zondag 29 januari 2023

3127 Dictee donderdag 02-02-2023 (1) – dictee Dictee van de dag (837)

Dictee – dictees [3127]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 020, geheel herzien naar situatie 2023

Dictee van de dag (837)

Over muziek, websurfen en taal (een leuk fantasiedicteetje)

1. Uit het prehistorische grammofoonmeubel hadt ge het fameuze lied "M'n wiegie was een stijfselkissie, m'n deken was een baaien rok" kunnen horen klaroenen. Het was kwestieus of u, Gerrit, daarna ten slotte uw harrypotterbrilletje of uw buddyhollybrilletje zou opzetten. De sleutel van de jukebox was foetsie, anders had u "Daaronder bij die mielies en die groene doringboom, daar woont mij Sarie Marijs" kunnen afspelen. U speelde ondertussen de e-pion op en u rokeerde ook eenmaal bij de schaakpartij met Gerritje, een van uw genantes. Het was trouwens wel gênant, dat uw los-vaste relatie met die rouwdanus van een Dokkumer would-be-pr-vrouw op de klippen gelopen was. Uw kamer was een polyfone musichall gelijk, daarin zorgde de finetuning van de stereoapparatuur voor problemen van reuzenformaat. Als Waalse wallingant, beter nog francofoon, was u feitelijk een acidofiele [affiniteit hebbend tot zuur] zuurpruim, die het verboden, maar verafgode Franse levenslied ook zelf verafgoodde. De apotheose kwam toen Gerritje na een narren- of gekkenmat – geen herdersmat dus – op de kokosmat bij de voordeur vanaf haar placemat, waarop naast haar djimat [talisman, amulet] een carol, een (kerst)chanson, een basaria en een arioso cryptisch geannoteerd [van aantekeningen voorzien] waren, als een troubadour (rondtrekkende liedjeszanger) de sterren van de hemel zong.

2. De baard van Mozes is geen Australische vink of een Groenlandse walvis, maar een plant. De baardzeehond of baardrob daarentegen komt uit het noordpoolgebied. Overstappend van zoölogie naar antropologie komen we dan bij de baarmoedertrompet, de trompet van Fallopius oftewel de fallopische buis. Van de hak op de tak springend bereiken we vervolgens stante pede de metallurgie, waarbij babbittmetaal een witte tinlegering is met antimonium, lood en koper. Verder zigzaggend over het world wide web dient de tv-babe zich aan, die ook voor de radio-omroep werkt en daar voor het relais van een beatconcert gecast was. Voor de radio-uitzending hoefde ze niet de toren van Babel te beklimmen, maar kon ze heel ordinair platvloers blijven. Op de homepage van het (voormalige) driesterrenrestaurant Oud Sluis [eigennaam] in Zeeuws-Vlaanderen kwamen we babi pangang [geroosterd varkensvlees] en babiroesa [hertzwijn] tegen. Hoewel de Sluise bronstroep(!) anders doet vermoeden, kraait er geen grietjebie naar als je bij het decametershoge belfort als lionhunter (achtervolgt beroemde personen) een lichtekooi of drevelgat uit het antieke lupanar [bordeel] tracht te verschalken. Toch lukte dat niet. Een leger van pitbulls, bulterriërs, dobermanns, tyfus- en
sint-bernardshonden verhoedde dat. Volgens een passerende kynoloog (net terug uit het cynodroom) waren er ook nog een
labrador-retriever, een dwergpincher en een joekel van een hondstrouwe eskimohond paraat. Nou ja, er zijn meer hondjes die Fikkie heten, maar ik geef mijn portie toch maar aan dat ene.

3. Hersenen is meervoud, plurale tantum. Het heeft geen enkelvoud, geen singulare tantum, geen singularis. Daarmee zitten we dan midden in de taal, er echt middenin. Kent u al die vaktermen ook? Lopen, een werkwoord, is een verbum, maar loop en gelopen zijn verba finita, vervoegde vormen. Latijnse werkwoorden kan je vergermaansen. Vreemde talen leer je overigens via de berlitzmethode [vooral: spreken!]. Nomina actionis en nomina agentis zijn zelfstandige naamwoorden, die een handeling noemen zoals leiding of degene noemen, die een handeling verricht, zoals bakker. Bij een audiëntie is een bel-esprit [iemand die thuis is in en aangenaam weet te spreken over literatuur – GB ook tt, doe bij een dictee 1 t! – en kunst] nooit weg. Je vermeien in goed spreken met vermijding van hypallage's als 'een goed glas wijn' en gebruik van f-woorden – vat dit vooral niet letterlijk op! – als klotedictee is geboden. Bij het oreren dien je ook de huig- en de keel-r en het dialect te omzeilen. Zelfs bij het brouwen van bier dient het brouwen van de letter r vermeden te worden. Diminutieven (verkleinwoorden) komen erop aan. Hoor je dan, hoe je autootje, tiramisu'tje,
huisje-boompje-beestje, taxietje, baby'tje, circuitje, deux-chevauxtje en in letters 2cv'tje (GB, VD) schrijft? Nee toch! Een adjectief is een bijvoeglijk naamwoord, een van de determinatoren. Als voorbeeld van een contradictio in adjecto noemen we 'een levend geraamte', want dat zult u toch wel zijn na zo'n dicteetje?

 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten