vrijdag 16 april 2021

2183 Dictee zondag 18-04-2021 (3) dictee Blogversie Vierde online-BeNeDictee 2021 René

Dictee - dictees [2183]

Blogversie Vierde online-BeNeDictee 2021 René

De 80 woorden in vet en 10 in de shoot-out moesten worden ingevuld. Toelichting in blauw.

Haal de beenderman [= Magere Hein, de dood] uit de duisternis, hij hoort bij ons (auteur: René Dijkgraaf)

1. Flits!

Wat was dat?

Dat was je leven, jongen.

Dát was snel, mag ik er nog een?

Nee, sorry.

2. John Cleese' [niet in wdb. eindigt op sisklank – s] beroemde tekst verwoordt pregnant ons gevoel bij het ontwaren van Kille Kobus [de dood]. Maar daar is meer over te zeggen. Sommigen, onder wie ikzelf, proberen uit het leven te halen wat erin zit [erin zitten, GB], omdat onze tijd op aarde beperkt is. Anderen zien hun bestaan meer als droog oefenen voor het échte leven na hun verscheiden, waarvoor dan eerst nog een sanhedrin- [Hoge Raad bij de Israëlieten ten tijde van Christus] of Rota-achtig [rechtscollege van de Heilige Stoel] toelatingsexamen nodig is. Beide groepen laten het sterven zelf vaak buiten beschouwing, soms omdat ze meer aandacht hebben voor de kleine dood [petit mort, het orgasme] dan voor de grote, of gewoon omdat het saintes nitouches [kruidje-roer-mij-niet] zijn. Hoedt [zonder ‘zich’: Hoed] u zich voor struisvogelangst, er huizen heus geen fyofyootjes [fyofyo = tropische bedwants] in het sterfbed! Anders lopen we het gevaar onvoorbereid te zijn wanneer we zelf grondheer [= dood en begraven] moeten worden. Dan kan Vriend Hein [de dood, Pietje de Dood] ons onaangenaam verrassen, want zelfroosteren [zelf de werktijden bepalen] is er niet bij en hij kent onze naw-gegevens [naam, adres, woonplaats]. Hij vindt ons echt, al wonen we op de hoogstgelegen [lemma GB] berg.

3. Wanneer de groene zoden langzamerhand in het zicht komen en de canopendeksels [canope + n = asurn, lijkvaas] al klaarliggen, wordt het noodzakelijker en makkelijker het levenseinde op ontspannen wijze te bespreken. Ouderdom maakt vrij. Met die vrijheid wil ik u vanavond graag lastigvallen. Niet in klassiek Grieks of Hoog-Costa Ricaans [vgl. Plat-New Yorks], maar ik zal het gebruik van hypallage's [vb. een goed glas wijn] en tongtwisters [twister = o.a. tornado] niet schuwen. Hopelijk zult u daarover niet met me ruziemaken ... (En anders heb ik wel een serestaatje [kalmeringsmiddel] voor u.)

4. De navolgende vraag is essentieel: hoe komt het toch dat veel mensen denken de Knekelpiet [de dood – VD, hoofdletter – in citaat – mogelijk betwistbaar, vraag aan VD] op een dwaalspoor te kunnen brengen door zijn bestaan te verzwijgen? Dat heeft mijns inziens alles van doen [m.i. los – vandoen (GB) = nodig] met maatschappelijke veranderingen. De meeste mensen hebben tegenwoordig ruim tijd voor individuele ontplooiing, pret maken en voor de staatsloterij [GB/VD – alleen met ‘Nederlandse’ ervoor zou het wellicht een eigennaam kunnen zijn]. Spreken over moeilijke onderwerpen als ons inslapen wordt dan algauw iets beangstigends. Niet zo erg als de Grande Peur [natie bedreigd door de onheilen van de Revolutie] voor de Franse Omwenteling [= Revolutie], maar toch. Ook de toenemende secularisering is van invloed.

5. Maar er speelt iets veel belangrijkers: vroeger lichtten mensen het anker in de schoot van hun familie. Opa, die de vruchten zijner dagen afristte [afristen – zoals van bessen] in het gezin van zijn dochter, werd magerder, kreeg aangezichtsspiermyorrhexis [spierscheuring] en osteofyten [kleine botwoekering in de buurt van een gewrichtsvlak], waarna ecchymoseverschijnselen [bloeduitstorting onder de huid] en ascites [buikwaterzucht] het verwisselen van het tijdelijke met het eeuwige aankondigden. Bijna iedereen leerde op die manier Pietje de Dood [als elders] op een intieme manier kennen voordat ze zelf verflenst [ww. verflensen = verleppen] waren, dat was mooi en natuurlijk. Tegenwoordig is het aantrekken van de houten jas echter grotendeels uit onze huizen verdwenen en uitbesteed aan gaazen [geriatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis], verpleeghuizen en hospices. Dat is een verarming, omdat het meemaken van een overlijden aanzet tot nadenken over hoe we zelf kassiewijle [= asjeweine, dood] zouden willen gaan. En – nog belangrijker – over de manier waarop we het ons resterende levenssaldo zouden kunnen gebruiken.

6. Julian Barnes – bepaald geen gesjochten jongen [helemaal achteropgeraakt] of janongeluk [pechvogel, mispunt] – verwoordde dat zo: 'De dood definieert het leven en als je je daar niet constant van bewust bent, heb je geen idee wat leven is. Je moet weten en voelen dat het aantal dagen met margaux [wijn, medoc], gamay [wijn uit gelijknamige plaats] en baccaratrozen [grootbloemige roos] beperkt is, vooral als het vuur nog maar laag brandt. Als u de kraaienmars in de verte hoort, geniet u meer van wat het leven u biedt', zoals bijvoorbeeld bûter, brea en griene tsiis [, wa’t dat net sizze kin, is gjin oprjuchte Fries – Grote Pier liet je dat zeggen om te kijken of je wel een echte Fries was ...]. Uw herinneringen, zowel aan nymfaea [mv., nymfaeum = fontein] als aan jambenverzen [jambe = versvoet + n], worden dan mooier en dieper. Want wijn wordt sneller azijn dan u denkt en de rozen zullen verdorren in stinkend water voordat u het in de gaten heeft. Een tweede kans krijgt u niet en uitstel met een namptissement [storting bij voorraad – namptiseren heeft synoniem nantiseren, dus ook nantissement lijkt correct], is niet mogelijk.

7. Hoe kunnen we de eeuwige jachtvelden beter toelaten in ons dagelijks denken? Essentieel daarbij is het accepteren van uw leeftijd. Niets is zieliger dan iemand die denkt de truc van (de) jen [het geheim van de smid] te kennen om altijd jong te blijven, bijvoorbeeld door behandeling met een filler [Hongaarse munt en rimpelvuller] (natuurlijk niet met de aan pengö's [oudere Hongaarse munt] gerelateerde munt met dezelfde naam). Of oudere mannen met een van brandebourgssluitingen [brandebourgs kunnen aan een uniformjas zitten] voorziene jas en een jonge vriendin zonder dyspareunie [pijn bij coïtus] en met een nieuwe motor, waarmee ze zich aan de 3VO-regels [3VO is een gefuseerde veiligverkeersorganisatie] onttrekken. Bestaat er iets zieligers? Deze janpotages [maar: jean potage, hansworst] slaan, door gekunsteld actief te blijven, een wezenlijk deel van hun leven over, vanuit de illusie dat ze daardoor de engel des doods [doodsengel, zegt joden hun tijd aan] op afstand houden. Dat is dom, ook al studeerden ze wellicht aan een th [technische hogeshool] en weten ze wat een bissectrice [hoekdeellijn] of zelfs wat
fischer-tropschsynthese [zekere industriële productie van koolwaterstoffen] is. Zij zien als het ware de segerring [tegen een axiale verschuiving van een wiel op een as] of asspie [buiten dictee: as-spie] aan het eind van hun levensas niet. Vooraltijdjongers raken buiten adem. Ze hebben geen tijd voor een kalme terugblik in het licht van de ondergaande zon. Geen heerlijk lange middagen met vrienden, luisterend naar muziek in mbalaxstijl [mbalax – muziekstijl Senegal] of desnoods naar baithak gana [SR: traditionele Hindoestaanse volks- en dansmuziek], mijmerend over vroeger en over the debt which cancels all others [= de dood]. Levensverhalen zijn belangrijk, want je bent wat je gedaan hebt. Zonder levendige herinneringen onder je rari nantes [o.a. zeldzame haartjes op een bijna-kale schedel] wordt het leven voornamelijk een vlucht uit betekenisloosheid. Je houdt dan, als een soort schlemiel [sukkel, pechvogel] met incidentele sjlemazzel [bij joden – pech(vogel)] [slemassel kan niet, dat is een het-woord], in feite op te bestaan, lang voor je daadwerkelijk asjeweine [zie eerder: kassiewijle] (met een ei'tje [klank – net als a’tje, o’tje, eu’tje], Bob!) bent.

8. Oudere mensen bezeilden een leven lang de wateren, vaak met prachtige uitzichten op weelderige kusten. Ze weerstonden stormen, ze repareerden door bosscheuren [in hout, al in de boomstam ontstaan] verzwakte planken van hun schip of desnoods een zaathout [zware balk, tegenkiel, bodem schip]. Nu liggen ze in de haven, waar ze samen met leeftijdgenoten genietend kunnen terugblikken. Het wordt dan steeds makkelijker te aanvaarden dat kapitein Jas [inlandse doodgraver Nederlands-Indië – van: Jasper] niet voor niets in de verte nadert, maar dat hij terecht komt [op de goede plaats, hier niet: terechtkomt]. Of u nu pyrronist [je moet aan alles twijfelen: Griekse sceptische filosoof Pyrrho] bent of uw heil liever zoekt in qi dao [Tibetaanse meditatietechniek], u moet oud willen worden, dat is veel beter dan gekunsteld jong blijven. Echt, ouderdom is helemaal da bomb! [uitspraak? Betekenis: te gek, heel goed, jongerentaal] Laten we daar een glaasje dum [Bargoens: jenever] of een poesje
[
pousse-café] op drinken.

9. Tegenwoordig komt de dood vaker dan vroeger onuitgenodigd mijn bewustzijn binnen. Bijvoorbeeld als de buitenwereld een duidelijke parallel met het groene laken (niet dat uit de café billards [biljartcafé]) laat zien: de avond die valt, de dagen die korter worden, of bij het ondergaan van psytrance [mu­ziek: psy­che­de­li­sche trance = housemuziek]. Dat is ontroerend en het helpt me te accepteren dat ook ik straks kleiner ga wonen. Ten slotte: de schoonvader van Daniel Klein, filosoof, zei op zijn sterfbed: "Het is een voorrecht geleefd te hebben". Het lijkt me prachtig zo tevreden en bezield te kunnen zijn wanneer ik zelf, na betaling van een obool [Oud-Griekse pasmunt – GB!], de valreepsscepters [voor opklauteren van schip] van Charons boot [veerman naar de onderwereld] gebruik alvorens ik het Stygisch wed [= Styx, scheidingsrivier onderwereld] overga [de brug, de rivier, de straat overgaan]!

René Dijkgraaf, april 2021

Shoot-out:

10. Ik ben benieuwd wat u van dit memento mori vond. Er bestaat geen KPI [key performance indicator] voor en ik sta niet als schrijver genoteerd aan de Straits Time Index [STI, Singapore] of bij de KvK en F [Kamer van Koophandel en Fabrieken (vrijwel altijd: KvK)]. Waren de metaforen niet te flauw? Had ik ook de zeisenman en Jan Langbeen moeten noemen? Zou een StuBru'er [Studio Brussel] de tekst nieuwswaardig vinden? Al slaat u me dood, ik weet het allemaal niet.

11. Ik schreef al eens een tekst over mijn atheïsme (De Yggdrasil [noordse mythologie: de wereldboom] bloeit), over mijn verkeerde grappen, en nu taste [ww. optassen, op de schouders leggen] ik u dus mijn gevoelens betreffende het omgaan van het hoekje op. Zo leert u mij steeds een beetje beter kennen. Intussen peins ik alweer over mijn volgende dicteeonderwerp. Nolijeheine [uitroep van verbazing of verontrusting], wat is dat lastig! De liefde? Kleinkinderen? Een Caribisch eiland als Saint Kitts en Nevis [constitutionele monarchie binnen het Britse Gemenebest]? De psychologie van Mihály Csikszentmihályi [VD, lemma ‘flow’]? Mijn vinger verlaat mijn beeldscherm niet terwijl ik van de ene naar de andere letter ga, maar als ik uitgeswypet [swipen = navigeren, vegen, swypen = als omschreven] ben, weet ik het nog steeds niet. Nochtans zult u het horen als ik mijn zoektocht af heb, denkelijk vóór u uw klompen gaat wegzetten!

Bronnen

Travels with Epicurus                         Daniel Klein

Nothing to be frightened of                 Julian Barnes

Diverse geschriften                             Gerard Reve

In Praise of Idleness                           Bertrand Russell


Geen opmerkingen:

Een reactie posten