Dictee – dictees [2503]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee 443 OUD, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee van de dag (414)
1. Het was snikheet (stikheet) en stikdruk. Het lagedrukgebied kwam steeds dichterbij, dichter bij ons. De laatste doodssnik (een afscheidssnik) geven is sterven. Wie halfsnik is, is niet goed wijs. Kibboetsniks zijn bewoners van een kibboets. Het was ziedendheet (kokendheet) en Piet was witheet. Als het tropisch is, is het snoeiheet (smoorheet). Een sjocheet is een joodse rituele slachter. Een nomotheet is een wetgever. Het kan ook loei-, puf- of pikheet zijn. Een factsheet is een blad met kerngegevens, bijvoorbeeld ten behoeve van de pers. Het was bloedjeheet, brandend heet. Op '*stik*' vonden we: distikstoftetroxide, hartstikke, ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken, mastik (mastiek, mastix, lantisk = kostbare harssoort), rembourstikster(!), stikbeduusd, stikgezellig en stikgrappig, stikkenzak, stiksteek, stikstofmonoxide (formule: NO), stikvol, swastika(!), vaststikken en testikel. 'Opgeien' is een term uit de zeilvaart, 'opgijnen' [met een gijn ophijsen] niet.
2.
'*Druk*' levert onder andere: lagedrukgebied, hogedrukspuit,
bijbeldrukkerij, DNA-vingerafdruk, een haaie [dit
‘haai’ is wel lemma in VD] drukkerd
(een zware straf),
drukprocedé, kouwe drukte, fotoafdruk, groteletterdruk, kneitedruk
(heel erg, ook:
kneite-eng), offsetdrukker,
paasdrukte, pelure- [doorzichtig
vel als diapositief] en
perrotinedruk [op
katoen], retedruk [erg],
smoutdrukkerij [zetsel
met vaste formules, etc.],
snelpersdrukker (heb
je die? – uitspraak!),
stereotypedruk, systolische [bovendruk]
en diastolische (bloed)druk
(asystolie –
geen druk, hartstilstand – kun je beter maar niet hebben),
textieldrukkerij, vacuümdrukmeter, vier-, vijf-, zes- en
veelkleurendruk en xeroxafdruk. Hij had groot geld maar ook veel
kleingeld (pasmunt)
bij zich. Dat grote geld kun je trouwens kleinkrijgen of kleinmaken.
Deze regering staat voor een no-nonsensebeleid [no-nonsense
beleid],
de dikbuik voor een no-nonsense vetbestrijding
[no-nonsensevetbestrijding].
De
oud-financieeldirecteur betastte haar blouseje (VD
ook: blousetje, VD en GB ook: bloes(je)).
3. Zulks is niet te vergoelijken. De Zwaanridder is de ridder uit de sage van de Rijnzwaan, Lohengrin. De bijeenkomst is te hunnent (GB – VD ook: ten). 'Hittepetit' en 'hotemetoot' zijn qua woordvorming verwant. De prinsemarij kan je oppakken. Met Oranjeklanten worden met name de prinsgezinden in de achttiende eeuw bedoeld. Uit het Spaans komen de woorden 'fiësta', 'paella' en 'siërra'. De kooi-eend kwam om de hoek kijken. De flowerpower is een beweging van jongeren in de jaren 60 van de twintigste eeuw. Mijn jongste dochter is een bijdehante tante, maar mijn oudste is het bijdehandst van allemaal. Ben je al lang lang? Dat weet je toch allang? De priester gaat biecht horen. Allemaal 'bellen': belle époque, bel-etage en bellettrie. Met Basisengels kom je vrij ver. Een glas beaujolais kun je het best in de Beaujolais [streek, niet in wdb.] zelf drinken. Bij Basel begint Zwitserland.
4. De
Bankcommissie is werkzaam in België. Bij de uitdrukking 'hij is
ziende blind' is er sprake van een oxymoron. Pakoeli is geelharthout.
Wablief, hardhout [ook:
harthout]? De flessenpost werd de
oceaan op gestuurd. Ik zal het contract opsturen. Wordt bij het begin
van een opera de 'operabel'(!)
geluid? Nee, dus. In een opera seria
(grote opera,
grand opéra) wordt alleen
gezongen. Opera selecta zijn uitgelezen werken. Echt helemaal
uitgelezen? Opera quae supersunt zijn alle nog bewaarde werken van
een schrijver. Opera omnia zijn gezamenlijke werken. De
opera-intendant bereidde de
opera-evergreen voor. De opera buffa
(opéra bouffe,
opéra comique) is een luchtige
opera met satirische elementen, waarin de zang de dialoog afwisselt.
Ik zal eens een boekje opendoen, maar eerst even buiten voor de
openslaande deuren een fles opentrekken. Opensourcesoftware uit open
source is meestal freeware.
5. Geef dat drankorgel maar een paitje. Die jongen is op-en-duit (op een duit – ook: op-en-duit, op-en-top) zijn vader. De ophicleïde is een koperen blaasinstrument. Ik kon er niet op komen, dat de zon in het westen ondergaat. Een opkontje is een stimulans. De wereldlijke opperherder [de paus] vertegenwoordigt de hemelse Opperherder. Een ziekte kun je oplopen, de trap op lopen. Trouwens, die zieke is alweer aan het oplopen. De oranjehemden speelden een oefenmatch in de Oranjegezinde stad Breda. Daar heb je ook oranjerieën (ook: orangerieën). Het opzoomeren is naar Opzoomer genoemd; dat geldt ook voor de Opzoomerzegel. Let ook eens op de voltooid deelwoorden 'opgezoomerd' en 'opgezomerd'. Dat laatste is duidelijk iets anders: bij elkaar gezocht, ook: meer zomers worden, zachter weer worden!
6. 'Het Delfts orakel' is een epitheton voor Hugo de Groot. Je kunt er donder op zeggen dat hij de krant gaat opzeggen. Hij werd op staande voet (illico, stante pede) ontslagen. De aardappelen zullen opstaan en nieuw profeten zullen opstaan. Ik vind je er mooi op staan. Komt dat wegens vroeg opstaan? De paraplu, het haar, een pijp, je middelvinger, zijn licht, een havanna en de straatlantaarn kun je opsteken. Heb je veel van die bijles opgestoken? Dat is een opzichzelfstaand feit. Op zich is hij een doodgoeie jongen. Ertegenop zien is nog niet ertegenop kunnen. Je bedoelt toch niet de Mont Ventoux, is het wel? De ornithose (ornithosis) wordt bij papegaaien en parkieten de papegaaienziekte genoemd. De orde(s)geestelijke erfde van een oom oreïd (kunstgoud). Op de oren-en-pootjesdag [dag waarop de kinderen helemaal gewassen worden, ook hun benen en voeten – niet meer in wdb. – vroeger vaak 1x per week, ook wel van huisdieren gezegd] is er veel water en zeep nodig. Ha, een heerlijk orexigeen [eetlustopwekkend] aperitiefje!
7. Het
voorstel werd met handopsteken aanvaard. De pest heeft opnieuw de kop
opgestoken. De orfische mysteriën
verwijzen naar Orpheus. Een beetje
organisatie heeft een organigram (VD
ook: organogram) met
organismeaanduidingen. De TEE
is de
Trans-Europa-expres.
De orpheusgrasmus is een zangvogel uit
de familie van zangvogels van de Oude Wereld en overigens een
bedreigde diersoort (staat
op de rode lijst). Ze droeg een
orleansen jak. Een orleanist is een aanhanger van het vorstenhuis van
Orléans in Frankrijk (tijdens
de restauratie). NB De vogel van
Maarten 't Hart is de ortolaan. '1984' is een orwelliaanse roman. Ot
en Sien droegen ouderwetse ot-en-sienkleding. Een ostracisme is een
schervengericht. Osteoblasten [beenweefsel
maken] en -clasten [afbreken]
zijn elkaars antipoden. De match tussen ossi's [voorm.
DDR] en aussies [Australiër]
bleef onbeslist. Ossobuco is een Italiaans gerecht [gestoofde
kalfsschenkel in een lichte tomatensaus].
Die laatste priester was het orthodoxt. Dit toetsenbord is
ouderenproof.
8. De begrippen 'oude damesschoenen' en 'oudedamesschoenen' kunnen hetzelfde aanduiden. Neef Otto rijdt op een ottomotor. De oudambachtelijke demonstratie werd in het Oudantwerps aangekondigd. De ouden-van-dagentaal wordt zelden geüpgraded. In de oubliëtte kregen ze geen oublies [chocola] of oblieën (oblies = wafels). Een eufonium is een koperen blaasinstrument met vier ventielen en wijdere mensuur dan de bariton. Je zult er wel als een berg tegen opzien (GB). De Oriënt-Express reed van Calais naar Istanboel. Ottelenojeheine, dat is waar ook: otiatrie is oorheelkunde. Blackmail is afpersing, een black box zit in een vliegtuig en de bestuurder had een black-out. Het bilzekruid wilde niet groeien. Deze blindeman met bluejeans aan kan goed blind vliegen. De Boeing 747, de C-130 en de F-16 waren alle in de lucht. De bon vivant, een bohemien, was altijd goed voor bon mots (kwinkslagen).
9. Wil
grond braak liggen (braakliggend
zijn), dan moet je deze eerst
braak leggen. Het bruto-inkomen van de bric-à-bracwinkelier
[bric-à-brac] was vrijwel nihil. Hij
zal dus dra brodeloos worden. Eén inwoner maakt voor het bnp
(bruto
nationaal
product)
nauwelijks iets uit. Die bullebak van
een bullenbijter was aan het rotzooien
met een bullenpees. En wacht dan tien
secondjes (secondetjes).
De close finish bleek zelfs een fotofinish te zijn. Die cliënte
behoorde tot zijn clientèle. Het cvs
(VD: CVS)
is het chronischevermoeidheidssyndroom.
De cire perdue (verlorenwasmethode)
is een methode voor het vervaardigen van bronzen beelden. Die
christusachtige christus is een Christusbeeld. De ceremoniën
(ook: ceremonies,
ceremonieën)
hadden een plechtig karakter. Voeg aan uw dicteelijstje maar toe:
Julius Caesar was ook een caesar, Celsius en cao-eis. Balkenende
woont in Capelle aan den IJssel. Is er
verschil tussen een calicotje
[oo]
[katoen]
en een tricotje [oo]
(stof voor
T-shirts, etc.)? Wie was Monsieur
Calicot eigenlijk? Antwoord: prototype van de
opgedirkte manufacturiersbediende.
10. Gaat
bedrijf X een café-chantantketen exploiteren of een keten
van café-restaurants? Het is allemaal hetzelfde: decaf, decafé,
decafeïne en decafeïné. De zege was dik- en dikverdiend [niet:
dik- en dikverdiend, wegens 'dik verdiend' los! - dit vervalt - dikverdiend in GB/VD].
De Kosovaarse was een echte kosmopoliet(e).
Is 'cosmetisch' afgeleid van 'kosmos' (heelal)?
Nee. De cosmos is een geslacht van
eenjarige zaaiplanten uit de familie der composieten. Als na-aperij
van de corso's wilden zij ook een corsootje. Het konvooi ging naar
Korinthe. Hij hield de conference
[optreden]
in het Concertgebouworkest. Er was consensus over het concert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten