donderdag 3 juni 2021

2250 Dictee zondag 06-06-2021 (1) dictee Dictee van de dag (231)

Dictee – dictees [2250]

Oefendictee 626 OUD, geheel herzien naar situatie 2021

Dictee van de dag (231)

1. Hij wilde haar bewust schandvlekken. Schansspringen (inf.): hoe hij van de schans sprong. Drinken op Maaike in 't schapraaike terwijl de aanstaande moeder nog in St.-Anna's (ook: Sint) schapraai zit, mag beslist curieus genoemd worden. Mijn eed werd als meineed gekwalificeerd. De brandmeester gaf het sein brand meester. Ze draagt nooit haute couture maar altijd prêt-à-porter. Een tenondergang houdt ten onder gaan in. Wegzending is wegzenden (of wellicht zending, missie, evangelisatie op straat?). Gisteravond heeft ze nog een vorkje (mee)geprikt, morgenochtend moet ze bloed prikken. In de kerk zingen we uit het Liedboek voor de kerken. Daarin staan psalmen en gezangen. Die zingen we in de SoW-kerk in Breskens ook. In gezang 257 staat een wens verwoord: aanbidding word' op aard' en in de hemel, Here, U toegebracht. Er wordt ook immer uit de canon der Heilige Schrift gelezen.

2. Wapen je tegen de ophanden zijnde storm. Hij droeg een schillerhemd met dito kraag (genoemd naar Schiller). Hoe wordt een schippersgemeentevoorganger aangesteld? Hij werd op handen gedragen. Het schildersverdriet is het porseleinplantje, het
hoe-langer-hoe-liever, het menistenzusje. Dit is nu typisch zo'n schiervlaktegebied (vergelijk: peneplain). Wanneer vindt er weer een schijngestaltenwisseling plaats? De schijtwortel komt van de ganzerik en helpt tegen diarree. Schistosomiasis is bilharzia(sis). Schluss, basta! Hij maakt van schoenmaken zijn beroep. In de semifinale troffen we een alles-of-niets-spelende (ook: alles of niets spelende) tegenstander. Ook dit kind heeft schoolgegaan en heeft men vaak schoolgehouden, het moest veel schoolblijven. Wat is schoollopen [schoolgaan] en schoolrijden [in de manege]? Van schoorsteenvegen kan hij net rondkomen. Hij is met dat meisje schootgegaan [ervandoor]. Hij droeg maar schoreme kleding.

3. Hij deed het met een schouderophalen af. Hij heeft me een lelijke schrab (ook: schrap) bezorgd. Op het jaarlijkse schuttersgildefeestje gaat het er ruig aan toe. Scoliose kun je vergelijken met kyfose [ruggengraat]. Wat is de scope [reikwijdte] van dit financiële plannetje? Welk dagblad had deze scoop [oe, primeur van bericht]? Scrapie of schraapziekte is sponsvormige encefalopathie bij schapen (wat de gekkekoeienziekte – BSE, boviene spongiforme encefalopathie oftewel gekkekoeienziekte – is bij runderen). Scopolamine wordt gebruikt bij zeeziekte. Scorbuut is scheurbuik. Elke scrupel is 20 grein. Een sectio is een keizersnede. Een sedatief of sedativum is een kalmerend middel. Sedekahs zijn islamitische godsdienstige offermalen. Schrijfwijzenherkenning is lastig. Een SEH-arts werkt op de SEH, de Spoedeisende Hulp. Zo'n schrikneurosegeval is zorgelijk. De schuddebol schuddebuikte van het lachen. Een schuifaf is een glijbaan. Schampavie spelen is geruisloos verdwijnen.

4. Is een narcissus een soort van se ipse amans sine rivali [iemand die van zichzelf houdt, zonder rivaal]? Op de seizing [zeewezen: streng] zaten enkele sijsjes [vogels]. De sekteleider verordonneerde dat er geen seksediscriminatie mocht zijn: de beide kunnen [geen n uitspreken] zijn immers gelijk, mensen van beiderlei kunne zijn gelijkwaardig. Sekt [drank] is lekker. Die sekte-ijver weet wat. Semasiologie is de leer van de woordbetekenis. Het was zijn seniore (GB) naamgenoot. Een sennhut vind je in de hoge Alpen. De dokter was vrij sceptisch [twijfel] over het verloop van de sepsis [bloedvergiftiging]. Wanneer is die septennale [zevenjaarlijks] reünie? Wie wordt met de serafijnse leraar of doctor bedoeld [Sint- of
St.-Bonaventura
]? Sereh [sèh-rèh] is citroengras. Ze was nog maar kort weg, toen ook hij kortweg vertrok. Je sergebestelling is gearriveerd. Wie had dit besteld: twee seroenen [verpakking] vijgen? Het SRI serotonin reuptake inhibitor, een serotonineheropnameremmer, is een antidepressivum. Hij vloog uit die serpentinebocht. Breng je ook serranoham mee? Een serow [see-roo] is een Japanse gems [en een sero een staketsel].

5. Een shellshock [zenuwaandoening door granaatvuur] is shocking [choquant] en choquerend (shockerend). Je moet (je) haar nog shampooën. Severiteit is een sévère [streng] opvatting in de kunst. Sevroega is fijnkorrelige kaviaar uit de Kaspische Zee. Het sèvres is Frans porselein. Dat sekssymbool heeft nog eens sexappeal. De Inca's hadden een sexagesimaal talstelsel [zestigtallig]. Draagt zij shapewear [corrigerend ondergoed]? Een shanty is een gangspillied. Een Kaapvaarder vaart naar Kaap de Goede Hoop. Wat was ze weer shabby [armoedig] gekleed. We eten Japans: shabushabu (groenten, vis en deegslierten in bouillon). Shimeji's zijn Japanse beukenzwammen. Het shinto ryu is een Japanse vechtkunst met stokken en wapens. De shilingi is nog steeds de munteenheid van Tanzania (ook: shilling, TZS).

6. Een pecannoot, als dessertnoot gegeten, is een op de okkernoot lijkende vrucht van enkele soorten van het geslacht bitternoot uit de familie der juglandaceeën (in VD verdwenen!). Het shogi is een Japans schaakspel. De shoyu is dunne sojasaus uit Japan. We gaan met de shuttlebus. Een siamang is een soort gibbon. Wat, doe jij aan sibbenkunde? Zo'n Siberische tijger laat me siberisch. Sifaka's zijn halfapen. Uit het Spaans: fiësta, paella, siërra en siësta. De sileen [woudgeest] sliep zijn roes uit in het sileneveld [plant]. Morgen is het Simchat Thora [Vreugde der Wet]. Tot de silent killers [sluipende dood] behoren koolmonoxide en hepatitis B. Simsalabim, daar kwam letterlijk de aap uit de mouw. Hij is een kei in simultaanschaken. Een voorbeeld van plurale tantum is het woord 'hersenen'. Peignoirs [ochtendjas dames] worden vaak van matelassé [zekere stof] gemaakt. Op Wimbledon zijn de singles nu bezig. Sinologie is de wetenschap van de Chinese taal en cultuur. Dat is al zo sint [sinds] jaar en dag.

7. Epilepsie is een sint-cornelisziekte. De Sire is de Stichting Ideële Reclame. Het sirenegeloei overstemde de sirenenzang. Sitatoenga's zijn waterkoedoes. Ze droeg een sitsen kleed (vergelijk: calicot, indienne, chintz). We eten sjappie hendele mendele [hutspot]. Sjammesen zijn kosters van een synagoge. Hij sjiekt [tabak pruimen] vaak met chique pruimtabak. Ska is muziek, skaat een spel. Sjotten [voetballen] doe je met anderen, shotten [injecties verdovende middelen] doe je alleen. Ze droegen shorty's [korte onderbroek]. Er werd heel wat afgeslobberd door de theetantes. De beide bijdetijdse en bijwijlen bijdehante Barbarijse beis [Barbarijse vorst, beg] verbeiden nu beiden hun eigen bijenhouderijbedrijfschefs, van beiderlei kunne. Wanneer begint het skûtsjesilen? Slaapkamergeluk [plant] beleef je niet (slaapkamerintimiteiten wel), dat pluk je (vergelijk: vredesmosje, baard van Mozes). Denk ook aan het slaapkamergeheim. Een skiffhead is een wedstrijd in het roeien met skiffs. Heeft 'slaapsteden' echt twee enkelvoudsvormen [bij slaapstee hoort slaapsteeën!]? Wat, kun jij echt de sistra [rinkelinstrument] bespelen?

8. De slicks werden door regenbanden vervangen bij de F1-race (met de formule 1-coureurs). De pitspoezen droegen slacks [mv., losse broek, onverzorgd] . Bij Lexmond [ook in Drenthe] vind je een voorbeeld van slagenverkaveling. De slakkenwouw wou wel verder vliegen, maar de jager blokkeerde dat. Een slametan is in Indië een door gebed voorafgegane maaltijd bij een dankfeest. De kinderen moeten slapen gaan [wel: het slapengaan]. Een Sleeswijk-Holsteiner is geen rund (dat met vuurwerk stunt); een holsteiner wel een ander
vee-exemplaar. Een slavist bestudeert de Slavische talen, Slavonisch eikenhout is hout. Dat zijn maar sleeuwe [wrang] kersen. Die slechtlopende zaak staat aan een slecht verlichte weg. Wat is juist: 'hij sleede' of 'hij sleedde'? Beide! Sleeën en sleden ... Slibberen is slippen. De bolletjesslikster viel door de mand (net als de korfbal). De buurman slichtte [slechten, gladmaken] hun ruzie. Ze slepen [slijpen], hebben de slow gedanst. Sliepuit, je krijgt niet beter dan deze
kruip-uit(en). Waar laten we dat koper- en ijzerslijpsel? Zij lijden aan slavofilie [voorliefde voor de Slaven en al wat Slavisch is].

9. Ga je wel naar een koosjere bakker? Woorden op 'uit':
wilhelmina-vooruit, ijsschuit, wijduit, weekkuit (hom), ze sprak vijfhonderd uit, vooruit met die voorruit, vase de nuit (nachtspiegel), uitlaattuit, uitemetuit, toppenuit (razend), theebiscuitjes, (wet)suit, starfruit (blimbing), snebschuit [snavelvormig vooreind], sliepuit (zie boven, al. 8), de bruid is in de schuit [de buit is binnen], schiemanswuit [schiemanswiel, haspel], schepenbesluit [ook: schepencollege],
sauf-conduit (vrijgeleide), roodborsttapuit, retouchespuit [voor bijwerken], reduit [vluchtschans], punt uit, reinuit(!) [ronduit, oprecht], pour acquit (op kwitantie: voldaan), platuit (ronduit), pietje-rechtuit [is openhartig], piccolofluit, partyschuit, oval circuit [voor de oval races – motorrace op een vlak, ovaal circuit], op-en-duit [geheel en al], mijnkruit [in mijnen], mijn kruid [specerij], mariabiscuit, loodsschuit (en loodschuit?), kijkuit [uitkijk], kruip-uit (zie boven, al. 8), koninklijk besluit [GB] (KB), klisteerspuit [klysma, lavement], hard fruit,
ka-kom-eruit [bijdehante en bazige vrouw], jantje-rechtuit [openhartig], jackfruit (dzj oe – nangka, vrucht), Inuit [enk.: Inuk, Eskimo], van huis uit, hoppespruit, eenruit [broeiraam met één ruit], hierbovenuit,
haantje-vooruit [haantje-de-voorste], grapefruit [oe], giettuit, Turks fruit [lokum – oe, snoepblokjes], fixeerspuit [fixatiefspuit voor fixeermiddel] en eruitzien.

10. Ook: eropuit, drinkuit [stortebeker], don gratuit [vrijwillige schenking], catsuit [strak, elastisch damespakje], cas fortuit [bijzondere, onvoorziene omstandigheid voor schuldenaar], breeduit, boudoirbiscuit [lange vinger], bodysuit [zie catsuit], boîte de nuit [nachtclub], ballonkuit (ziekte van Erb), een niet-gemotiveerde acte gratuit [impulsieve daad], ad-hocbesluit [ad hoc], acquitstoot, en … in zijn achteruit moet je wel door de achterruit kijken. Als vulling '*nx*': syrinx (pan(s)fluit), een politieke sfinx, salpinx (eileider), quincunx (zekere opstelling van 5 dingen), pinxit [hij/zij heeft het beschilderd], oro- of nasofarynx (mond- of neus-keelholte), NX-systeem [spoorwegen], lynxsteen (belemniet), pardellynx [lynx = los], Manxman, Manxe, manxkat, larynxcarcinoom [strottenhoofd], farynx [keelholte], falanx [slagorde] en anxiolyticum [angstwerend middel].

11. De scheepsschroef doet raar. Bij het schaverdijnen [schaatsen] op het ijs zag je het water eronder nog deinen. Op hoeveel schat je die schedelholte-inhoud? Bij het scheelzien is er sprake van iemand die scheelziet (GB). Wat is scheefgroeien, -wonen en -slaan? Bij drama is er de scenische opbouw.

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten