Dictee – dictees [2498]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee 447 OUD, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee van de dag (410)
1. Een stalinorgel vuurt katjoesjaraketten (korteafstandsraketten) af in snelle opvolging. De planken stellage [plankenstellage] had ook een plankenvloer [planken vloer]. De plano-uitleg [uitleggen van gedrukte vellen papier uit de pers] was eigenlijk geen gezicht. 'Onder de plak zitten' slaat kennelijk niet op tandplaque (tandplak). Deze plasticbom [plastic bom] was met plastic geld [plasticgeld – hoezo? fiches?] betaald. Deze plastic plastieken moeten heel bijzonder zijn. Een plaquetje (plaquettetje) kan een dichtbundeltje zijn. Een plaketje is een aan één zijde versierde medaille. Een plakkaat kun je afkondigen. Is er een vertaalwoordenboek van Platduits naar Plat-New Yorks (vergelijk: Plat-Vroeg-West-Vlaams)? Ik bewandelde platgetreden paden. Het lint om de plattekaas (ook: platte kaas) (wittekaas = kwark) had een platte knoop. Het plompenblad [waterplant] lag naast een plomb [stuk lood]. De PLO is de Palestinian Liberation Organization (Palestijnse Bevrijdingsorganisatie). Een steentje kun je over het water keilen (kiskassen, plisjeplasje gooien).
2. Repletie is volbloedigheid (die plethora = volbloedigheid heb ik tegen dat ik weer als donor bloed moet geven). Een plimsollmerk geeft een beladingsgrens voor schepen aan. De plebejers (ze vormen het plebs) plachten plebejische uitdrukkingen te bezigen, vooral als er weer een plebisciet (volksstemming – met een grote opkomst) op komst was. De playboy mepte in het rond met de pleeboy. Ik kan me niet voorstellen dat de (het) plein-pouvoir [lastgeving tot verrichting van zaken zonder enige beperking] de atelierschilderkunst en het plein-air [schilderen in de vrije natuur] betrof. Plompverloren trok de tandarts zijn geplombeerde kies. De ondergeschikte was weer aan het pluimstrijken [vleien, kruipen]. De pluk-ze-wet heeft al veel opgebracht. Pluchevaste wethouders zijn plucheplakkers [znw.]. De pluchen [bnw.] beer lag dus op het pluchetapijt. De jongens waren weer aan het plukharen (vechten, polemiseren – bij schrijvers is dat pennentwisten). Stop het maar in de pmd-zak [in BE plastic flessen, metaalverpakkingen, drankkartons]. In een pluri-etnische [niet in wdb.: multiculti, multicultureel] samenleving zie je vaak een pluk-de-daghouding (ben ik nu racistisch?).
3. Het meisje had al heel wat pluissel van het pluizenbeest afgetrokken (of ben ik nu weer antifeministisch?). Slapen de kinderen in die typische tipi's [indianentent, wigwam]? Onze poetsster wilde wel in mijn poesiealbum (poëziealbum) schrijven. Een poète maudit is een min of meer asociale schrijver. Een poesjenellenkelder vind je als marionettentheater in Antwerpen. Poe-ee [verbazing: allemachtig], dat is een grote! Een poesaka was een erfstuk in Indië. Op Poerim [Hamansfeest, Lotenfeest] wordt vaak veel poerim [drukte] gemaakt. Kun je poulet [kip, kuiken] ook als poelet in de soep gebruiken? Een poelepetaat is een parelhoen en een pochet een lefdoekje. Ook Poetin weet dat een poed een Russisch gewicht is. In dat poepchique hotel moet je poepchic gekleed zijn. De plof-bv verkocht als dekmantel sundae, plombière-ijs. Poésie pure is de absolute dichtkunst (niet van dijken; de term is van Baudelaire). Wat is een poestaburger? Antwoord: een platte bal van gehakt vlees waarin kruiden en groenten verwerkt zijn. Podsolgrond is grond met inspoeling van schierzand [bleekzand].
4. Een portiuncula-aflaat [Portiunculakapel in Assisi – Franciscus! – en in de franciscaanse kerken] kun je op het Portiuncula-aflaatfeest verdienen. De zwager voelde zich door de rest van de familie buitengesloten: een typisch geval van buitensluiting. Wat is die grijnzaard een veinzaard [huichelaar], zeg. Die prodentglimlach verging hem wel op het procrustesbed. De mens is homoiotherm (homeotherm – warmbloedig, 'vaste' lichaamstemperatuur) en niet heterotherm (poikilotherm – koudbloedig). Met een thermocauter (thermocautère) kun je weefseldelen uit- of doorbranden. Wanneer gebruikt men Poldernederlands? Antwoord: als 'men' een hoogopgeleide vrouw is in de Randstad. Het is niet zo leuk meer in de bigbrothermaatschappij (dat vindt men ook bij zoeken op '*therm*'!). Het was pokkenweer. De pokkenlijer vond de nieuwe regenjas van een pokkenduurte, om niet te zeggen: bereduur. Hij had daarbij een waterproof [woh] (waterproef [waa]) trenchcoat (gabardine regenjas, gabardineregenjas) en een mackintosh [idem] op het oog.
5. De poisemaat [pwaa-zuh] is een niet-SI-eenheid van viscositeit. De polak [Poolse Jood] ving een pollak [vlaswijting, witte koolvis]. Een lapalissade is een waarheid als een koe. Dat woord is niet ontstaan uit een lidwoord en 'palissade' [maar naar Monsieur de la Palisse, held van een zeker lied]. Een point sur tête en een point allongé staan boven een noot, een point-to-pointrace vindt plaats op een rechte baan, het point-lacé is een borduursel, het pointillé is in millepointsbinding geweven stof, een puntdicht heeft een pointe, een point d'appui is een steunpunt en een point d'honneur is iets wat het eergevoel raakt. De pogrom [Jodenvervolging] was een poignante [schrijnend, ontroerend] vertoning; het pogoën [pogo = wilde, vrije dans bij punkmuziek, gekenmerkt door op en neer springen] trouwens niet minder. De poires belle Hélène smaakten prima. 'Polyglot(te)' kan naar een meertalige bijbel verwijzen.
6.
De mens zou polyfyletisch (polygenetisch)
zijn en afstammen van verschillende dieren. De term 'polyfyllie'
wijst op overtallige (boventallige)
bladeren bij een plant. Welke vragen stonden er op de polllijst?
Polsvoelen was een tic van deze arts. Pollinose (pollinosis)
is hooikoorts. Ze dansten de polka-mazurka. Schande! Hij veegde aan
mij zijn pollevieën [aan
zijn laars lappen]. Een hoody
(sweater met kap;
niet: foodie!
– met voedisme) kan je
identificatie bemoeilijken. Biljartkeus hebben pomeransen [knopje
van leer of vilt dat op het stooteinde van de biljartkeu gelijmd is].
En biljarters hebben de biljartkeuze gemaakt. Mag ik je haarpommade
[crème, lotion]
lenen? Wat wil je, pommard [bourgognewijn
uit de betreffende plaats] of
pomerol [bordeauxwijn
uit de betreffende plaats]? Wat
is correct: 'Pompejaans', 'Pompejisch' of beide? Beide.
Pongé is een lichte soort van taf. De voertuigen mochten
druppelsgewijs de pontbrug over. Het bonzen deed ons fronsen. Het
ponsen [doorslaan,
drevelen] deed de bijen gonzen.
Een porseleinservies [znw.]
is een porseleinen [bnw.]
servies. Pas maar op voor die pop-ups
[afbeelding op
scherm die openklapt en heel irritant kan zijn: zoek op internet dus
een goeie
pop-upkiller]. Overzie
je wel de portee [reikwijdte]
van het huren van deze portakabin
[kèh-bihn]
[kant-en-klaar
geleverd tijdelijk gebouw]? De
portorico [rooktabak
van het gelijknamige eiland] komt
uit Porto [ook:
Puerto] Rico.
7.
'Brunch' is een porte-manteauwoord
[samentrekking:
breakfast +
lunch].
Een porte-malheur is een onheilsbode, een porte-lettres een omslag
voor stukken en brieven, een porte-bonheur een gladde armband, een
porte-brisée een vleugeldeur, een porte-cigares een sigarenkoker en
een porte-crayon een potloodhouder. In de poshte [niet
in wdb. – 2021 wel:
bekakt] buurten wordt het meest
port-salut (trappistenkaas)
genuttigd. Potverteren is de pot verteren. Een
pot-au-feu is een
stoofpot van vlees met bouillon en groente [en
een pot à feu een decoratieve vaas],
een pot de chambre is een nachtspiegel, pots-de-vin
zijn steekpenningen, van een spaarpot kun je een betaalpot maken
(tv-reclame),
de potica is een lekkernij uit Slovenië, een potje-dek is een
ketellapper, potje-met-blommen is een bastaardvloek, dat sujet
[persoon, meestal
ongunstig] is een lastig potnat
(potstuk – mens,
snuiter) en poudre de riz (poudre
d'iris) is gemalen en
geparfumeerd talkpoeder, als blanketsel [bij
maquillage, schminken] gebruikt.
Het gemiddelde potlife [gebruiksduur
van iets aangebrokens] is drie
maanden. Het is allemaal één pot nat.
8. Een potemkindorp is een façadegemeente [alleen in schijn]. Bij het WK poolbiljart waren de spelers in poules verdeeld. 'Poesje' is een verkorting van 'pousse-café' [glaasje cognac of likeur na een kop koffie]. Ik doe dit pour les beaux yeux de [uit pure liefde, zonder bijbedoelingen] Miep. 'Publiek-private samenwerking' wordt afgekort tot 'pps'. Ten onrechte heeft de gedachte postgevat dat potas [kaliumcarbonaat] oorspronkelijk iets anders was dan de naam suggereert. Het is wel zo dat bijtende potas kaliumhydroxide [KOH] is. Het cenakel was de zaal van het Laatste Avondmaal [ook: lit(t)eraire of machtskring]. Een triakel (complex geneesmiddel – ook: teriakel) heeft wel iets van een panacee [middel tegen alle kwalen]. Een miraculeus mirakel is verwant aan een spectaculair spektakel. Een pentakel [pentagram, druïdevoet] is een drudevoet. Het Delfts orakel is niet het orakel van Delphi, het pythisch orakel (figuurlijk wel delfisch!). Een hibernakel [plant] heeft winterknoppen. De afkorting 'h.o.d.n.' staat voor 'handelende onder de naam' (bijvoorbeeld: vof Bakker – vennootschap onder firma). Een fabrikant heeft een fabriek waar de fabricage van fabricaten plaatsvindt. Was dat PPS (postpostscriptum) nou echt nodig
9. Pyridine komt in nicotine voor, pyridoxine is vitamine B6 en water is H2O. Als grapje moet daar voor 'HOOI' nog een 'I' achter (H2OI). Het qu'en-dira-t-on zijn praatjes. De Taalunie zou een powerpointpresentatie (ook: P...P...) verzorgen (ze zouden powerpointen), waarbij de pianist dan ppp (pianississimo) speelde. De practical-jokers onder de praktikanten haalden practical jokes uit tijdens de practica. De prairie-indiaan wilde er niet over prakkiseren (VD ook: e, alleen: afprakkeseren). Ik wilde niet zeggen dat je foeilelijk bent. In die laatste zin is sprake van paraleipsis (praeteritio, pretermissie, paralipsis – juist onderstrepen wat je pretendeert te verzwijgen). Praxeologie is de studie van het menselijk handelen. Een praktiserend arts heeft een praxis (een praktijk). Dat was een prakticabel plan. Wat een cursor is weet je, een precursor is een voorloper. Er was geen rouw, nadat de prauw zonk. De pratatieve [praatgraag] carabas [parvenu, blaaskaak] zou nog prat gaan [fier, trots, hovaardig zijn] op de door blinde fortuin [puur geluk] verworven grote rijkdommen.
10.
Eén oud aandeel kan worden gelijkgesteld aan drie nieuwe. Ten slotte
(in één keer
goed geschreven!) enkele
'pre'-woorden:
pre-embryonaal [eerste
twee weken], preëmptief
[preventief],
pre-emeritaat [voortijdig],
pre-industriële [voor
het industriële tijdperk],
premier cru [kwaliteitsaanduiding
van wijn], préjugé
(vooroordeel),
prednison [geneesmiddel],
prelude [voorspel,
dat voorafgaat],
pre-electoraal
[voor de
verkiezingen] en preëminent
[boven andere(n)
voortreffelijk].