donderdag 25 november 2021

2492 Dictee zaterdag 27-11-2012 (2) – dictee Over wie zou dit gaan ...

Dictee – dictees [2492]


Over wie zou dit gaan?

Betreft: Dictee Zutphen 2013 (auteur: A.L. Snijders, pseudoniem van P.C. Muller)

Boek: Slibreeks, nummer 148, titel ‘26 ZKV’ (zeer korte verhalen).

Hieruit p. 39-41 (verhaal 13)

 

Aanhalingstekens

1. Omdat Lionsclub Zutphen-Kattenhaven mij heeft uitgenodigd het vijfde Groot Zutphens Dictee voor te lezen, denk ik na over mijn handicap, ik kan niet goed spellen. Toen ik het woord accessoires voor het eerst las, bedacht ik een ezelsbruggetje voor de dubbele c en de dubbele s. Maar het lukte me niet dat ezelsbruggetje te onthouden. Daarom heb ik nooit vrijwillig meegedaan met dictees, ik kon de wedstrijd toch niet winnen. Toen ik een jaar of veertig was las ik in de krant dat kinderen die van nature linkshandig zijn allerlei kwalen kunnen krigen als ze op school tot rechtshandigheid gedwongen worden. Ze moeten bij links of rechts altijd blijven nadenken, ze blijven lang in bed plassen, en de kans op dyslexie is groter dan normaal. Ik vroeg het aan mijn moeder. Zij herinnerde zich dat ik inderdaad als kleuter linkshandig was en in de eerste klas van de lagere school gecorrigeerd werd. Ik was dus waarschijnlijk de eerste dyslecticus die het Groot Zutphens Dictee voorlas.

2. Wat me het meest trof was de mededeling van de jury dat de Nederlandse Taalunie het dictee had goedgekeurd. Deze mededeling had duidelijk gewicht. Ze werd meermalen herhaald. daarbij kwam nog een andere maatregel die mijn aandacht trok, er waren twee prijscategorieën. Een voor de bewoners van Zutphen en omstreken, en een voor de buitenstaanders. Op de voorste rij zat een man die zich erg op zijn gemak voelde. Hij maakte grapjes over de autoriteit van de Taalunie en bleek ook anderszins goed ingevoerd te zijn. Zelf vond ik het dictee erg moeilijk, ik was blij dat ik niet in de zaal zat maar achter het (de) katheder stond, wat mij ontegenzeggelijk enige autoriteit schonk. De zesenvijftig deelnemers maakten samen 1131 fouten, de Zutphense winnares maakte er zes, de tweede prijs ging naar twee autochtone deelnemers met acht fouten, de derde prijs was voor iemand met tien fouten. De man op de eerste rij (uit Breskens, wat je noemt een buitenstaander) had één fout gemaakt, hij protesteerde, zijn fout was geen fout, de jury maakt een fout door deze fout een fout te noemen. De jury hield voet bij stuk en wees zoals voorzien naar het gezag van de Taalunie. Ik was verzeild geraakt in een onbekende wereld, ik begreep dat er een rondreizend dicteecircus bestaat, met fundamentalistische deelnemers die bereid zijn hun leven te geven voor een aanhalingsteken. ik genoot, maar hoop toch dat de AIVD via infiltratie in Breskens een burgeroorlog kan voorkomen.

 

Noot

Ik schreef correct: zoveel onderaardse gangen … Net als in ‘zoveel hoofden, zoveel zinnen’ en dus niet ‘zo veel’. Mijn nachtelijke mail aan de Taalunie werd de volgende ochtend al heel vroeg beantwoord met boetedoening … RL

 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten