Dictee – dictees [2534]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee OUD 420, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee van de dag (437)
1. Hij heeft de pijp aan Maarten gegeven [het opgeven, sterven]. Uit vele rijmpjes kennen we Sint-Maarten. De verpersoonlijking van de Franse Republiek is Marianne. Zo is Michel (Michiel) de verpersoonlijking van het Duitse volk of van Duitsland. Een bedrijvige martha [zorgvolle drukke huisbestierster] dankt haar naam aan de Bijbel. Als je van Teeuwis noch Meeuwis weet, ben je echt van de wereld [dronken, slag op het hoofd ...]. Een jens is een beuk, maar heeft geen bladeren. Zijn jeremiade-uitingen gingen mij door merg en been. Een voorbeeld van een basterdvloek is 'jezus-maria-jozef'. Een jezusfreak adoreert elk Jezusbeeld. Hij is naar z'n je-weet-wel (dinges). De jeunesse dorée zijn jongelui uit de aanzienlijke en rijke standen. Jeux de mots zijn woordspelingen. Je weet dat ik jeu-de-boul, aan jeu de boules doe? Het eten van een jeruzalemmer (het betreft geen kannibalisme; ook: pigeon of zijdenhemdje, genoemd naar Sydenham in Devonshire) helpt niet tegen het Jeruzalemsyndroom [acute godsdienstwaanzin]. Je kunt die appel bij het vallen overigens opvangen in een zijdennet [soort visnet], als je zou willen. Een jesjiva (jesjieve) is een orthodox-joodse theologische school, een Talmoedhogeschool.
2.
Vroeger jetskiede ik [op
het water]. De jeune premier is
de mannelijke hoofdrolspeler in een stuk met een liefdesintrige.
Probeer te winnen, geef 'm van jetje (katoen).
De joik is een Laplandse zangstijl. Hé joh, wat maak je me nou? Hij
had een overmaat aan joie de vivre [levensvreugde].
Een ariërverklaring is een niet-Joodverklaring. Ook een
jobstudent [baan
bij de studie] draagt jodhpurs
[rijbroek]
als hij gaat paardrijden. Hij was het type van een stalen jezus(!)
[hij lacht
nooit]. Wat is de jij-vorm van
jiujitsuen [jiujitsut]? Ik verdraag maar
slecht
jij-jouende pubers die jij-bakken debiteren en me ook nog
uitjouwen. Een jocrisse is een onnozele hals. Een ka-kom-eruit
is een bijdehante ka. Een Hollands kaatje is een echt Hollandse vrouw
en 'naar Kaatje in de Wolstraat gaan' is gaan slapen. Een hardloper
van luie Kees weet niet van opschieten. Op je eigen verjaardag ben
jij de jarige jet of de jarige job.
3. Een jerommeke is een gedrongen, gespierde manspersoon (synoniem: kleerkast, klerenkast), zo genoemd naar een personage uit een stripreeks. En domme joris heeft er meestal weinig weet van. Als het Joris en Trijn is, wisselen knuffels en ruzies elkaar in een flink tempo af. Een stijve jurrie (jurt) is een houterig mens. Een raar stelletje duiden we meestal aan met Jut en Jul. Koppen van Jut moeten een enorm incasseringsvermogen hebben, dat geldt trouwens ook voor een kermiskop-van-jut. Een Jut kan trouwens ook een Jutlander zijn; een juut is een politieagent. Die joris-goedbloed was zanger en zong een jordaanvibrato. Dit joodse feest past in de joods-christelijke traditie. Hij zal wel weer Joppie (kleine Job – het kind van de rekening, het slechtst wegkomen) zijn: het joppie [karweitje] kwam op zijn bordje terecht. Een jonquille is de gele tijloos. Loop niet te jokkebrokken, jij, zeker niet op een dag als Jom Kipoer [Grote Verzoendag]. Het figuurlijk gejojode voorstel had iets van een geshampoode auto.
4. Ook in dat land wonende Turken en politiek actieve jonge turken konden eruitzien als een turk (erg vuil, zwart). Een judas is een verrader. Jumelles zijn een toneelkijker. Judith is een Bijbelboek. Jouïsseren is genieten. Het journey's end is het einde van de reis. De joyeuse entrée is de naam van een charter van 59 artikelen [hertogen van Brabant, vanaf 1355]. Met een kuise ware jozef kun je wel een jozefshuwelijk aangaan. In een jug [kruik] kun je wel juliennesoep doen, maar hij is bedoeld voor de muziek. Een j-zak is een banaanzak. Mag ik een justje, een sjuutje, een jus d'orangeje? Kaapstatters drinken kaapwijn en kijken bij hun toetje naar Kaapse wolken [toetje] en niet naar Kaapwolken. Die laatste zijn bekend als extragalactische sterrenstelsels. Ze adoreren kaardenmakers en dragen wollen truien. De kademuur stond op instorten. De kabinetschef vond het cabinet d'affaires [zakenkabinet] maar niets. Iets kan een kaaskop heten [vorm voor Edammer kaas] of je kunt daar iemand voor uitschelden [voor autochtone Nederlander]. De Kaas-en-Broodoorlog vond niet in de Kaatshoek [Friesland, kaatsspel] plaats. Een kabellarga [èh] is exact hetzelfde als een kabelaring (een eindeloos kabeltouw).
5. Ken je de uitdrukking 'danser sur un volcan' [zich vermaken met groot gevaar in aantocht]? De catamnese [ziektegeschiedenis na behandeling] komt achteraf, de anamnese vooraf. Bij catatonie [neurotische toestand waarbij de spieren in dezelfde positie blijven] is er iets goed mis met de spieren. Bij het catch-as-catch-can [worstelen: alle handgrepen toegestaan] is veel toegestaan. Het catgut [èh, uh] is medisch een hechtdraad. De catharsis is een vorm van loutering. Is catenaccio [sterk defensief spelsysteem] speciaal iets voor Italianen? Heb je vaak last van een catarre [ontsteking slijmvlies, neusverkoudheid]? Je weet toch dat een cataract een grote waterval is, maar ook staar? Heeft een bevallige 'Française' nu wel of niet een cedille (dezelfde vraag uiteraard voor de dans 'française')? Een cecogram is braillepost. Een cd-single is een compact disc met korte speelduur. Zo'n treuzel zou je cayennepeper in zijn gat moeten strooien! De cava is een heerlijke Spaanse, mousserende wijn, gemaakt volgens de méthode champenoise .
6. Met cellulitis heb je een sinaasappelhuid. Een cenotaaf is een leeg grafmonument. Wanneer was het cenozoïcum [GB, VD: kaenozoïcum. neozoïcum]? Aan het schrijfwijzenverschil tussen diploïd [oo-wie] en celluloid [oi] ligt een uitspraakkwestie ten grondslag. Wat was een centsprent [kostte een cent]? De centralebankpresident had een centraleverwarmingsinstallatie van heb ik jou daar. Challes zijn broden voor de sabbat. Chakra's [energiecentrum] worden in vele oosterse godsdiensten beschreven. In een chaise longue zit je lekker (meervoud: chaise(s) longues). De chai is bij de joden het symbool voor leven, gevormd van de letters chet en joed. De cerberus [nors portier, GB ook: kerberus] bewaakte de kluis als ware die de hemelpoort. Hij had veel sjans bij de meiden. Chappe [sjahp] is een soort zijde. Chaoten hangen de chaostheorie aan. Gebruiken we de champagnecoupes of de champagneflûtejes? Een chape [sjahp] is een ondervloer. De chazan (mv. VD chazonim, GB: chazoniem), de voorganger in de joodse gemeente, bracht luid en duidelijk het chazanoet [geheel van synagogale melodieën] ten gehore.
7.
Oplichters bedienen zich van charlatanerie [kwakzalverij].
Charlotte-russe is roomijspudding. De chateau migraine
[hoofdpijnwijn]
bedierf de chateaubriand [biefstuk
ossenhaas –
2 of meer personen]. Chiliasme is
het geloof aan een duizendjarig vrederijk op aarde. Chijl vloeit in
de chylusvaten af. Je hoeft niet te weten wat de chikwadraattoets
[uit de
statistiek] is, om het woord goed
te kunnen schrijven. Kwam de chihuahua [hond]
niet al eerder in dictees voor? Een chiffonnière is een hoge
ladekast. Na het souper nog een Miss
Blanche uit Virginia of gewoon een virginiatabaksigaret of een
Chesterfieldsigaret en een hapje chesterkaas (cheshirekaas)
als prelude op het laatavondjournaal en mijn late avond kan niet meer
stuk. De enen schrijven 'Cherokee', anderen 'Cherokee-indiaan'. In
de chemie-industrie wordt het chemischewapensprogramma
geïmplementeerd. Chelatietherapie zou moeten helpen tegen
aderverkalking (arteriosclerose
– ook: atherosclerose). De
cheider is een (sjwartse
=)
school voor orthodoxe joden.
8. Twee pagina's van het Groene Boekje leveren de volgende dicteewoorden op: chimaera (entbastaard), chimerische chimère (hersenschimmige hersenschim), chinchilla (knaagdier), chimpmannetje (vergelijk: verkorting Benelux-land met hoofdletter!), chinook (harde warme wind), chintz (katoenen stof met laagje was voor theemutsen (teacosy's), niet voor T-shirts …), cfk-verbinding (chloorfluorkoolwaterstof), chlamydia (een soa, te bestrijden met een antibioticakuur), chlorofyl (bladgroen), choepa (VD ook: choppe, Joodse huwelijksplechtigheid), een chocoladen (GB) ooievaar op het choco-ijsje, chloroplast (bladgroenkorrel), chochme (begrip algemeen, naast: gogme: spelinzicht – voetbal), Christian Science (eigennaam, beweging) en christian scientist [Taaladvies], een christen-sociale christensocialist, een christelijk-nationale christendemocraat, christene zielen (vergelijk: christenziel) en chowchow [keeshond].
9. Gebruikt een chipsproducent de chiptechnologie? Een Chirojongen en een Chiromeisje kunnen later voor nieuwe Chirojeugd zorgen. Een cholericus [driftkop] lijdt niet aan cholera. Chrysanthemum is de deftige naam voor chrysant. Onder het Christusbeeld (de christus) was het Christusmonogram aangebracht. Een chroma is een kleur of iets uit de muziek. Wat is chromolithografie [kleurenlithografie ...] nou precies? De chroniqueur zal het allemaal te boek stellen, hij zorgt voor de teboekstelling. Het whereaboutssysteem [mv.!] dient om atleten op elk moment op doping te kunnen controleren. Choucroute is een soort Franse zuurkool. Wil je er ananaschutney bij? Ciabatta's zijn langwerpige Italiaanse broden. De ciborie (het ciborium) is de communieschaal. Een cicadegroepje bestaat uit krekels. Heerser Cicero had geen weet van een drukletter cicero. Een cichlide is een baarsachtige vis. Een chorizo is een worst.
10. Cicerones [gids voor toeristen] spreken meestal geen ciceroniaans Latijn. Een ruwe kerel die ongegeneerd de waarheid zegt, wordt ook wel 'le paysan du Danube' ('de boer van de Donau') genoemd. De ene helft van het gezelschap had gebobd (gebobsleed, mogelijk sommigen ook als bob gefunctioneerd), de andere helft had gebopt (gebebopt op bebopmuziek). Op 28 december vieren we Onnozele-Kinderen (onnozele-kinderendag). De cipressenlaan strekte zich eindeloos ver uit, de lindelaan niet. Cinnaber is een verbinding van zilver met kwik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten