Dictee – dictees [2456]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee 477 OUD, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee van de dag (380)
1.
Hoeveel keer doen jullie het? Hoe vaak? Is retsina een sterkedrank
(GB ook: sterke
drank)? Ja,
witte Griekse harswijn. En metaxa (niet
in wdb.): merknaam van een Grieks
wijndistillaat met een hoog alcoholpercentage? Ja,
dus. De bovenleiding is kapotgetrokken. Door force majeure
gaat het kaasfonduetje niet door: we
fonduen dus niet. Foudroyant gangreen is zich snel uitbreidend
koudvuur. De F1-fan en zijn kompaan verdroegen de beide compagnons
niet. Een fouetté is een verlengde pirouette. Een francala is een
breed Turks stokbrood. Een kordelier is een minderbroeder. Kunnen
guereza's ftisis [tering]
krijgen? Frisia non cantat: in Friesland wordt niet gezongen. De
frisee [krulandijvie]
werd op een fritporseleinen [van
(ook:)
fritte dus] schaal opgediend.
Fulltimejournalisten [fulltime
journalisten]
zullen als regel fulltime [bijw.]
werken. Zegt de fytopathologie [plantenziektekunde]
ook iets over fytocide [stof
die planten doodt]? Hij is een
echte
flux-de-bouchespreker [is
welbespraakt]. Een culi is een
gourmet, een foodie. Een foergon (niet
in VD) is een vrachtwagen. Hebben
jullie al gefonduud? Foliumzuur is N-pteroyl-L-glutaminezuur.
Wat zijn de follikels van De Graaf (graafse
follikels)? Antwoord:
eiblaasjes!
2. Het Nederlandse 'paté' komt van 'pâté de foie gras' en niet van 'pâte' (verflaag). Voor de groten waren er fourrés [koekjes met middenlaag van crème], voor de kleinen fourreetjes. Fourragères [schouderkwasten met koorden] vind je op uniformen. De fosburyflop [hoogspringen: ruggelings] werd perfect uitgevoerd. Met een forensentrein (GB, VD ook: forenzentrein) kun je forenzen (VD, GB ook: s). Daarna heb je geforensd (GB dus ook: t). Een frankipaal is een betonpaal, een frankolijn een patrijs. Hij forwardde direct het e-mailbericht. Framboesia is een tropische huidziekte. In het foyertje werd veel kwaaiigheid geuit. Met de fraîcheur [frisheid] van limoenen danste de Française de française [een dans]. Hebben franquisme [Spanje] en franskiljonisme [BE] iets gemeen? Nee, hooguit de kleine f. Het stond er echt in kapitalen: FRELE MAITRESSE GEVRAAGD [dan geen diakritische tekens]. Als frêleste heb ik toen maar gereageerd. In de Franse Savoie en Frans-Polynesië verorberden meerdere fransozen een fransje [klein stokbroodje]. Wist je dat Frederik van Eeden (g)een freatofytenfreak [putplant] was? De freelance eindredacteur [freelance-eindredacteur] had een freelancecontract [freelance contract].
3. Vrijheid, blijheid: freefighten is vechten met een miniem aantal regels, bij freejazzmuziek ligt de nadruk op improvisatie, freestylen is improviseren (in de sport: hij freestylet, ik freestylede), free publicity [gratis reclame in de media] is mooi meegenomen, een free kick krijg je bij het voetballen en freetraders [voorstander vrije handel] zijn voor free trade. Fair trade (voorbeeld: fairtradecacao) ten slotte is eerlijke handel. Hij vertoont freeridersgedrag [geen lid van de vakbond, wel profiteren ervan]. We kregen fricandeaus [mager stuk kalfsvlees] en fricasseeën [fijngehakt vlees met pikante saus]. Ik friemelde in de mieren die in mijn handpalm wriemelden. Fryslân boppe [Friesland boven, leve Friesland]! Krijg de ftisis [tering] met je ftaalimide [vaste stof, gebruikt voor syntheses]. In froufrous zit crème au beurre. Dat is nog eens iets geheel anders dan een crème-ei! Een frivolité kan tot hors-d'oeuvre dienen. De frulleman [knoeier] wilde aan zijn baard frunniken. Het friste water komt uit Spa. Dat gietijzer is gelouterd [gezuiverd], gepuddeld [ə], gefrischt, gefrist.
4. Jij rock-'n-rolde en ik heb ook gerock-'n-rold. Ik fietscros op mijn MTB-model [mountainbike]. Een masalaatje is een specerijenmengseltje. Is de demi-monde [de wereld van de schijnbaar fatsoenlijken die het echter met de moraal niet zo nauw nemen] maar half zo slecht als de beau monde [high society, hogere klasse, die veel uitgaat]? In het Oranje-elftal spelen oranjehemden. Is een duümviraat [tweemanschap, consuls oude Rome] twee derde van een triumviraat [driemanschap, idem]? Als skiester ski ik heel vaak. Mijn man skiede altijd mee. De kolonisten (settlers) trokken in colonne op. Red Bull is een energiedrankje. Ook op de Vastenavonden in het verleden vastenavondden we. Hij werkt off screen (niet op het scherm met de pc – niet in wdb.). Nederland heeft een middenwesten, Amerika een Midden-Westen. De nijlkrokodil heeft zijn habitat [natuurlijk woongebied] in de Nijlvallei. De dadeloze dadelplukker ging dientengevolge dadelloos naar huis. Hij kon de bal in tikken, dat doelpunt was een intikkertje. Wat is de bedoeling van een à-propostussenwerpsel [daar valt mij juist in ...]? Het was een ideeëloos bedrijf: dat bleek uit de lege ideeënbus. De ecotaks is een soort van groentaks [belasting].
5.
Tijdens het gothicfestival werd in de gotische kerk uit de gothic
novel [griezelroman,
middeleeuwen] voorgelezen. Leden
van de Vereniging van Vrouwelijke Studenten Leiden (VVSL)
werden èles genoemd. Als je iemand een kontje geeft, geef je hem een
gatje. Heden ten dage kun je 'gewoon' naar Vianen [stadje
aan de Lek] gaan. Vroeger ging je
dan te gronde, je bankroet of failliet tegemoet. Hij was een tae-bo-
en
tai-chifanaat (die
beoefent dus tae-bo en tai chi).
Onverbiddelijk en onmiddellijk werd er gestopt. In de taxfreeshop
[GB, VD]
kocht hij meerdere taxfree artikelen. Een bucardo is een
pyreneeëngeit. Kwantiseren is uitdrukken in quanten [natuurkunde].
De geilbak [geilaard]
verdronk in de gijlkuip [gistkuip].
Hij stond bol van de geile en lascieve [wulps]
lubriciteit [grove
zinnelijkheid]. Haal niet door
elkaar het chijl (chylus),
vet bevattende lymfe, en het chijm (chymus),
de spijsbrij in de maag. De BSE [GB
ook wel: bse]
is de overbekende gekkekoeienziekte [boviene
spongiforme
encefalopathie].
6.
Gazpacho is koude soep en een gaultheria is een plant. De gamay is
een wijnsoort uit de Côte d'Or. Een galoche is een overschoen en een
gamellehut een bijkeuken aan boord.
Garçonnières zijn vrijgezellenwoningen. De garde-manger [lid
keukenbrigade voor koude schotels]
parkeerde zijn inboedel in de garde-meuble [opslagplaats].
Oma is in het gagastadium (gagaë
stadium). Galactorroe is
melkvloed (en
galactische stelsels zijn melkwegstelsels),
een gaine
[èh, ə]
is een elastisch buikkorset en gabbro is een grofkorrelig gesteente
dat bestaat uit basisch plagioklaas en augiet. Ze had een
fullcolourportret van de vermiste. Fungicide [stof
ter bestrijding van schimmels en paddenstoelen]
is de vijand van de fungilore [folklore
van
paddenstoelen en schimmels]. Hij
droeg fumé [bnw.]
brillenglazen. Realo's [met
realpolitik] houden het langer
uit dan fundi's [politiek
vanuit principes]. Hier snap ik
geen fuck [helemaal
niets] van.
Fysisch-chemische
processen kun je nooit fysischgeografisch verklaren. Wijnstokken zijn
een fylacterion [toevluchtsoord]
voor fylloxera [druifluis,
geen mv.].
7.
De ganzen gakkerden (gaggelden,
gakten – kenmerkend geluid geven).
Het stond in galjard (gaillard)
gedrukt: een gaillarde is een Italiaanse dans en een gaillardia een
plant. Een gallijer [galbak,
chagrijn, sacherijn] leidt geen
gal, maar lijdt aan chagrijn (sacherijn).
Ze sloten een galantuomo's agreement [herenakkoord,
gentleman's
(ook: e)
agreement]. Gants mousquetaires
zijn handschoenen met grote kap. Ganja (uit
het Hindi) klinkt minder
belastend dan marihuana. Het guillemetje [<]
komt niet van een ganzenvoetje maar van
de drukker Guillaume. Corpsstudenten kennen het Gaudeamus (igitur,
juvenes dum sumus – (laten
we dus vrolijk zijn zolang we nog jong zijn).
De blaaskaak, de pocher, de gascogner, grossierde in gasconnades
[opschepperij].
Voor zijn garrotteren [wurgen
met touw] had hij [als
galgenmaal] nog ragout gegeten.
Garnisairs [ingelegerde
soldaten] horen in een garnizoen
thuis. De gaurs [groot
rund] [gau-wər
– g van
goal] leken het hele veld te
vullen. Gaufreren is plooien met een
plooi-ijzer. De gargantueske
[overdadig in
voedsel en drank] gargouille
[waterspuwer –
nou ja] kon je niet overzien. Het
Geitje schitterde. De gebriljanteerde [tot
briljant geslepen] steen blonk.
8. Gebastioneerd is van bastionnetjes voorzien. Een shockjock is een shocking diskjockey (deejay, dj) die van choqueren (ook: shockeren) zijn handelsmerk heeft gemaakt. De poëten vormen samen het genus irritabile vatum [het prikkelbare dichtersgeslacht]. De gepard, het jachtluipaard, en de gerbil (steppemarmot, renmuis, woestijnrat) gingen gebukt onder de forse stress van de ghibil, de hete woestijnwind in Noord-Afrika. In de dierentuin troffen we ook nog aan: de steppelynx (caracal), de quagga (steppezebra), de steppewolf (coyote), de steppeolifant (in de savannen levende Afrikaanse olifant), de manoel (steppekat) en de Nubische wilde ezel (steppe-ezel). Als je de steppeflora en -fauna bestudeert, kom je vast ook nog wel de savannebuffel tegen. Gethsemane (VD) is de Hof van Olijven (olijfhof, olijvenhof). De Olijfberg is de plaats van de hemelvaart van Jezus.
9. Een Turkse scheldnaam voor alle niet-moslims is giaur [gaa-voer]. Hier volgen ten slotte nog wat dicteetoppers: geisslerse buis (voorloper van de gasontladingslamp), gere-integreerd, geisha-allures, genuïen en genuïniteit, consanguien en consanguiniteit, gekrookterieters (uiterste rechterzijde van de Gereformeerde Bond in de vroegere Nederlandse Hervormde Kerk, nu PKN), gelaatsscan, gelijkmaken (met een bulldozer) en gelijkkomen (bij voetbal). Gelijkklinkende instrumenten zullen assoneren, gelijk klinken. Ook: geltharing (mannetje), de Gelukzalige Eilanden (de Canarische Eilanden) en genderdysforie (transseksualiteit). Ga vooruit en steek daar je giraffennek voor uit! Geelpelde kippen worden apart gehouden. Een geek [ie] is een computerfreak [ie]. De patiënte was gecontra-indiceerd voor een ruggenprik.
10. Is goedendagzeggen deftiger dan gedag zeggen? De geinponem heeft geïnternet en zijn klacht geuit. Met epateren (épater le bourgeois) wordt overdonderen bedoeld. Hij voelde zich ten achter gesteld (en leed onder die tenachterstelling). Ze leek op een gefacelifte assepoes en leed aan een gefakete kwaal. Dat fonduetje was letterlijk gefundenes Fressen voor hem. In Vlaanderen is verkeerdjassen gegeerd: er wordt heel wat afgegeert. Googelaars [oe] zijn kunstenaars en goochelaars [oo]. Dit vlees is op de grill gegrild. Vroeger werd er gejijd en gejoud, nu alleen nog maar gejouwd. Heeft deze ijsbeer geijsbeerd? We verwachten dat de teams gelijk opgaan. Het is 'mêlee' en 'mêleren', 'gelee' en 'geleren'. Hij dronk gemillesimeerde [van datum voorzien, van de beste kwaliteit] wijn.
Hij dronk gemilesimeerde.... Ik denk dat het met een dubbele 'l' moet.
BeantwoordenVerwijderenDimitri, bedankt, aangepast, recent gewijzigd in VD!
BeantwoordenVerwijderen