Dictee – dictees [2285]
50 dicteewoorden Onze Taal
aartslui (aardslui)
abacadabra (abacradabra)
afgepeigerd (afgepijgerd)
als de wiedeweerga (als de wideweerga)
bewieroken (bewierroken)
capriolen (kapriolen)
catamaran (katamaran)
chihuahua (chiwawa)
confisqueren (confiskeren)
delinquent (delinkwent)
eczeem (exeem)
enigszins (enigzins)
en plein public (en plein publique)
fabricage (fabrikage)
fecaliën (faecaliën)
haastje-repje (haasje-repje)
heiig (heiïg)
hyacint (hyacinth)
intelligentsia (intelligentia)
kaketoe (kakatoe)
kolossaal (kolosaal)
krankjorum (krankjorem)
kwintet (quintet)
leidraad (leiddraad)
logenstraffen (loochenstraffen)
mallotig (malotig)
mandarijn (manderijn)
manoeuvreren (manoevreren)
marechaussee (marechaussé)
mayonaise (mayonnaise)
minutieus (minitieus)
moussaka (mousaka)
nooit ofte nimmer (nooit of te nimmer)
ongebreideld (ongebrijdeld)
onoorbaar (onoirbaar)
patjepeeër (patjepéër)
pico bello (picobello)
piramide (pyramide)
piranha (piraña)
porselein (porcelein)
pyjama (pyama)
roquefort (Roquefort)
salomonsoordeel (Salomonsoordeel)
sambuca (sambucca)
sperzieboon (spercieboon)
te elfder ure (ter elfder ure)
terneergeslagen (teneergeslagen)
voor-de-gek-houderij (voordegekhouderij)
woordvoerster (woordvoerdster)
zielenpiet (zielepiet)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten