maandag 4 september 2023

3435 Dictee zaterdag 09-09-2023 (1) – dictee Dictee van de dag (1056)

Dictee – dictees [3435]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee april 2020 (1), geheel herzien naar situatie 2023

Dictee van de dag (1056)

Oefendictee april 2020 (1)

1. Ze bespraken het entre la poire et le fromage (bij het dessert, terloops). Een sepschijter is een opschepper. Die scheit [schaap m. x geit v.] kan behoorlijk schijten [gaap = geit m. x schaap v.]. De VS hebben veel weg van een kakistocratie [landsbestuur door slecht gekwalificeerde leiders]. Een kalamansi is een calamondin (kruising mandarijn, kumquat). Bij ons is de kalant [regionaal: klant] koning [de klant is koning. Koning Klant]. Kale [keel] is boerenkool. Hé, kale! Een kales is een calèche [open vierwielige koets]. De Kalevala, dat is een Fins volksepos. De kalfde koe [die pas gekalfd heeft] bracht voor het eerst een nuka [nuchter kalf – heeft nog niet gezogen] voort en werd later een tweedekalfs koe [voor de tweede maal gekalfd]. Kalfspoelet gaat in de soep. Best riskant om een blanket, een blanc-seing, af te geven [getekende, maar niet ingevulde volmacht]. Blanquette de veau is kalfsblanquette, kalfsragout. Een kalfszwezerik is een ris de veau. In Noord-Suriname spreken ze Kalina. De afkorting kas staat voor kalkammonsalpeter. Dat kalken is een calque maken (ook: calqueren – overgenomen, overgetrokken tekening). We gebruiken de koudekalkoenmethode (cold turkey – abrupt stoppen met drugs).

2. Een kalmaar is een calamaris [pijlinktvis]. Van een kalkoentje [wijnflesje, maximaal 1/5 liter] jenever zul je toch niet dronken worden? Onder stress gaat hij kalmweg, kalmpjes aan, maar vooral langzaamaan zijn gang. Een kamado is een barbecue-ei. Kameelkleurig is camel. Een kameez [uitspraak!] is een lange, ruime bloes van rijkversierd katoen. De kamelenhoest is MERS, Middle East respiratory syndrome (besmettelijke, ernstige longziekte). Een kamerjapon voor heren is een sjamberloek, een robe de chambre. De kamerpalm is een van Lord Howe-eiland afkomstige palmboom. Niet te filmen: een kamervol gekken. Ze noemen kamfer [middel tegen de mot] ook wel kamfort. Ik moest wel lachen om die Kamper ui (kamperui – bij kampersteur ook: Kamper steur, lemma ‘steur’). Een campionissimo is kampioen der kampioenen. De kamrat (toekotoeko) werd geplet tussen de kamraderen [tandwielen]. Kamut [oe] is khorasan(tarwe). Djenghis Khan heerste in zijn kanaat (kan = oosterse titel – zoals een kalief in zijn kalifaat en een markies in zijn markizaat).

3. Eenmaal thuis, zal die Kanaalzwemmer weer gaan kanaalzwemmen (tv-kijken GB in toelichting ook los). In die Kanaalhaven aan de Kanaalkust voerden de Kanaalvissers met hun kanaalschip [aangepast aan bepaalde kanalen] de kanaalharing(en) aan. De Kanaalster producten komen uit Stadskanaal. Hij haalde zijn kandidaatsexamen, zijn kandjes. De kandora is een Noord-Afrikaans wit mannengewaad. De kandratiki is een zilvergrijze ombervis. De wereld is een pijpkaneel (stofnaamkaneelbast, kaneelstokje, kaneelpijp), elk zuigt eraan en krijgt zijn deel. VD heeft ook nog: pijpje kaneel, stokje kaneel en pijp kaneel. De Kanaken huisden in Nieuw-Caledonië. Kanefas, kanevas: canvas [sterk linnen weefsel]. Kangkung is Indonesische waterspinazie. Grappig, dat kangoojumpen [schoenen met springveer]! Een kanjellijst is een gootlijst. Dat is nog eens een joekel van een knoeperd. Een kannenkijker is een drinkebroer. Het kanon stond op een barbette (kanonbank). De fakbar is er voor de faculteitsstudenten [BE].

4. KANS, CANS, RSI: klachten aan arm, nek en/of schouder. In Engeland heb je de Lord Kanselier, Otto van Bismarck was de ijzeren kanselier. Hij zit nu op een kansenschool, een prepkamp. Kant van Alençon is alençonkant. Een apostil is een kantbeschikking, een apostille een kantbrief. Mooi, die kantelemuziek [halsloze citer]! Een kantharos is een drinkbeker met twee oren. Kantielje is cantille(werk) [goud- of zilverdraad, cannetille]. In het Israëlische leger beoefenen ze het kapap [zelfverdedigings- en gevechtstechniek]. Die kapel is een cupel [kroesje of schaaltje]. Een (logaritme)wijzer wordt ook wel karakteristiek genoemd. Normaal is grondtal 10. De 10log (die 10 wordt meestal weggelaten, zoals je ook niet x1, maar x schrijft) van 200 is 2,3010..., d.w.z. 10 tot de macht 2,3010… is 200. De (10)log van 2 is 0,3010… Het getal voor de komma (2 resp. 0) is de wijzer, het getal achter de komma 0,3010... heet de mantisse. Vroeger zocht je zo’n logaritme op in een logaritmetafel, nu met de rekenmachine. Neem je bv. grondtal 2, dan is 2log 64 gelijk aan 6, want 2^6 =64 (^ = tot de macht). Een (bij wiskundigen) ook bekend grondtal is (zonder uitleg) e = 2,1828… en voor elog wordt ln (logarithmus naturalis, natuurlijke logaritme) geschreven

5. Zo is de ln (elog, natuurlijke logaritme, logarithmus naturalis, ook: neperiaanse logaritme) van 100 = 4,6052 (geen verdere uitleg, wel dus: e4,6052 = 100). Wat heeft VD op dit gebied nog meer? Voegt de 10log aan 1.000.000 het getal 6 toe, de zogenaamde antilogaritme is de omgekeerde, reciproque bewerking van de (gewone, met grondtal 10, ook wel geheten: briggse) logaritme en voegt dus aan 3 als antilogaritme toe het getal 10^3 = 1.000. Met NAH wordt
niet-aangeboren hersenletsel aangeduid. Een karaktermoord is een rufmord (reputatiemoord). Met de karbovanets betaalde je tot 1996 in de Oekraïne [thans: hryvnia, grivna]. Een kardinaalgetal [kardinale] is een hoofdtelwoord (drie), een ordinaalgetal [ordinale] een rangtelwoord (derde). Hij houdt kardinalen (vogels) en drinkt kardinalen (likeur). Wie mag dat wel zijn? Karitéboter is galamboter [= sheaboter van de boterboom, karitéboom].

6. Karmisch [betreft karma] gezien droeg hij een heel karma [geestelijk cv] mee. De man met de karpatenkop [gezicht met onverzettelijke domheid] had de karpattenziekte [Antillen: teek]. Het geld ging er daar met karrenvrachten uit. Het kartuizenbegrip omvat kartuizer kloosters [ook: kartuizerkloosters]. Een karyocyt produceert bloedplaatjes en karyofylleen [chemie] is humuleen, toch? De reciproque van [letters] drie vierde is vier derde. Ik heb zojuist het laatste lootje [lotje] verkocht. Overigens wogen de laatste loodjes best zwaar. Hij zou dat voorstel onder het loodje (de presse-papier) leggen: vergeet het dus maar. Trouwens, ik heb het al eerder gezegd: de (gewone, grondtal 10) log log van [cijfers] 10.000.000.000 (tien miljard, een een met tien nullen) is gewoon een (één, 1). Die eigenogige eerstehandsconstatering na die tweedehandsaankoop is me altijd bijgebleven. Ik word hier beslist niet epris [verliefd, verzot] van, wel depri [depressief]. Alleen Gedeputeerde Staten van Limburg kennen de deputé, net als heel BE.

7. Die kerel als Kas [als een boom, groot en sterk] is toch naar kapitein Jas gegaan [gestorven]. Smaken die kasausies [uitspraak: z] lekker [pinda, eigenlijk: Curaçaose amandel]? Kasgeld is argent comptant. De kasjmiergeit komt voor in Kasjmir (en Tibet). De kasjoeboom produceert kasjoes, cashewnoten. Kaskoe: cashcow (en cashflow: kasstroom). Herken je in ‘kasmoni(systeem)’ de money? ‘Kassa(kassa)’ riep hij na het zien van de laatste beurskoersen. Een kasseikoers gaat over een ongelijk parcours [met kasseien]. Kastrol: kasserol, casserole = braadpan. Kassian Piet [uitroep van medelijden]! Aan een kassieboom (kassia) groeien trommelstokken [peulachtige vrucht]. Kasterolie is castorolie [wonderolie, bevergeil]. Wanneer gebruik je de kastlijn = gedachtestreep [heel of half]? De apotheker keek naar de kateker (eekhoorn). Op de honds- [19 juli – 18 augustus, warmste dagen van het jaar] volgen de drie katjesdagen . Katteklieken [katholieken] zitten niet op kattenbak [catechisatie, protestants]. Een voorbeeld van een kattengat [kattenluik, nauwe doorvaart] is het Kattegat [tussen Zweden en Jutland]. Een qatkauwer consumeert de kauwdrug qat. De kawai [grote bonen, gedragen als hangertje] komt uit SR, de kawaii [levensstijl, stijl van tekenen] uit Japan.

8. Kasten zijn de elk van de door godsdienstige wetten streng van elkaar (af)gescheiden volksgroepen of standen in de hindoemaatschappij (bv. in het brahmanisme de ‘brahmanen’ of priesters en geleerden, ‘kschatirya’s’ of vorsten en militairen, ‘vaçja’s’ of de gemeente (landbouwers, handelaars en ambachtslui) en ‘soendra’s’ of dienstbaren en slaven). De Kazachse munteenheid is de tenge (KZT). Een kazike [z] is een cacique [s] (stamhoofd, hoofd van een inheems volk). En een kazoo [kaa-zoe] is een soort mirliton [kinderfluit]. De kazuifel [opperkleed in liturgisch voorgeschreven kleur zonder mouwen] is een deel van het katholieke misgewaad. Prefereer je katjang tjina, tanah of dito goreng [pinda, olienoot, apennootje]? De poes met kattenbelletje smokkelde een kattebelletje de belegerde stad uit. De Tsjadiër betaalde met Tsjaadse CFA-franken. Met *cw*:
ABC-wapens, abc-werk, nordic walken en nordic walking, stucwerk, languedoc- (hoe schrijf je dat in de langue d’oc?), medoc(-) en malbecwijn, wc-wand, mic- en macwaarde, centweight (cwt) en CWI (NL: Centrum voor Werk en Inkomen).

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten