maandag 27 december 2021

2535 Dictee woensdag 29-12-2021 (2) – dictee Oefendictee dec 2021 (2) √

Dictee- dictees [2535]

Oefendictee dec 2021 (2)

1. Met dat goedmakertje wilde hij zijn fout goedmaken. Het is een minpunt dat je de afkorting min. van ministerie en min voor minuut niet weet te onderscheiden. [cijfers] 8 van de 1000 is 8 pm (afkorting van promille, symbool ‰ niet in wdb.). Jansen (afk.) jr. runt nu de tent. Schrijf op 3 manieren: 7+’je, 7 plusje, zeven plusje
(een zevenplusresultaat dus). Hij was de tig duizendste, de tienduizendste om precies te zijn. Ik geef je een acht minnetje
(8 minnetje, 8-’etje). Hij is een homo unius libri: hij heeft al een (één) boekje gelezen, is een bekrompene van geest. Un ours mal léché is een ongelikte beer. Zou de vrouw de fraude hebben uitgevonden? Een rondpunt (BE) is een verkeersplein, rotonde.

2. Gordelroos heet ook herpes, herpes zoster of sint-antoniusvuur
[BE ook: zona]. De herpes genitalis is een geslachtsziekte, de herpes gestationis een vorm van zwangerschapsjeuk (komt niet van het herpesvirus), de herpes labialis is een koortslip, de herpes simplex is koortsuitslag (veroorzaakt door het herpes-simplexvirus) en de herpes tonsurans is ringworm. Een geneesmiddel tegen herpes is aciclovir (niet meer met y zoals in pVD) en de huidziekte van paarden die slecht gevoed en onderhouden worden is de herpes scabiosus malignus of hongerschurft. Die oloysiketi [halsketting] is speciaal voor Ketikoti, het ketikotifeest, gemaakt. De super-G is de super-giant [skiwedstrijd, afdaling]. De rodekaartervaring gaf een koudedouchegevoel.

3. Update oVD 15/12: 392.482 lemma’s (was 392.290). Hij appte dat het ebde. Het sjibbolet van de lutheranen is ‘sola fide’ (door het geloof alleen). In het Latijn betekent ‘semper’ altijd. Gezocht met *semper*: semel pro semper (eens en voor al), semper Augustus
(titel keizers HRR - Heilige Roomse Rijk - Duitsland), semper eadem (altijd dezelfde), semper et ubique (altijd en overal), semper fidelis (altijd getrouw), semper idem (zichzelf altijd gelijk), semper laborans (altijd aan het werk), semper paratus (steeds bereid), semper paratus pro justitia (altijd paraat voor de gerechtigheid), semper, ubique et ab omnibus (altijd, overal en door allen (toegepast op de geloofsstellingen van de rooms-katholieke kerk)), semper virens (altijdgroen, pl.)
en ut semper (u.s. – als steeds).

4. Ook nog: tja, dat is een sempervivumsoort [Sempervivum is een linneaans plantengeslacht]. Kijk ook eens naar het woord ‘balsemperen’ (de sopropo - een peer dus). Selectie uit VD op *ence [Fr.]: acte de présence (optreden), agence (agentschap), astringence (wrange smaak van rode bordeaux), banqueroute = faillite de la science, belle indifférence, briller par son absence, conference
(o.a. peer), cri de conscience (kreet van het geweten), diligence, directeur de conscience (adviseur in gewetenszaken), droit de préférence (zeker recht van voorrang bij juridische zaken), essence (essentie, ook: sterk, aromatisch aftreksel), faience (aardewerk, majolica), mariage de conscience (huwelijk achteraf om het geweten gerust te stellen), oudejaarsconference, par acquit de conscience (geweten geruststellen).

5. Ook nog: par excellence (bij uitnemendheid), patience (geduldspel met kaarten voor één persoon), permanence (BE: permanentie), présence (wijze van presenteren), régence (regentschap Frankrijk,
vgl.: régencestijl), résidence (luxueus appartementencomplex – in een fraaie omgeving - residentie) en reverence (buiging – van dames). Hoe schrijf je ‘paaiing’ en ‘plooiing’? Zó, dus. Bij pensionering gaat er veel kennis down the drain (door het putje - vgl. pensionnetje). Waar spreken ze Tigrinya, een Semitische taal? Eritrea en delen van Ethiopië. In Tigray wonen Tigrezen. Gezocht op *isj: (GB) fetisj
(
o.a. beeldje met magische eigenschappen), Jiddisj (= Jiddisch = middeleeuws Duits-Joods), derwisj (o.a. bedelmonnik), kaddisj
(zeg maar k… = zand erover, Schwamm drüber) en (ache)nebbisj.

6. Dat laatste met betekenis: ocharm(e)(n) (ook: aggenebbisj, oggenebbisj), baksjisj (baksis – fooi), voetfetisj (obsessie daarvoor) en gefilte fisj [Joods gerecht bij sabbat(s)- of feestmaal]. Ook nog in VD: bedelderwisj (ook: kalender – uit 1001 nacht), genebbisj
(= agg/chenebbisj) en gremzelisj (zeker pesachgebak). Piscicultuur is visteelt en silvicultuur is bosbouw. Nou, dat exemplaar is van komsa (Frans: comme ça – vgl., niet in wdb.: comme ci, comme ça = middelmatig). Si en la is zus en zo. Gezocht op *oepa*: [GB] choepa (choppe, Joodse huwelijksplechtigheid), stoepa (boeddhistisch heiligdom in India), groepage, groepachter, groepachtleerling en groepachtleerkracht, [VD] oehoepaar, kangoeroepark, maraboepaar en toepavond.

7. Verder: toepaja (boomspitsmuis), oepasboom (melksap als pijlgif gebruikt), een niet-toepassing van de regels, koepad, ketjoepartij [plundering door roversbende (Indië)] en kaboepaten (regentenwoning op Java, mv. + s). Op *orka*: [GB] orka [zwaardwalvis, ork, sabeldolfijn], yorka [SR, geest overledene], yorkatori
[verhaal daarover], miniorkaan, doorkachelen en horrorkabinet,
[VD] chloorkalium (kaliumchloride), borkan (barkaan, berkan, barkan, barchent – eigenlijk bombazijn = sterk weefsel, thans van katoen, in de textiel ook: bevertien, beaverteen – als gestreepte broekstof: moleskin). De holaars, de holeers, het holgat is een zoete appel. Een hoelameisje draagt een hoelarokje en kan de hoelahoep(el) gebruiken.

8. Aan me hoela is ammehoela (amehoela, mehoela, nooit van mijn leven). De hoela is dans (en muziek) van de Hawaïaanse vrouwen. Gezocht op *ypf*: [GB, VD] typfout(domein) [ook: type-, tikfout]. Op *yph*: [GB] ladyphone, [VD] Sisyphus (die van de sisyfusarbeid – sisyfisme = arbeid om de arbeid zelf) en Sisyphi saxum versare
((
een) sisyfusarbeid verrichten – zoals syfilis of lues bestrijden). Een huismijt (nee: geen -meid!) is een krijnluis. Met *ypl*: (allo)polyploïde, familyplanning, guilty pleasure (stiekem, schuldig plezier, genoegen) en ponyplay (vorm van sm - sadomasochisme). Met *ypn*: hypnose, etc. Met *ypr*: hockeypret, ypriet, solvayprocedé, gyproc en Cyprusroute. Met *yps*: ypsilon, stypsis (bloedstelping) en apocalyps(e). De tarantel [tarantula, spin] heet zo naar Tarente.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten