zondag 7 november 2021

2468 Dictee woensdag 10-11-2021 (1) dictee Dictee van de dag (388)

Dictee – dictees [2468]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee 469 OUD, geheel herzien naar situatie 2021

Dictee van de dag (388)

Surinaams-Nederlands

1. Is er een Caricom-land [Caribbean Community and Common Market], waar ze Surinaams-Nederlands spreken? Jammer dat er bij het Moerdijkdictee 2011 in Zevenbergen was aangekondigd 'met een vleugje Surinaams', terwijl er in werkelijkheid geen woord Spaans (pardon: Surinaams-Nederlands) bij zat … Daarom hier maar een dictee met Surinaams-Nederlandse woorden, dan doe ik toch nog iets met de opgestelde lijst. Suriname is op weg een modern land te worden, met de SRD (Surinaamse dollar), de ASFA (vereniging van fabrikanten, niet meer in VD), een democratische Assembleevergadering (verkorting van Nationale Assemblee; men spreekt nog steeds over de Decembermoorden en de Binnenlandse Oorlog), huizen met wenerhouten [SR: Wener voor Weens] meubelen, het Natin (Natuurtechnisch Instituut, niet meer in VD), de
Oost-Westverbinding (niet specifiek meer in VD – o w dus), het BOG (Bureau Openbare Gezondheidszorg – GB), qua onderwijs met
vos(-)scholen (uitspraak! – SR: voortgezet onderwijs voor senioren; vosscholen, NL: Vrouwen Oriënteren zich op de Samenleving),
voj-scholen [SR: voortgezet onderwijs voor jongeren] en gloscholen (SR, letterwoord; NL: glo-school – initiaalwoord – gewoon lager onderwijs), WAM-stickers [Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen] op de motorvoertuigen en opvallende creools-Surinaamse vrouwen die angisa's [traditionele hoofddoek] dragen of kotomisi's [creoolse vrouwendracht] zonder viesterij [smeerboel].

2. De politiek is heel actief. Aan partijen noteren we: de VHP (voorheen: Verenigde Hindoestaanse Partij, thans: Vooruitstrevende Hervormingspartij), DA91 (Democratisch Alternatief '91), DNP2000 (Democratisch Nationaal Platform 2000), NDP (Nationale Democratische Partij), NF (Nieuw Front) en de SPA (Surinaamse Partij van de Arbeid). Het land is verdeeld in districten: Para, Brokopondo, Commewijne, Marowijne, Sipaliwini (inwoners: Sipaliwiniërs of Sipaliwinezen), Saramacca, Nickerie, Coronie, Paramaribo en Wanica. Er wordt Parbo (bier: een dyogo is een literfles) gedronken en scag (Surinaamse heroïne) gescoord. Het Trio is een taal, een Trio een indiaan. Ook Warau heeft (net als Boni) een dubbele betekenis: taal en indianenvolk. De gangbare taal is het takitaki (Sranan, Sranantongo, VD ook: Sranang, Sranangtongo). Er is het Jeugdparlement (niet specifiek in VD – dan j). Sommigen denken nog terug aan het Junglecommando. Het Matawai is de taal der Matoeari, het Kalina is het Caribisch (Caraïbisch) dat in Noord-Suriname gesproken wordt. De her(i)heri is een verrukkelijk eenpansgerecht.

3. Kwinti is een stam van bosnegers. Die laatsten hebben als geheimtaal Kromanti. Op het gebied van feesten is er van alles te beleven – vergeet ook niet de Anansitori, het verhaal over de spin Anansi (tori is verhaal): een bijlegfuif is een American party (niet in VD), Bodo is het Suikerfeest, Holi (of Phagwa: stamt volgens VD van Holi Phagua [Hindoe]) is de officiële naam van het holifeest (of phagwafeest: een hindoefeest in verband met het hindoejaar), het Divali (met divalifeesten en divalioptochten), het kabulafeest (oe – kabula is een muziekstijl), kaseko is creools-Surinaamse dansmuziek, de kaskawi is een zangstijl en ze eten krawkraw [kraa-kraa] (chips van de cassave). Ouma (grootmoeder) was de ster van het feest.

4. Flora en fauna hebben daar hun eigen naamgeving: aboma (de slang anaconda), aguma en amsoi (bladgroenten), de awara (boom en vrucht), de awari (buidelrat), een bacove koop je in de bacovewinkel (met cassavebrood), liefst met een beetje baksis (extra), bibit zijn de zaailingen van rijst, een birambi is een blimbing (een vrucht, ook de fransmanbirambi!), de blakaipesi zijn de zwartoogboontjes, de fayalobi (een sierheester), de swipi (zweepslang), de twatwa (de zwarte bisschop, een vogel), frangipanes (sierboompjes), grietjebie (zangvogel), guave [uu] (vrucht en boompje), ijzerhart (zekere loofboom – lucht), kabbes (kool- en houtsoort), de kankantri (de wilde kapokboom), de kutai(s) (de hoogkijker, een vis), de kubi (ombervis), de krobiya (een zoetwatervis), kwasibita (bitterhout) en lokus (Surinaams teakhout) (VD ook: lokust), markusa [oe] (de passievrucht), masala (poeder van specerijen) en mopéstroop van de mopé [SR: eetbare, pruimvormige, gele vrucht].

5. De napi is de eetbare knol van de yamswortel, de noni is een struik (ook: dibri-apra of dibri apra – niet meer in VD, duivelse appel), orgeade is amandelmelk, padie is rijst (in het algemeen), de pauwies is een vogel (niet in VD, meervoud: pauwiezen), persad is een zekere zoete vegetarische spijs, een pikolet is een zangvogel, een pipa is een Surinaamse pad, een powisi een soort vogel, roti een gerecht, een rowti een dikbekje, een sabaku is een kleine reiger, een sarasara een garnaal, een siksiyuru een zingende cicade, de sopropo een bittere komkommer. Zou de DNA-voorzitter (van die je weet wel, die Assemblee) ze allemaal kennen? Hij houdt gegarandeerd van teloh [tee-loo] (gefrituurde cassave) en drinkt (? nou ja) er floridawater [SR: reukwater op een basis van alcohol met geur- en kleurstoffen] bij. Ook tjauwmin (dunne bami) eet hij graag.

6. De godsdienst is goed vertegenwoordigd: een bonuman is een sjamaan van de wintigodsdienst, een obia is een voorwerp met magische kracht. Een ograikraal helpt tegen het boze oog. Een piaiman is een indiaanse sjamaan. Porknokkers (goudzoekers) vinden soms een pipit (pépite = goudklomp) en zingen dan een vrolijk liedje (poku). In de sodafountain (een bar) speelden een schudbus, ritme-instrument, een apinti (trom) en een skratjie (= skraki, ook een trommel; skratjie pokoe = skrakipoku = traditionele creools-Surinaamse zang begeleid door drums, voorloper van kaseko! – alles: VD). Shutters zijn een raam bestaande uit horizontale, kantelbare houten latten of glazen strips in een gezamenlijke omlijsting. Een bastiaan is trouwens een negeropzichter. Als je een brasa krijgt, is dat een omhelzing en als je aan bosyaws (meervoud) lijdt, is dat leishmaniasis (enkelvoud). Voor de formele betekenis van 'creool' moet je maar in Van Dale kijken: dat is een heel verhaal! Ga je mee naar de dansi (het dansfeest)? Bij pech: djak(ken) is krik(ken). In VD kwam ook nog voor: 'dyuka' (bosneger van gelijknamige kreek) en 'dyumbi' (dwaalgeest)

7. Diversen. Een bosneger kan tijdens de slavernij gevlucht zijn (een marron) of zelf al in vrijheid geboren zijn. Een oloysiketi is een halsketting en een orni een lange afhangende sjaal. Met een pantje draag je een lendendoek en kijken naar pagara is kijken naar vuurwerk. Een pastifi is een spleet tussen de tanden. Een placer is een open groeve of een goudveld. Een plane [ee] is een vliegtuig en een pleier een combinatietang. Een advocaat wordt praktizijn genoemd en recappen (van banden) is coveren. Een ricecooker – u raadt het – is een rijstkoker. Als je samosa eet, is dat een pasteitje en saoto is een pittige soep. Dawet is een drank van water met kokos en maizena, meestal vermengd met rode limonadesiroop. Een dogla is iemand van creools-Hindoestaanse afkomst. Dollariseren is een bedrag uitdrukken in US-dollars. Bij dozeren wordt een bosperceel vlakgemaakt (denk aan bulldozer!).

8. Een egraz is een strijkinstrument en een ereorde (GB, Wikipedia: Ere-Orde van de Gele Ster, SR) is een zekere onderscheiding (ridderorde). Filariasis (ook: filaria) is een ziekte (tropische ziekte van het lymfvatenstelsel, veroorzaakt door een worm). Een surinamist beoefent de surinamistiek: de studie van de Surinaamse talen, letterkunde en geschiedenis. Een surined is in de jaren zeventig naar Nederland vertrokken. Suripop is de pop zoals die in Suriname beleefd wordt en een suriprof is een betaaldvoetbalspeler uit Suriname. Bij de kinderen is tikipaw een pinkelspel. Ook de mannen daar hebben een tollie (penis). Een grappig woord is 'wied': onkruid. Wisi is zwarte magie en wasi is de magische reiniging. Winti-ensembles spelen bij wintirituelen. Yaws (enkelvoud) is framboesia en een zwamp is een angstaanjagend moeras. Een garimpeiro is een goudzoeker. Een hebi is een verkeerde gewoonte, een onhebbelijkheid.

9. Ghee [gieg van goal] is botervet. Een monkimonki is een doodskopaapje. De moksaleisi is een eenpansgerecht. De mauritiuspalm kan hoog worden. Een mati is een lesbo en een mattie is een vriend. Een mall is een overdekt winkelcentrum en een makaperi is een sieraad. Het woord voor 'moeder' is 'madrie' en een leriman is een zendeling. In het winti is een leba een geest. Kroien is (geheimzinnig) werken met kroi; dat kan een voorwerp zijn. Een koep is een hok onder de trap en kukaleisi is snelkookrijst. Een kawina is een cilindrische trommel en een kasmoni is een spaarkas met bijbehorende uitkering. De kasiri is een drank. Einde SR!

10. De Adek is de Anton de Kom Universiteit. Het Advertentieblad is het blad van de Surinaamse overheid. Een ams'er is leerling van de algemene middelbare school. Een blakaman is een neger of negroïde man. De bitawiri is een heester. Dram is een zekere sterk alcoholische drank gestookt uit de voorloop van rum. Een houwer is een lang kapmes, een machete. Djoinen is je aansluiten bij, meedoen met [vgl. Engels, NL: join the club]. Ketikoti is de herdenking van de opheffing van de slavernij (het ketikotifeest). De mofokoranti is de volksmond als roddelcircuit. Een okselstick is een deodorantroller. Een tabbetje is een eiland in de rivier (voorbeeld: Langetabbetje, een plaatsnaam). Een zwageres is een schoonzuster.

11. Het restant van dit dictee is toegevoegd, teneinde dit ten slotte de gebruikelijke afmeting te geven. Daarmee is dit dictee dan ten einde. Met zijn melkertbaan leidde hij de koeien 's nachts over de melkweg onder de Melkweg. Een mihrab is een gebedsnis. Is dit sterrenbeeld extra- of anagalactisch [buiten ons Melkwegstelsel, de Melkweg liggend] en behorend tot een [andere melkweg of ander] melkwegstelsel? Wat is een 'mene tekel' [dreigende waarschuwing] en wat betekent 'memento mori' [gedenk te sterven] (en 'memento vivere' – denk eraan te leven)? Hij had ménière [de ziekte van Ménière]. Een menhir is een megaliet [groot rotsblok – in de prehistorie gebruikt als monument of graf].

12. Geef mij maar zo'n lekker consommeetje [soep]. Er was na consciëntieus overleg consensus over te verlenen concessies met betrekking tot de consciëntiestoppers [aardappelen]. 'Gouden oorijzer' is een contradictio in adjecto [bnw.]. Vooraf warming-up, achteraf coolingdown. De conveyer (transporteur) was de convoyeur [begeleider] van het konvooi.

 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten