de Arabische nachtvertellingen (ook:
Duizend-en-een-nacht). Je ziet
het aan mijn mailtjes, ik ben een nachtdief, al ben ik niet Lucifer,
de vorst der duisternis. Op een germanisme als nachwuchs
(nieuwe
garde, jonge garde) zitten we
hier niet te wachten. De nachtwacht bewaakte de Nachtwacht. Het
naadje in de broek van onze naber was vet naatje (=
naatje pet).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten