woensdag 4 januari 2023

3095 Dictee zaterdag 07-01-2023 (1) – dictee Dictee van de dag (811) √

Dictee – dictees [3095]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 046, geheel herzien naar situatie 2023

Dictee van de dag (811)

De Heilige Salarius, TNT, de académie d'amour en de
yakuza-aanhanger

1. Simon, de timon [mensenhater], liep onder het timpaan [ruimte tussen de bovendorpel van een raam of deur en de zich daarboven welvende boog] door en vertolkte de vox populi [stem des volks] op zijn tamboerijn [kleine handtrom].

2. De gewestelijke tienstuiversgast [spion] spioneerde via 't spionnetje [spiegeltje] van de tilbury [licht tweewielig rijtuig op veren, met één paard, voor twee personen], toen hij door Tilburg reed.

3. De tipsy [aangeschoten] bugelspeler [trompetachtig instrument] zat in een tingeltangel (antieke tapperij) of(te)wel café chantant van gering allooi.

4. De tiran leidde een leger van negentienduizend driehonderd man, net geen twee myriaden [tienduizendtal].

5. Het frontispice (frontispies – o.a. titelpagina van een boek) van de luxe-uitgave (luxe uitgave) van De Standaard was een cartooneske persiflage [spotternij, karikaturale weergave] op de ridicule Verhofstadt.

6. Het trotyl, het trinitrotolueen, afgekort TNT, beslechtte de strijd met een grandioze gigahit [knal].

7. In de tobhut zat de valkenvangster, een balie-employee op
sint-salarius, de betaal- of salarisdag, genoemd naar de Heilige Salarius.

8. De baker vergat de tocologie [leer van het baringsproces], toen de toddik [vuilak, smeerpoets, niet meer in VD] van een moeder het baby'tje in todden [lompen, lorren, vodden] hulde.

9. De rekwirant [eiser, reclamant] wilde conservatoir [ter bewaring] beslag leggen – een geval van beslaglegging dus – op de toeclip van de bedrieglijke pedaleur [wielrenner].

10. Een decemviraat bestaat uit decemviri (decemvirs), tienmannen. December was ook eigenlijk de tiende maand (bij de Romeinen begon het jaar op 1 maart)! De decaloog (decalogus) (tien geboden) kenden de Romeinen niet.

11. Door de abusievelijk exorbitant [buitensporig] hoge entreeprijs op het biljet was dat ticket meer dan een joetje [historisch: tientje, tienguldenbiljet] waard.

12. Akkoorden [muziek] bevatten soms een eïsis, een dubbel verhoogde e, of een ases, een dubbel verlaagde a.

13. Het adjunct-hoofd stond perplex, toen het exploot [aanzegging, dagvaarding door de deurwaarder] linea recta [direct] per pepervreter – vero: een toekan – bezorgd werd. Nee, niet die Toekan [sterrenbeeld] en ook niet de nimmerzat [zeer grote ooievaar]!

14. De minister-president in spe [toekomstig] zag je er duidelijk de pee (p – alleen VD) inhebben, balend als een stekker dus.

15. Een apanage [toelage uit de staatskas] is er voor een prins, een tantième [aandeel in de winst] – om het woord bonus voor een man in bonis [in goeden doen] maar niet te gebruiken – voor een directeur en een stipendium [beurs, toelage] voor een corpsbal [student].

16. Luetisch ben je als je lues hebt, syfilitisch als je syfilis hebt, en misschien heb je zelfs wel harde sjanker [alle: syfilis].

17. Een toendra is een koudewoestijn [koude woestijn], een poesta een grassteppe en een taiga een moerassig naaldwoud.

18. De toepe – de lichtekooi, wat een muts! – wilde zich de roze toepe [muts], toe-eigenen.

19. De touringcar had een rist [rij] van toerwagens in zijn kielzog, maar ook fourwheeldrives (4-wheeldrives, 4wd's) en een zesbak [met 6 versnellingen] toerden er vrolijk op los.

20. Een toethoorn is een ossen- of koeienhoorn, wel als blaasinstrument, dus geen fluitenkruid van de epilepticus.

21. Een chassied [mv. chassieden, GB ook: chassidiem, VD ook: chassidim] is een vrome jood, een aanhanger van het chassidisme [mystieke stroming in het jodendom]. Dat heeft allemaal niets te maken met het Jodenvolk.

22. Tiërcering van een schuld [vermindering tot één derde] is iets heel anders dan een tierceron (hulp- of steekrib).

23. De minister zette zijn contraseign naast Beatrix' [vero] krabbel om een wet te contrasigneren.

24. 'Scheveningen' was in de oorlog een sjibbolet [kenmerk] volgens de antichambrerende sycofant [beroepsverklikker].

25. Met gratie en dus gracieus lanceerde de lansier [met lans gewapende ruiter] in sjamberloek [kamerjas] zijn spikspeldernieuwe vondst. De lanciers (mv.) is een oude dans.

26. Het grote vraagteken, de sfinx (sibille) [raadselachtig figuur], zorgde voor veel spektakel in het spectacle coupé [voorstelling bestaande uit gedeelten van verschillende toneelwerken of opera's].

27. Serigrafie (zeefdruk) en sericultuur (sericicultuur, zijdeteelt) zijn zeker geen serieproducten.

28. De Japanse yakuza-aanhanger [misdaadorganisatie] dronk yakult [zekere melkachtige drank], deed de yamashita [gymnastiek: sprong over het paard, met overslag uit de handstand] en sprong pats-boem (rats-boem) in de jacuzzi [bubbelbad].

29. De zeventigste dag voor Pasen heet septuagesima, de zondag erna heet beloken Pasen.

30. Word niet ondeugend. Dan krijg je geen billenkoek op je billen, je bips, je toges (achterwerk – booty)!

31. Briljante briljantjes waren de met veel brille in het met brillantine en gel verstevigde haar verstopte onyxen.

32. Een ladder is een leer, een toonladder is een echelle [geen 'luh' uitspreken] en de toonsoort is de toonhoogte van de tonica [grondtoon, hoofdakkoord] van een tonaliteit [geheel van melodische en harmonische betrekkingen]. Duidelijk, toch?

33. Hebt u sores [zorgen] over uw jichtknobbel? Een goed in de markt liggend topicum [plaatselijk werkend middel] verlicht wellicht uw zorgen.

34. Comble , summum en zenit zijn altegader toppunten, mediocre [middelmatige] raggels [tegenvaller, mislukking] zijn dat zeker niet.

35. In de donjon [zware toren die de kern vormde van een middeleeuwse burcht] stonden de toreadors (GB; VD ook: toreadores – stierenvechters) voor de psyché [spiegel]: ze achtten zich een frêle [broos, teer] adonis [jongeman van zeldzame schoonheid] gelijk.

36. Onder het licht van een raffleslamp [lamp bestaande uit twee matglazen stolpen op elkaar, aan glazen kettingen met een rij kristallen staafjes eromheen] wilden jezuïtische monniken hun cultboek ['dienstboek'] polijsten [verfijnen, veredelen].

37. Door het lanceren van torpedo's werd de tormentil (soort van ganzerik) geoutreerd (tot het uiterste gebracht).

38. Tortelen (minnekozen) is minnen. Heb je dat weleens [GB ook wel los – toelichting!] in een tortelkit (een académie d'amour, bordeel) gedaan?

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten