Dictee – dictees [2249]
Oefendictee 627 OUD, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee van de dag (230)
1.
Is een slip-over hetzelfde als een pullover? Drinken we nog een
slivovitsje? Jij zweert wel bij dat
slöjd [werken met
karton, klei, tout], hè? Wat is
er mis met 'hij sprong slootje' [alleen
infinitief en evt. znw.]? De
video van die slowfox werd in slomo
(slow
motion)
herhaald. Slumps [plotselinge
daling koersen] zullen de slums
[achterbuurten]
meestal niet deren. Smakeloos, om over dat smaakloze buffet te
beginnen. Een smack [èh]
is een klein pakje heroïne. Een T-shirt kan small, large en medium
zijn (vergelijk:
XXXL, extra extra extra large).
Keuvelarij is smalltalk. Is die smeekbedebrief
al verstuurd? Voor een smeet [worp,
gooi] moet je smijten. Wat doe je
in een smijttent [kapotgooien,
vgl. gooi-en-smijttent]? Hoe
schrijf je VD's eeuwige 'smørrebrød' volgens GB? Antwoord: ook zo,
of smörrebröd! Nog een broodje smos [BE,
broodbeleg]? Schrijf je
'snaredrum' [èh]
echt zo? Ja, maar ook: snaardrum. Wat
zijn solen [of
sols: colloïdale dispersie] en
wat zijn sols [munteenheid
Peru, PEN]?
Er zijn ook nog sollen van de toonladder.
Petje af voor de soldateska [krijgs-,
soldatenvolk]. Wanneer is het
solden [mv.,
uitverkoop]? Als dat nou niet
sole clarius [zonneklaar]
is … Wanneer is die solemnele [plechtig]
mis? Het soliedst [meest
solide, meest solied] zijn
metalen poten. Ook een dicteetijger begaat weleens een soloecisme
(ee
– VD ook: solecisme – grove fout tegen de taalregels).
2. Het solstitium is de zonnewende. Elke chemicus kent het solvayprocedé. Ze krijgt sondevoeding. Door die sopropo [bittere komkommer] raakte ik van mijn à propos (VD ook: apperpo, apprepo). Een aprosdoketon [onverwachte wending] kan heel verrassend zijn. Sorghum is kafferkoren (gierst). Een soporatief is een slaapmiddel. Sossen [enk.: sos] zijn socialisten. Voorspellingen te over: sortes Vergilianae [van Vergilius], sortes Biblicae [uit de Bijbel] en sortes Homericae [van Homerus]. Is sortiment gewoon assortiment? Ja. Een soubrette is de hoofdrol van een operette. Heb jij een diploma soterisch [reddend] zwemmen? In Lesotho wordt Sotho [taal] gesproken. In de zang kom je sotto voce [met zachte, ingehouden stem] tegen, bij de schilderkunst de sotto in su [zeker perspectief]. Een carte blanche is zoiets als een blanco cheque. Heeft wijlen jouw opa nog tegen dikke bertha's [kanon, WO I, Kruppfabriek] gevochten? Een sneaker is een sportschoen als modeartikel. Laten we samen een sneeuwen kasteel gaan maken. Een sneuveltekst [ter amendering] vind je meestal niet op een militaire erebegraafplaats.
3.
Via de snelweg ben je snel weg. Kijk, sneeuwwitte wolken! Hij lijdt
aan snotvalling [BE:
neusverkoudheid]. Een snuffmovie
[film]
is om bij te sniffen [zachtjes
huilen]. Hij hangt de
sociaaldemocratische beginselen aan. De sodoku is de
rattenbeetziekte, een sudoku een cijferraadsel. De soevereine vorst
maakte veel soesa [herrie]
over de verdwenen sousafoon [muziekinstrument],
maar dat bood hem geen enkel soelaas (solaas).
Wat je 'pour la galerie' doet, doe je 'voor de bühne'. Het devies
voor deze bijeenkomst luidde: sans cérémonie [ongedwongen].
Het was dan ook gezellie
[jongerentaal:
gezellig]. Een sourdine is een
sordino [demper op
muziekinstrument]. Wat zit
daaronder of schuilt daarachter: een souschef [adjunct-chef],
een
sous-vide [van
voedsel: langzaam gegaard in een vacuümverpakking en daarna snel
gekoeld], een souspied [riempje
onder de voet], een sous-entendu
[bedekte bedoeling
bij het gezegde] en een sousmain
[vloeimap]?
In het souterrain [halve
kelderverdieping] is royaal met
soutien [stevig
gaas] gewerkt. Souvlaki's bestaan
uit geroosterd lamsvlees [aan
houten pin]. De spadesteel
is gebroken. Als examenopdracht moest hij dit spanen [van
spaan(hout)]
hebbedingetje maken. De spaniëls [hond]
zouden flink tekeergaan. Alweer een spasmeaanval?
4. Is die spanwijdtebepaling al gedaan? Bij Sparta krijgen jeugdvoetballers een spartaanse opleiding. Spatgelijk moet wel identiek zijn. Hij maakt nogal veel spatsies [kapsones]. Hij volgt de fiscaalspecialistische opleiding. Dat wordt speelfilmlang genieten. Het dicteeschrijven moet je speels- en spellingsgewijze leren. Het speelweidetoezicht laat te wensen over. Tussen spelemeien [vermeien] en spelerijden [voor vermaak uit rijden gaan] bestaat een zekere verwantschap. De spoedopnameafdeling is overbezet. Zijn spoorbreedte en -wijdte hetzelfde? Ben je die spookgestalteverschijning al te boven gekomen? Die sportster is een gekende (= Vlaams; bekend) sportster. Dat ze potvissenspermaceti (spermaceet – walschot, witte amber) in de parfumerie gebruiken … Wil je spinazie of sperziebonen? Je spencer [slip-over] is weer spic en span [opgeruimd en schoon]. Dat moet spiccato [met springende stok] gespeeld worden. Aan de spijsbrij (chymus, spijssap – in de maag) kunnen pathologen-anatomen heel wat zien. Spijt [vero: ondanks] al zijn gebreken, houd ik veel van hem. Ik wil alleen maar stroganoffsaus.
5.
Spijts [vero:
ondanks] ontrouw en misverstand
kwam het toch nog goed. Ik ben tot spijt van wie het benijdt [niet
iedereen zal het waarderen],
gekozen. Dat kan spinale [m.b.t.
ruggengraat] verlamming zijn. De
spin-off [bijproduct
van uitvinding, etc.] is enorm.
Het succes was eclatant [schitterend]
en eblouissant [betoverend].
Er zijn labiodentale [onderlip
+ boventanden], dentale [tanden],
palatale [harde
gehemelte], velare [velum,
zachte gehemelte] en uvulaire
[m.b.t. de huig]
spiranten (fricatieven,
glijklanken). Deze plant is een
spirea-achtige. Die spitsen [voetballer]
hebben allebei dochters die vaak spitzen
[balletschoenen]
dragen. Spleen [ee/ie]
is weltschmerz, taedium vitae [niet
goed raad met jezelf weten]. Alle
spirocheten [zekere
bacteriën] zijn spiraal- of
schroefvormig. Met de spirometer wordt je ademhaling gecontroleerd
[volumes in en
uit]. Met een e-bookreader
[ie oe]
kun je ook Hollandse e-boeken
[ie oe]
lezen. Er zijn strekse [in
lengte] en kopse [dwars]
stenen bij het metselen.
6. De spreekgestoeltebeklimming eindigde met een zware val. Van een sprokenverteller kon je nog wat leren. Ook de Indische spruw [ziekte] is terug te voeren op glutenintolerantie. Het Sranan (Sranantongo, VD ook: Sranang en Sranangtongo) is het creools-Engels (ook: Surinaams, takitaki). De SRD is de Surinaamse dollar. Is staalgravure-etser een beroep? De leerling staartdeelde [niet: deelde staart] voortreffelijk. Op het staatscircus wordt staatscontrole uitgeoefend. Hoe zit die staatsorderegeling in elkaar? Ik mag die staccatostijl [hortend, stotend] wel. De stadsbodedienst ligt onder vuur. Het meervoud van 'stafchef' is 'stafchefs', dat van 'chef-staf' is 'chefs-staf' (VD: chef-stafs, GB beide!) of 'chefs van staven'. Die stadsguerrillaorganisatie is heel actief. Ze draagt een stamijnen [van stamijn = grove wollen stof] trui. Zullen we die sta-opstoel aanschaffen? Tot stand komen is een, instandhouding is een tweede. Wij noemen stars gewoon sterren. Starlet: een opkomend sterretje. Let eens op de strofebouw van dit gedicht.
7. Statarisch [uitleg bij verschillende plaatsen] lezen is juist niet cursorisch [zonder onderbrekingen]. Het statenbehoud [lijstjes] verdient meer aandacht. Met de Vrede van Westfalen werd het zogenaamde statensyteem [huis van Habsburg verloor de macht] geïntroduceerd. Had jij alle statistieke [statistische] opgaven goed? De 'status quo' [alles bij het oude] kun je handhaven, de spelling ervan was ooit maar beperkt houdbaar [vroeger met koppelteken]. Hij was niet van zijn stege (steegse = halsstarrig, stug) opvattingen af te brengen. Morsdood lijkt onherroepelijk, steendood niet zo (naast morsdood ook: zeer hevig, zich steendood vervelen). In Stonehenge [Engeland] vind je een steenkring (voorhistorisch), niet te verwarren met de Steenbokskeerkring, de zuiderkeerkring [waar de zon op het zuidelijk halfrond in december 'keert']. Pas op voor steenlawinegevaar. Let op, dat je 'stefanotis' [plant] correct schrijft. De stèle (GB ook: stele) is het centrale gedeelte van de plant, de centrale cilinder. Niet te verwarren met de stère of wisse, de kubieke meter. Die steengroevemoord is nog verre van opgelost. De strychnine is een zeer giftig alkaloïde uit de braaknoot [zaadkorrel van boom]. Een stucwerker is een stukadoor. Het stucco lustro is een getrouwe nabootsing van marmer.
8. De pd is de plaats delict. Soms is een plaatsdelictvaststelling lastig. Op een touchscreen kun je swypen (typen: met vinger van letter naar letter, swipen = het al oudere 'vegen' met de vinger). De meineed over zijn mijn en dijn veroorzaakte veel deining. Is de slagroom al stijfgeklopt? Hij heeft je zeker stijfgevloekt? Met een stiletto steek je, met een stilet [ook: schrijfstift] kun je schrijven. De stilton is een zekere Engelse schimmelkaas. Een stootse ram wil stoten [geslachtsgemeenschap hebben]. In de alternatieve geneeskunst gebruiken ze storax [welriekende stof]. In een storewinkel [store, ook: jaloezie] koop je zonnegordijnen. Een strad, een Stradivarius, heeft met vioolspelen van doen, een straddle, een rolsprong, met atletiek. Een strandvond is wat je op het strand vindt. Strangulatie is wurging. Ze draagt een strapless jurk (VD ook: straplessjurk). Namaakjuwelen: stras [g. mv., steensoort]. Voor topschaken moet je een goed stellingsgevoel hebben. De vlaggen werden ter halver steng [vlaggenstok] gehesen. Zijn er voor een steppekiekendief wel kuikens te roven? Steppingstones [ook stapsteen in water] kunnen als illustratie dienen voor de steppingstonetheorie [van soft- naar harddrugs].
9.
Een stereotype-idee is bijvoorbeeld de
stereotiepe voorstelling van een Fransman als een man met een
snorretje die losbandig leeft. Bij de STER-reclame worden
STER-spotjes getoond [Stichting
Etherreclame].
Soms komt daar een ster-van-bethlehem (GB,
kerstroos, kerstster, euforbia, atatürkbloem – die laatste naam
niet in wdb.) in voor, maar
vrijwel zeker nooit de Kerstster (de
ster van Bethlehem
[VD; NBG:
Betlehem]).
Nooit zelf een stickie, zelfgedraaide sigaret met marihuana of hasj,
of blowtje gerookt (geen
ooitgebruiker)? Trouwens, ook
pupillenhockeyers en -sters werken met stickies. Wat voor spel is
stommetje spelen? Hoeveel verdient een stomme knecht [stommeknecht
= bijzettafeltje!] meestal? Hij
is een befaamde stokebrand [onruststoker].
Stokdood is zo dood als een pier. Prototype van een sukkelig stel:
een stoffel [m.]
en een stoffel stootgaren [v.].
Mag je hier stoepparkeren [alleen
infinitief]? De kippen zijn op
stok, hun eieren in stock [voorraad].
Een stoa is een zuilengang, de Stoa
poikilè (VD)
de leerplaats van Zeno te Athene. De stobbefrees
(GB – 2018 nu
ook oké!), een tobberd.
10. Het graan krinsen [wannen: van gedorst graan], je zusje pinsen [knijpen] en de overbuurman tinsen [treiteren]. Een linzengerecht eten, ergens op spinzen [verlangen naar], een Finse omhelzen en een spinse (spindse = dikke boomtak) afzagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten