Dictee – dictees [2528]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee OUD 424, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee van de dag (433)
1. Levenden, val niet in handen van een dibboek [geest van een dode die zich meester maakt van een levend persoon]! Diatomeeën zijn kiezelwieren. Zijn stiel was diamantkloven en zijn hobby diana-apen houden. Het dichtstbijzijnde restaurant was gesloten. Het andere dichtbijgelegen etablissement was dichtbij: het lag dicht bij de snelweg. Wat is DDT? Antwoord: dichloordifenyltrichloorethaan [insectendodend middel]. 't Is dief en diefjesmaat [de een al even erg als de ander]. Als ze gepakt worden, is dat geen diefje-met-verlos. Mijn neus gaat dichtzitten. Klinkt dat niet schattig: dienst na verkoop voor klantenservice? Een frigidaire [frigo, koelkast] is geen diepvriezer. De hoeveelste dies is dit? Een diëtiste is een kei in diëtiek (ook: diëtetiek). Dijonnaise is dijonmosterd, niet te verwarren met mayonaise. Een dingdong werkt met twee toonhoogten, niet met toonhoogteverschillen. De directbetrokkenen hebben aan de hand van de dioxine-uitstoot het dioxinegehalte bepaald. Haal die discman van je hoofd! Hoge tonen van het register vormen de discant (antoniem: baskant(!)).
2. Een
directmailcampagne wordt met direct mail gevoerd. Het Directoire was
een regeringsvorm in Frankrijk, een directoire kan je dragen. De
boekhouding was verdeeld over zeven disks. Hij nam distantie van 's
collega's recensie. De dissidentes behoorden tot het
dissidentencollectief. Een distichon is
een zeker tweeregelig vers. Een dissenter is een andersdenkende. De
dissectie is de lijkopening. De dithyrambe [loflied]
behoorde tot de ditjes en datjes. In Suriname is een dc
een districtscommissaris.
De DNA-test van de dobermannpincher viel
negatief uit. In dit hotel heeft iedere kamer een docking station
[voor laptop,
etc.]. Wat zou in vredesnaam een
DNA-voorzitter zijn [De
Nationale
Assemblee –
SR]?
Antwoord: een politicus. Een
doe-het-zelver doet aan doe-het-zelven.
Een doekoen is een medicijnman. Staat dat in de Dode Zeerollen? De
boot voer op de Dokkumer Ee. Een doerian is een grote stekelige
vrucht.
3. Een dogla is een persoon van gemengd creools-Hindoestaanse afkomst. In de Doema [parlement Rusland] zitten meest mensen die in goeden doen zijn. Een dolle mina is lid van Dolle Mina [de beweging]. Het speelde zich af op Dolle Dinsdag. We waren dolenthousiast over het dolfijnvriendelijke dolfinarium. Een dolaard doolt. Een dolby is een ruisonderdrukkingssysteem. Dolichocefaal is langschedelig. De didgeridoo [blaasinstrument Aboriginals] vind je alleen in Australië. In het Diets kun je iemand iets diets maken. Uche-uche, het stikt hier in de U-bahn van de muggen. Op hem wil ik wel blindvaren. De moeder van Karel is Maagd. Haar zuster is Tweelingen. Zijn actie was welbeschouwd goedbedoeld, maar goedbeschouwd valt er veel op af te dingen. Die kwestie moeten we eens op de keper beschouwen. De verzetsstrijder werd herdacht. Het begrip 'vertu héroïque' (Rabelais) wordt vertaald als 'heldhaftige deugd'. Het decyl [s] is een alkylgroep, afgeleid van decaan.
4. Delier
is delirium. Eisjedies gaan is overspel plegen. Bij een caracoleplaag
wemelt het van de slakken. Het kompas met cardanische ophanging wees
ons de weg. Welke tweeletterige
ISO-landcode hebben de Cocoseilanden
[CC]?
Staagjes aan is langzaamaan. Succès fous zijn successtory's
[GB ook:
sss].
Schokproef en shockproof zijn synoniemen. In het Zuid-Afrikaans is
een iglo een ijshokkie (daarin
kun je geen ijshockey spelen). De
onderhandelaars moesten dag-zeggen-met-het-handje [op
een voor beide partijen spijtige wijze afscheid nemen – ww. los! –
zn. afscheidnemen/ing
aaneen!] Ten afscheid hebben ze
daadwerkelijk goedendaggezegd. De kinderen slapen al, deis je [niet
meer in VD: hou je gedeisd]! Ik
fitnes bij het fitnessen in de fitnessstudio. De flouheid
[oe]
van de zachte schilderkunst viel op. Flou is zacht, vervloeiend
(alleen
predicatief). Freatofyten zijn
putplanten. Froufrou is (ook)
het vertoon van ritselende (kanten
of zijden) onderkleren. De orde
van de franciscanen (kordeliers)
bevat drie vertakkingen: die van de kapucijnen, de conventuelen en de
minderbroeders.
5. Een caracal is een steppelynx. Voor frisbeeën heb je een frisbee [ronde platte schijf van kunststof] nodig. De geënquêteerde gegevens werden geëtaleerd. Een bekend Joods voorgerecht is gefilte fisj [met snoek of karper]. Jij ook met je gefakete ziekte! Een geiser of boiler hebben we niet. Ik heb wat geijsbeerd in die kou. Voor zover (in zoverre) je het nog niet wist: in die sudoku moet midden boven een 7 en rechtsonder [GB] een 2! De Breskense verzetsstrijdsters waren halfdronken en half beschonken. We aten haaienvinnensoep. Een hafiz kent de Koran uit zijn hoofd. Hoe spreek je 'muezzin' uit? Antwoord: 'moe-wèh-dzihn'. De allerallereerste keer tae-bo, dat was nog eens spannend!
6. De gepard (jachtluipaard) en de gerbil (steppemarmot, renmuis, woestijnrat) gingen gebukt onder de stress van de ghibil, de hete woestijnwind in Noord-Afrika. Een quagga is een steppezebra, een steppewolf is een coyote, een steppeolifant is een in de savannen/s levende Afrikaanse olifant en een manoel is een steppekat. De Nubische wilde ezel is de steppe-ezel. Er is daar een interessante steppeflora en -fauna. Ghee is geklaarde boter en 'hou en trouw' is de leus van de stad Gent. In de hafttijd zijn er veel eendagsvliegen. Een heinmannetje is een kabouter. Het heintjedavidseffect kent u wel [na afscheid later opnieuw terugkeren]. De hijlikmaker [heiligmaker – met honing en specerijen] werd vroeger op bruiloften gegeten. Aan de oostkust heerste de oostkustkoorts. Woudkantons is de verzamelnaam van de Zwitserse kantons Uri, Schwyz, Unterwalden en Luzern. België had na de oorlog Oostkantons. Tefilin zijn gebedsriemen. Zijn deur stond wijd open (het raam ook).
7. De
garagedeur staat wagenwijd open. Ik dribbel, wij dribbelen, ik tackel
(voer een tackle
uit), zij tackelen, Karel heeft
een teckel. Bij
tai-chiën beoefen je het tai chi. Ik tai-chi, jij
tai-chiede, wij hebben
getai-chied. Jij tai-chiet! Sodemieteren is
sodomie bedrijven. Een gesofisticeerde (gesofistikeerde)
dame (ze heette in
deze context uiteraard Sof/phie)
is een sophisticated lady (en ze kweekte
sofiekruid, de fijnbladige raket). Het unieke meervoud van
smodde (slab,
slabbetje) is smodden.
Een smoddekop is een schaap. De
afkorting SEH staat voor Spoedeisende
Hulp en SEH-artsen
zijn gespecialiseerd in spoedeisende
eerstehulpverlening. De secste wijn mag
van mij best nog dryer zijn! Wat die lijst betreft: wie is de
eerstgenoemde (eerdergenoemde)
en wie zijn de laatstgenoemden? Graciel en gracieus, met veel gratie,
bewoog ze zich. We gingen naar de chinees (GB):
dat Chinese restaurant werd door een rare chinees gedreven. Er hing
in het souterrain een afbeelding van een goliathlori [halfaap].
8. De
vier Heemskinderen zijn Ritsaart, Writsaart, Adelaart en Reinout. Het
hellmanngetal
geeft de strengheid van winters weer. Is hier een HEMA-winkel
(eigennaam; GB
heeft 'Hemawinkel'
geschrapt)? Is de hippiescene
verplaatst van Kathmandu naar Breskens? Je moet niet om de hete brij
heen draaien. De hippocratische eed slaat op Hippocrates; hipocras
(ook: hippocras)
is kaneelwijn. Een imker in houtje-touwtjejas gaf haar raad over de
honingraat. Met de haute volée worden de hoge(re)
kringen bedoeld. Als je van de hei in de fij gaat, ga je van het ene
uiterste tot het andere. Hoe zou je het begrip 'hydroformylering' [in
de chemie: reactie van een alkeen met synthesegas tot een aldehyde –
ook: oxoreactie] willen
formuleren? Hutu's noch Tutsi's houden van hüttenkäse. Wie waren nu
de hypernerveusten voor dit dictee? Impetigo is een bacteriële
huidontsteking [krenten- of rozijnenbaard].
Hoezo, improductief en imprakticabel? De alstroemeria
[eu]
is de incalelie. Hij zal overal in tuinen, instinken, in
lopen, in tippelen. Ik zal je het cachot in slingeren. Wie
zwaait daar de scepter?
9. Bood de UvA een alles-in-eenpakket? Bekende dicteewoorden zijn: 'papier-maché', 'exerceren' en 'ex-cathedraonderwijs'. Wat laag bij de grond is, is niet per se laag-bij-de-gronds. Een hoogvlieger wordt niet altijd gekenmerkt door hoog vliegen. Je kunt de zaken naar je hand zetten en naar je toetrekken. Je kunt ook de deur toetrekken. Sans dot is zonder omwegen. 'Sarahs bikinietje' schrijf je zonder apostrof! Terre à terre is platvloers. Op geëigende momenten moet je scheefgetrokken zaken rechtzetten. Breskens krijgt een rivièraklimaat door de opwarming van de aarde. Op het menu stond borsjtsj. Dat zijn reuzereuzenromans [of: reuzenreuzeromans]. Een gitaarriff is een loopje. Rigueur is strengheid. Het ging van: hoempa, retteketet en tararaboemdijee. 'Retteketetsjingboem' en 'sjing-boem' zijn allebei aanduidingen van de fanfare. Het was een pokkeneind en het was onderweg retedruk.
10. De retoricus gaf een cursus retoriek op de toogdag voor dicteeërs. Het was een lelijke raggel (tegenvaller) dat de rachels [smalle plank] niet bij de andere tengels en schrootjes pasten. Rarara, wie heeft de bal? Een pycnicus is van het pyknische type (kort en gezet). Antoniem: leptosoom. Het schroodijzer is een soort beitel, ook wel schrooi-ijzer genoemd. Houd je van procureursspek? Die popiejopie was erg popi. Hij had een popidool binnen de popjazz (niet te verwarren met poprock), of was het pop-klassiek? Piscicultuur is visteelt. Was mijn toespraak smijdig [op sierlijke wijze plooibaar of kneedbaar] genoeg voor jullie?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten