donderdag 21 april 2022

2687 Dictee zondag 24-04-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (553)

Dictee – dictees [2687]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 304, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (553)

1. De afkorting van hectare is ha [uitspraak: voluit], die van Heilig Avondmaal H.A. [uitspraak: voluit]. De kinderen die je zoekt, zitten op de haagschool [ze spijbelen]. Ze aten haaienvinnensoep, ze verzamelden haaientanden. Een haarfollikel is een haarzakje. Een haflinger is een paard, hafnium [Hf – uitspraak: voluit, 72] is een chemisch element. Het hakbijlcomité is een typisch Belgisch-Nederlands orgaan [snoeien, hakken in de begrotingen van de ministeries]. Een huis-aan-huisblad (afkorting: h.a.h.-bladuitspraak: voluit) wordt huis aan huis bezorgd. Een hoya is een altijdgroene wasplant. De swastika is het hakenkruis, embleem van de Duitse nationaalsocialistische partij.

2. Een hakkenei is een telganger, vroeger meest damespaard. Een extirpator is een hakploeg (die voetbalt niet). Een halbstarke is een nozem. Heeft Onze-Lieve-Heer hem gehaald? Halen en betalen is cash-and-carry. Zelfs al heb je al achttienenhalve kilo verspeeld: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Halfambtelijk is semiofficieel. Halfbeschaafde volken leven met halfbegrepen wijsheden. Wat zijn halfgestevelde [= halfwitbeen, bnw.] paarden ? De halfnomaden trokken halfnaakt rond. Een halfreliëf is een demi-reliëf. Het halfsteens muurtje was het resultaat van halfsteensmetselwerk. Halfverheven is bas-reliëf. Wantsen behoren tot de halfvleugeligen.

3. De tafel was met halfzijden damast gedekt. Op de veiling wint de hoogstbiedende. Hij vertrok halsoverkop, halje travalje. Het grote hallel omvat een aantal psalmen. Hallali is een jagerskreet. De hallelujabrigade is het Leger des Heils [LdH]. Een hallenkerk is een zekere gotische kerk, een hallentoren is een belfort. Je hallux (meervoud: halluces) is je grote teen. Wat heeft een
halogeen-zilververbinding met het halo-effect te maken? Niets. Een foulard is een halsdoek. Na een whiplash moet je meestal een halskraag dragen. Een halskwab bij rundvee is een kossem.

4. Er is een Australisch wier dat Venus' halssnoer heet. In Nederland staat Halt voor Het Alternatief. Zegt dat genoeg? Nou, vooruit dan: een Halt-bureau regelt alternatieve straffen voor jeugdigen tot 18 jaar. Wilt u hen mijnerzijds, mijnenthalve, groeten? Een hamada is een rotswoestijn, een hamadryade een bosnimf. Een hamam is een oosters badhuis, een hamamelis een toverhazelaar. Het vreugdebetoon over de ondergang van een belager of tegenstander, een hamansfeest, is genoemd naar een synoniem van Poerim (Hamansfeest – Haman wilde alle achtergebleven Joden laten doden, maar werd zelf opgehangen). Als je hamansoren eet, nuttig je kiesjeliesj. Een Kaapse hamel is een albatros. Met een bouchardeerhamer (bouchardhamer) bewerk je natuursteen en beton. De Poolse hamer is een soort van hamerschelp, de hamer van Thor is het tongbeen van schapen. Hou nou eens op met dat voortdurend hak(ke)takken!

5. Een halfcast is een halfbloed. In die halfpipe kun je skateboarden. Geeft een halfstamboom alleen de genealogie van vaders- of moederszijde? Nee, gewoon een boom! Een halofyt gedijt op sterk zouthoudende grond. Halitose is onwelriekende adem: een colgateglimlach kan die niet verhullen. Halloumi is kaas van Cyprus. In een tabagie kon het publiek tabak komen roken. Vliedbergen vond je vooral in Zeeland. Je kunt er een zwanenmeer mee vullen: de Agrippijnse zwaan (Vondel), de Mantuaanse zwaan (Vergilius), de Thebaanse zwaan (Pindarus), de zwaan van Avon (Shakespeare), de zwaan van Vaucluse (Petrarca) en de zwaan van Kamerijk (Fénelon).

6. Een joppie is een licht karweitje. Karel zal wel weer Joppie zijn [het kind van de rekening, slecht wegkomen]. Bij Sail Amsterdam mochten ook allerlei pieremachocheltjes van bootjes meevaren. Pak jij de fondueset [znw., bij ww. ook: fonduset] even, dan gaan we fonduen. Of wil je liever barbecueën? Een hamergravure is een stippelgravure (opus mallei). Ze speelden hamertje-tik. De (c)hamieten maken deel uit van een hoofdzakelijk in Afrika aangetroffen, niet-zwart mensenras. Dat spreekt de (c)hamitische talen. Doe mij maar een ham-kaaspannenkoek. Een karavanserai is een Turkse herberg voor karavanen. De meeste inwoners van China zijn Han-Chinezen. De ene dienst is de andere waard (de ene hand wast de andere): manus manum lavat. Je moet meneer niet je linker-, maar je rechterhand geven. De voetballer had een goede linker [voet om te spelen, schieten]. Ter hand stellen [terhandstelling] leidt tot ter hand nemen [terhandneming].

7. Anders gezegd: een terhandstelling leidt tot een terhandneming. Het bijdehandste bijdehandje (dat bijdehante(!) knulletje) nam het paardje bij de hand. Bij het paartje dat hand in hand liep gingen geestelijke armoede en geldgebrek vaak samen. De patiënt was onder doktershanden en dus in goede handen. Bij korfbal kun je onderhands schieten, als je tenminste onderdehand niet verdedigd bent. Dat verdedigen moet je tegenstander dan wel onder de knie hebben. De ophanden zijnde bruiloft kwam snel naderbij. Zonder auto ben ik behoorlijk onthand. Ik ben geen rentenier, ik wil iets omhanden hebben. In het magazijn was nog genoeg voorhanden. Hij moest nog zijn hand tekenen/zetten [= ondertekenen]. Uit de losse hand tekenen is iets anders dan handtekenen [bv. onder contract, ook: lijntekenen]. Geef elkaar de vijf.

8. Bij doofstommen gebruik je het hand-abc [gebarentaal]. Een handboussole is een geologenkompas. De handclap gebeurde op maat. Een handdik brood is een hand dik (een handdikte groot). Handdoekdroog van hoofdhaar is met een handdoek zover gedroogd dat het verder gestyled (ww.: stylen) kan worden. Een stylobaat is een zuilenstoel en een styliet een pilaarheilige. Met een stylus bedien je een palmtop. Zijn hiervan tweeërhande of vierderhande soorten? De breedbladige orchis wordt ook handekenskruid genoemd. Vrouwen bloot, handel dood [bij warm weer minder omzet]. Iemands gedragingen (handel en wandel) zijn diens faits et gestes. Boeken die hors commerce zijn, zijn niet in de handel. Kooplieden doen aan handeldrijven, ze zijn handeldrijvend. Handelingen der Apostelen is de titel van het vijfde boek van het N.T. [Nieuwe Testament].

9. De Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal worden zorgvuldig opgesteld. De handelsattachee en de militair attachee vormden een lesbisch stel. Coulance kan de usance doorbreken. Een handelsreiziger is een commis-voyageur. Geldt dit handelstraktaat nog steeds? Handenwrijven is zich verkneukelen. Wil jij wat
hand-en-spandiensten voor me verrichten? Bij het schaatsen werkte men nog met handgeklokte tijden. Handgranaatwerpen is handgranaten werpen als militaire sport. Je-m'en-foutisme is onverschilligheid. De Grondwet moet gehandhaafd worden. 'Ik zal handhaven' staat ook bekend als 'Je maintiendrai.' [J.M.]. Een handhei (= kees) en een trekhei worden door mankracht bediend [heien, heiblok]. Een handsfree mobieltje is geen handheld dito. Slechts een handjevol intimi was uitgenodigd. Handjeklap spelen is loven en bieden.

10. Jicht in de handen is chiragra [voet: podagra, pootje]. Hij was een kei in handje- en voetjevrijen. Handkijkerij is chiromantie. Castagnetten zijn handkleppers. Een handlangster is een complice en een handlanger een trawant. Een hand-out is een samenvatting of begeleidende tekst op papier die bij een lezing of toespraak wordt uitgereikt. De bijdehante jongen begeleidde het bijdehandse paard. Een gonfleur is een handpomp. Hij is maar hands-on aan de slag gegaan. Codicologie (codex is boek) is handschriftkunde. Geef u gevangen, geef u over, hands up! Een schoothondje is een dwerghondje dat in een handtas vervoerd kan worden, zoals een chihuahua of dwergpincher. De carpus is de handwortel [denk aan: carpaletunnelsyndroom], handy's zijn mobieltjes. Hoe leer je de hanenpas? Pied-de-poule is een tweekleurig weefsel met dambordeffect (hanenvoet).

11. Ook de hangbejaarden claimden een hangcontainer. Er moet en zal een schuldige zijn: Barbertje moet hangen. De hangende tuinen van Babylon en van Semiramis zijn wereldwonderen. Hangende het proces (lite pendente) wachten we rustig af. Het hang-en-sluitwerk is maar zozo. Hanggliden is deltavliegen. Een hanging basket is een hangmand. De hang-legkast zat stampvol, boordevol. Een hang-out is een horecagelegenheid waar gelijkgestemden elkaar ontmoeten, een hang-up is een kwestie waar iemand altijd direct negatief en emotioneel op reageert. Hanja is de Koreaanse naam voor het Chinese karakterschrift waarin het Koreaans geschreven wordt. De hanneser was een schele hannes [doet aan hannesen]. Mettertijd komt Hannes in het wammes. Dicteewoorden gezocht? Noteer maar:
hans-en-grietjehuis, hansje-in-de-kelder, hansje-mijn-knecht en
hansje-sokken.

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten