Dictee – dictees [3127]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee OUD 020, geheel herzien naar situatie 2023
Dictee van de dag (837)
Over muziek, websurfen en taal (een leuk fantasiedicteetje)
1. Uit het prehistorische grammofoonmeubel hadt ge het fameuze lied "M'n wiegie was een stijfselkissie, m'n deken was een baaien rok" kunnen horen klaroenen. Het was kwestieus of u, Gerrit, daarna ten slotte uw harrypotterbrilletje of uw buddyhollybrilletje zou opzetten. De sleutel van de jukebox was foetsie, anders had u "Daaronder bij die mielies en die groene doringboom, daar woont mij Sarie Marijs" kunnen afspelen. U speelde ondertussen de e-pion op en u rokeerde ook eenmaal bij de schaakpartij met Gerritje, een van uw genantes. Het was trouwens wel gênant, dat uw los-vaste relatie met die rouwdanus van een Dokkumer would-be-pr-vrouw op de klippen gelopen was. Uw kamer was een polyfone musichall gelijk, daarin zorgde de finetuning van de stereoapparatuur voor problemen van reuzenformaat. Als Waalse wallingant, beter nog francofoon, was u feitelijk een acidofiele [affiniteit hebbend tot zuur] zuurpruim, die het verboden, maar verafgode Franse levenslied ook zelf verafgoodde. De apotheose kwam toen Gerritje na een narren- of gekkenmat – geen herdersmat dus – op de kokosmat bij de voordeur vanaf haar placemat, waarop naast haar djimat [talisman, amulet] een carol, een (kerst)chanson, een basaria en een arioso cryptisch geannoteerd [van aantekeningen voorzien] waren, als een troubadour (rondtrekkende liedjeszanger) de sterren van de hemel zong.
2.
De baard van Mozes is geen Australische vink of een Groenlandse
walvis, maar een plant. De baardzeehond of baardrob daarentegen komt
uit het noordpoolgebied. Overstappend van zoölogie naar antropologie
komen we dan bij de baarmoedertrompet, de trompet van Fallopius
oftewel de fallopische buis. Van de hak op de tak springend bereiken
we vervolgens stante pede de metallurgie, waarbij babbittmetaal een
witte tinlegering is met antimonium, lood en koper. Verder zigzaggend
over het world wide web dient de tv-babe zich aan, die ook voor de
radio-omroep werkt en daar voor het relais van een beatconcert gecast
was. Voor de radio-uitzending hoefde ze niet de toren van Babel te
beklimmen, maar kon ze heel ordinair platvloers blijven. Op de
homepage van het (voormalige)
driesterrenrestaurant Oud Sluis [eigennaam]
in Zeeuws-Vlaanderen kwamen we babi pangang [geroosterd
varkensvlees] en babiroesa
[hertzwijn]
tegen. Hoewel de Sluise bronstroep(!)
anders doet vermoeden, kraait er geen grietjebie naar als je bij het
decametershoge belfort als lionhunter (achtervolgt
beroemde personen) een lichtekooi
of drevelgat uit het antieke lupanar [bordeel]
tracht te verschalken. Toch lukte dat niet. Een leger van pitbulls,
bulterriërs, dobermanns, tyfus- en
sint-bernardshonden
verhoedde dat. Volgens een passerende kynoloog (net
terug uit het cynodroom) waren er
ook nog een
labrador-retriever, een dwergpincher en een joekel van
een hondstrouwe eskimohond paraat. Nou ja, er zijn meer hondjes die
Fikkie heten, maar ik geef mijn portie toch maar aan dat ene.
3.
Hersenen is meervoud, plurale tantum. Het heeft geen enkelvoud, geen
singulare tantum, geen singularis. Daarmee zitten we dan midden in de
taal, er echt middenin. Kent u al die vaktermen ook? Lopen, een
werkwoord, is een verbum, maar loop en gelopen zijn verba finita,
vervoegde vormen. Latijnse werkwoorden kan je vergermaansen. Vreemde
talen leer je overigens via de berlitzmethode [vooral:
spreken!]. Nomina actionis en
nomina agentis zijn zelfstandige naamwoorden, die een handeling
noemen zoals leiding of degene noemen, die een handeling verricht,
zoals bakker. Bij een audiëntie is een bel-esprit [iemand
die thuis is in en aangenaam weet te spreken over literatuur
– GB ook tt, doe
bij een dictee 1 t! – en kunst]
nooit weg. Je vermeien in goed spreken met vermijding van hypallage's
als 'een goed glas wijn' en gebruik van f-woorden – vat dit vooral
niet letterlijk op! – als klotedictee
is geboden. Bij het oreren dien je ook de huig- en de keel-r en het
dialect te omzeilen. Zelfs bij het brouwen van bier dient het brouwen
van de letter r vermeden te worden. Diminutieven (verkleinwoorden)
komen erop aan. Hoor je dan, hoe je
autootje, tiramisu'tje,
huisje-boompje-beestje, taxietje, baby'tje,
circuitje, deux-chevauxtje en in letters 2cv'tje (GB,
VD) schrijft? Nee toch! Een
adjectief is een bijvoeglijk naamwoord, een van de determinatoren.
Als voorbeeld van een contradictio in adjecto noemen we 'een levend
geraamte', want dat zult u toch wel zijn na zo'n dicteetje?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten