donderdag 1 april 2021

2162 Dictee zaterdag 03-04-2021 (1) dictee Dictee van de dag (167) √

Dictee – dictees [2162]

Oefendictee 690 OUD, geheel herzien naar situatie 2021

Dictee van de dag (167)

1. Het GEB is het Gemeentelijk Energiebedrijf. Een epa is een energieprestatieadvies. Ik heb hem en échec [schaakmat, in bedwang]. Een enfant gâté is een verwend kindje. Na een drukke dag: enfin seuls [eindelijk samen alleen]. De Engelen is de laagste onderafdeling van de negen engelenkoren. De aartsengelwortel is groter dan de angelica, de angélique, de engelwortel. Hij heeft als nering een en-groszaak [groothandel – en gros]. Een caprilegging [tot onder de knie] is veel korter dan een enkellegging [tot de enkels – legging = fluisterbroek]. Je moet een enkhuizer [zeewezen: herhaalde slag van een kabel om de beting = voor vastleggen trossen, vgl. bolder] op dat touw leggen. Een enkwest is in België een enquête. Hij voerde een en-passantslag [schaken – en passant, e.p.] uit. Zij kwam en nage, geheel bezweet, aan. Enroberen is met chocola bedekken. Het ensceneren is de
mise-en-scène [bij toneel – door een metteur en scène!]. De ziekte van Crohn heet ook enteritis regionalis of crohn [dunne/dikke darm]. Een en-tête is een koplijst, en tête [aan het hoofd] betekent iets anders. Met entrain (voortvarendheid) ging hij en train (aan de gang). Een
en-tout-cas: paraplu, Velours épinglé geribd fluweel.

2. Entre deux vins is halfdronken. Bij indiensttreding kregen ze een entrée de campagne [speciale toelage militairen]. Waar blijft het entremetstje [tussengerecht – ts niet uitspreken]? Een enuntiatieve opsomming is niet-limitatief [niet-volledig]. Een clutch is een enveloptas. Er heerst daar een epizoötie [besmettelijke ziekte dieren]. Terzelfder tijd is tezelfdertijd. Beschrijf het Eolisch kapiteel [archaïsch Grieks kapiteel met twee horizontaal uitstekende krullen waartussen een palmet oprijst]. De eonothem [gesteenten in een bepaald eon] is een chronostratigrafische entiteit. Een épagneul is een spaniël [hond]. Overdonderen, epateren, is épater le bourgeois. Epea pteroënta zijn gevleugelde woorden. Is die malaria-epidemie al voorbij? Een epifytwoestijn is een streek waar geen korstmossen (meer) groeien. Een epithalamium is een bruidsdicht. Epoque maken [beroemd worden] was in de belle époque moeilijker dan nu. Wat ben jij een malle eppie. Een epyllion is een klein epos. Het EQ is het
emotionele-intelligentiequotiënt. 'Equalizer' en 'economiser': let op!

3. Hij is epris van [verzot op] drop. Een equerre is een trommelkruis. De judo-equipe was te laat; hun alleenreizende co-equipier was wel op tijd. De maltezer [hond] blafte (het was geen imitator(?)). Deze plant is erectifloor [met opgerichte bloemen]. Zou hij de Erebus (onderwereld) nog ooit verlaten? Hij is een erentfest [zeer achtbaar] medeburger. Palestina is het Erets Jisraël. De erflater doneert postuum aan de erfgenaam. Ze deed behoorlijk klootzakkerig. De Erinyen zijn de wraakgodinnen (Grieks: Alecto, Tisiphone, Megaira, Romeins: Furiën). De eroev is de omheining waarbinnen op sabbat ‘dragen’ geoorloofd is. Eroten, putto's, zijn minnegodjes. Zou het ertoe doen? Jullie moeten er het zwijgen toedoen. Het erwtencysteaaltje [k] parasiteert op erwten en veroorzaakt de sint-jansziekte. Het bolletje was erwtgroot. Erysipelas is belroos (voortschrijdende huidontsteking gepaard gaand met blaasvorming). Een esanaut is een Europees ruimtevaarder.

4. De ESBL-bacterie maakt extended spectrum beta-lactamase. De escabeche is een Spaans koud gerecht. De Escosijnse (blauwe) steen is blauwe arduin. Een étang is een hafachtig zoutmeer. Ook deze estheet doet aan estateplanning [nalatenschap]. De état-major was de staf van een opperofficier. Ethyl is een verkorting van tetra-ethyllood. De été de la Saint-Martin is de nazomer. Wat leert het euhemerisme [goden beschouwen als verheerlijkte bijzondere mensen]? Het euphuïsme is een gekunstelde literaire (GB ook: tt) barokstijl. De Euribor is de euro interbank offered rate. De Eurogroep (Ministeries van Defensie, vergelijk: Eurokorps = gezamenlijke defensiemacht) is kennelijk belangrijker dan de eurogroep (ministers van Financiën). Het Euroland bestaat uit eurolanden. Met Oud Europa wordt West-Europa bedoeld. Een europaschip is groot. Verloopt de Euromediterrane samenwerking wel voorspoedig?

5. Deze eva, een evangelische jongere, droeg een evaatje ((mors)schortje). Onze pr-man [public relations] lijdt aan evaluïtis. Een evenveeltje is een quatre-quarts [gebakje – 4 ingrediënten]. Zullen we naar die opera-evergreen [klassieker, al generaties populair] gaan? Hij heeft luie Evert op zijn rug [loom door de hitte]. Een EWS is een earlywarningsystem. De E10 is een E-weg. Mijn exgenote heeft nu de kinderen. Een expogee is een ex-politiekegevangene. Een eyvan is een nis met een koepelgewelf rond het centrale plein van een moskee. Een ezelshert is een paterdavidshert. 'Der' is femininum van 'de'. Famam extendere factis, zijn naam door daden groot maken, dat past wel bij Piet Hein. Is die piet-in-'t-hok [brandewijn met suiker] trouwens gepietheind [gegapt]? Hij is van de familie Van Kleef [gierig] en van mij familie van Adamswege. Hij komt weer met een fantaisistisch [niet serieus, uit de lucht gegrepen] fabuleusisme [iets fabelachtigs].

6. Een farmaceut is klant van de farma-industrie. Hoeveel pharmaceuticals [bedrijf] ken jij? Farnasol ruikt naar lelietjes-van-dalen (staan die ook al in Van Dale?). Fasching is carnaval, fasces zijn een bijlbundel. Is de (het) nieuwe fascikel [aflevering boek of tijdschrift] er al? Ontsteking van het bindweefselvlies is fasciitis. Het is bon ton [welgemanierd] om fashionable [naar de mode] kleding te dragen. Dat wordt een fatigante [vermoeiend] reis. Vanavond gaan we lol trappen. Wat zijn jullie toch een stelletje faux naïfs [schijnbaar onnozelen]! De favelafunk is de baile- [baaj-luh] of riofunk. Een favicon is een
pagina-icoon of urlicon. Wie zijn jouw favo's [favoriet]? De fax et tuba [aanvoerder, belhamel] droeg favoris [mv.: bakkebaarden]. Hij spaart postzegels en munten, en is dus dol op fdc's (first day covers – postzegel) en FDC's (fleurs de coin – munt). Featherbedding [bevoordeling, in de watten leggen] gebeurt (hoogst)zelden belangeloos. De Februariramp was een watersnoodramp [en zeker geen waternoodramp – maar wel ‘de Watersnoodramp, sinds 2021 in VD!]. Wat in Nederland de Dag van de Arbeid is, heet in België het Feest van de Arbeid.

7. We zullen wel weer achter de feiten aan lopen. Het was aangenaam in die felverlichte (fel verlichte) felblauwe ruimte. De rooms-katholieken hebben hun felix culpa [gelukkige schuld, er is immers verzoening], de Oostenrijkers hun felix Austria [het gelukkige Oostenrijk]. Felones de se zijn zelfmoorden(aars). De feitelijke rechter is de judex facti. Die ijzeren platen moet men nog felsen [omvouwen en vastslaan]. 'Fellatio' is een feminien woord en mijn Klaartje is feminini generis [van het vrouwelijke geslacht]. Vamps zijn femme(s) fatales [verleidster], onder wie weinig femmes savantes [+] [geleerde vrouw, blauwkous]. Een fenakistiscoop [draaischijf met beelden, illusie: bewegende] draait ook wel zonder fenacetine [afleiding van paracetamol]. Fencyclidine [narcosemiddel koeien, paarden] wordt ook als drug gebruikt. Bij een fenêtre à terre vind je vaak een Frans balkon [balustrade in gevelvlak]. Het Chinese 'feng shui' [uitspraak, 2x] betekent letterlijk: wind en water. De Fenians waren lid van een geheim genootschap [Ierland staatsrechtelijk vrij van Engeland]. Fenneken (Fenneks) zijn geelrossige Noord-Afrikaanse woestijnvossen. Een fenocryst is een voorkristal.

8. Anisool is fenylmethylether. De Feriae zijn de Romeinse kalenderfeesten. Ze hebben een fermette, een soort cottage, gekocht. Een fermier général was een belastingpachter tijdens de Franse monarchie. In een ferrarisschijf [ih] ontstaan wervelstromen. Wat voor soort 'steen' is fecoliet [harde ontlasting]? De Fernliebe aus Nachbarhass moet wel leiden tot fernweh [weemoedig verlangen naar verre, onbekende landen]. Een ferronnière is een voorhoofdssieraad. Op de fête champêtre [tuinfeest] werden fêtes galantes [+] [geschilderd landelijk tafereel] getoond. Iedere bèta weet, hoe je 'feta' schrijft. Vertel eens wat FEU [forty feet equivalent units – lang, van containers] en TEU [twenty] zijn … Hij is bezield met feu sacré (heilig vuur, het vestaalse vuur). Een fiat executie is een verklaring van geen bezwaar tegen de uitvoering van een vonnis door de daartoe bevoegde autoriteit. De cystische fibrose (cystic fibrosis, CF) is de taaislijmziekte. Een fidus Achates [trouw metgezel] vertoont zeker geen fides Punica [trouweloosheid]. Hé, kijk daar: (so)fiekruid.

9. We eten paella. Hun fieselemieën [tronie] staan me niet aan. Een fietscross is voor BMX'en [bicycle motocross]. Het is hei of fij met hem [overdreven, altijd uitersten]. In volkstaal denken ze soms:
laat-ie-fijn-zijn, of: hij is fijn. Fijnkost is charcuterie. De fikh is de jurisprudentie van de sharia. Fila brasileiro's [vechthonden] kom je beter niet tegen. Zij heeft al heel wat fil-à-fils gemaakt [weefsel met lichte en donkere draad]. Glansgaren heet ook fil d'écosse. Nee, filet americain, filet d'anvers, filet mignon en filet pur hebben we helaas niet meer. Een fille d'honneur is een staatjuffer [staat = stoet, gevolg]. Vond je die film noir [dreigend, grauw] indrukwekkend? Die filologische uitgave van Warenar [middeleeuws blijspel] is wetenschappelijk geannoteerd. Van nature is iedereen filosofaster [matigt zich aan filosoof te zijn]. Een still is een filmfoto. Hij is een fils à papa (rijkeluiszoontje), en dus eigenlijk vanzelf ook fils de famille (van goeden huize). Het fine-fleurgezelschap [keur ingezetenen plaats – fine fleur] nam het er goed van: ze kregen een finesthourgevoel [hoogtepunt].

10. Tegenover 'nog is Polen niet verloren' staat de wanhoopskreet 'finis Poloniae' [hoogste graad van wanhoop]. De finoegristiek bestudeert de Fins-Oegrische talen. De Firato is de Vereniging van Fabrikanten en Importeurs van Radiotoestellen en Technische Onderdelen. Hij vliegt first class en is dus firstclasspassagier. Hij is practicus en heeft een first-things-firstbenadering. Die firstladypositie is niet gemakkelijk. Fitties zijn ruzies. De FIVA was in Nederland de Vereeniging van Fabrikanten en Importeurs van Verbruiksartikelen. De fikse vent zette een fix (shot). Hij verdiende een fixe (soort van fixum = vast gedeelte van het loon naast de provisie) naast veel fooien (sirihgeld, pot-de-vin, etc.). Die spiderman hing halverwege. Spiccato is met springende stok. Spes alterius vitae: hoop op een beter leven (staat boven kerkhoven) en spes gregis: hoop der kudde.

11. Op '*wijl*': bij tijd en wijle, zonder verwijl, onverwijld, swijlen(s) – intussen, onderwijl, overdikwijls (weinig gebruikt = overmatig vaak), middelerwijl (inmiddels), langwijlig [langdradig], kwijlslab en -lap, kwijlebal [die kwijlt], kortswijl [grap] en kortswijlen [schertsen], kassiewijle [asjeweine, etc.: dood], dewijl (omdat), bijwijlen [soms. van tijd tot tijd] en allewijl (gewestelijk: tegenwoordig). Terwijl u dit leest, beleef ik mijn [VD] 15 [alleen cijfers!] minutes of fame


Geen opmerkingen:

Een reactie posten