dinsdag 26 januari 2021

2078 Dictee donderdag 28-01-2021 (1) dictee Dictee van de dag (102)

Dictee – dictees [2078]

Oefendictee 755 OUD, geheel herzien naar situatie 2021

Dictee van de dag (102)

1. De pgd is de pre-implantatie genetische diagnostiek of
pre-implantatiediagnostiek. Onze Prins Carnaval draagt een prinsenmuts. Het sacro-iliacale gewricht (SI-gewricht) betreft het heiligbeen en het darmbeen. Sapperdeflap, dat is nog eens sterk, zeg. Wat houdt showrooming [in een fysieke winkel uitleg, maar online bestellen] in? Op pinksterzondag 1872 overleed Jan Hendrik van Dale (ja, die van de Dikke Van Dale). Hij bleef een echte Sluisenaar, al kreeg hij de kans om voor de woordenboeken naar Leiden te verkassen. Werkwoorden met 'gelijk': gelijkbreien (letterlijk, figuurlijk), gelijkgaan (klokken), gelijkknippen, gelijkkomen (figuurlijk, ook sport), gelijkliggen (tegels), gelijklopen (klok, schoeisel), gelijkmaken (van pad, ook: bij sport), gelijkrichten en -schakelen, gelijkscheren en -snijden, gelijkspelen (sport), gelijkstaan (sport, etc.) en -steken, gelijkstellen, gelijkstemmen en -stoten, gelijktrekken en -zetten.

2. GB voegt daar niets aan toe. De koning hield vroeger rexkonijnen. Die Reykjaviker? Die woont in die rez-de-chaussee [benedenwoning] daar. Het IPA is het International Phonetic Alphabet, een veelgebruikt internationaal fonetisch alfabet. Deze kat is cypers gestreept. 'Zoogdier' is een hyperoniem van 'kat' [overkoepelend begrip], en dus is 'kat' een hyponiem van 'zoogdier' [deelbegrip]. De denotatie van 'studentikoos' is 'passend bij studenten', de connotatie kan zijn 'passend bij brallerige corpsballen'. Bij 'drinken' kan de betekenis zich vernauwen van de neutrale betekenis naar 'sterkedrank’ (GB ook: sterke drank) drinken [‘sterkwater’ altijd aaneen!]. Wat wij spreken is afkomstig van de
Indo-Europese taalfamilie. Zou die samen met de Oeraalse taalfamilie afstammen van een oertaal? In andere verbanden dan taal zeggen we liever 'Oerals'. Onze taal tussen 600 en 1200 (n.C(hr).) noemen we doorgaans Oudnederlands.

3. Daaraan voorafgaand waren in de vijfde eeuw de Angelen en Saksen de Noordzee overgestoken om zich te vestigen in
Groot-Brittannië. Hun Germaanse dialecten worden daar sterk beïnvloed door het Oudnoors van de Vikingen. In de Oudhoogduitse dialecten treedt ondertussen een flinke klankverschuiving op. En vanaf 1200 spreken we van het Middelnederlands. Overigens: het Oudnederlands was niet algemeen. In Groningen, Friesland en Holland spraken de mensen Oudfriese dialecten en in Overijssel en Drenthe Oudsaksische dialecten. In die tijd was schrijven een zaak van kerk en wereldlijke overheid. De schrijftaal was Latijn. Als kanttekening in de marge verscheen weleens [GB ook wel los!] een aantekening in de 'eigen' taal. Dat noemt men een glos(se), mv.: glossen. Die waren vaak in het Nederfrankisch gesteld.

4. Zo is het interessant uit te zoeken, hoe een korfbalclub als Vada uit Wageningen aan haar naam komt (doorwaadbare plaats!). Dat wij Latijn schreven, daarbij speelde het Romeinse Rijk, niet te verwarren met het Heilige Roomse Rijk, een belangrijke rol. Het begin van het oudste 'lit(t)eraire' Nederlandse zinnetje is 'Hebban olla uogala …'. Zoek maar eens uit hoe dat op de achterkant van de laatste bladzijde van een elfde-eeuwse bundel met Oudengelse preken in de abdij van Rochester terechtkwam. Besef wel: er is meer dat niet dan dat wel vaststaat. Als je internetbelt met software van Skype, ben je aan het skypen: ik skype, zij skypete, wij hebben geskypet. Willekeurige leenwoorden zijn 'roaming' (gebruikmaken van andere telecomaanbieders dan de eigen) en 'smartphone' (mobieltje met internet en navigatie).

5. Een bekend Middelnederlands verhaal is 'Karel ende Elegast'. De huidige jongvolwassenen kennen dat niet. Een (zit)bank en een (spaar)bank tonen aan dat 'bank' een homoniem is, net als 'weer' en 'vorst'. Mogen we 'kast', 'ordner', 'pen' en 'koffie' wel oer-Hollandse woorden noemen? Het woord 'ananas' komt uit de Zuid-Amerikaanse taal Guarani, 'cacao' en 'tomaat' komen uit het Nahuatl, een taal van de Azteken, 'boerka' en 'fakir' komen uit het klassiek Arabisch, 'bonsai' en 'geisha' uit het Japans en 'toendra' uit het Russisch. Kun je ook woorden aangeven, die vanuit de Indo-Europese taal niet via de Noord-, maar de West-Germaanse tak daarvan en vervolgens via het Oud- en Middelnederlands nu nog in onze taal voorkomen?

6. Het is duidelijk dat ook het Jiddisch (Jiddisj) het nodige heeft bijgedragen aan onze huidige taal. Een nieuwsgierig aagje zou het ver moeten kunnen schoppen in de wetenschap. Als je zegt: "Anna had de bokkenpruik op en wilde op de valreep nog het gelag betalen", zal niet iedereen dat begrijpen. NB Veel in dit dictee is gebaseerd op: Heidi Aalbrecht, Taal voor in bed, op het toilet of in bad, Amersfoort, 2013, BBNC uitgevers. 'Opnoteren' als foutieve samentrekking van 'opschrijven' en 'noteren' heet een contaminatie of malapropisme. Soms pakken onze hersenen een verkeerd woord uit het geheugen: een 'gifzwarte' (gitzwarte) dag of een 'Groningse' (chronische) ontsteking. Je kunt ook 'hypercorrect' zijn: er waren veel 'toeschouders' (toeschouwers, uitspraak van Leontien van Moorsel). Dt-fouten? Ik niet! Mij niet gezien. Je [= jou] wordt(!) weleens gevraagd of je echt foutloos kunt schrijven.

7. Bij uitdrukkingen is er vaak verschil tussen Vlaanderen (zo klaar als pompwater) en Nederland (zo klaar als een klontje). Denk ook aan 'vast en zeker' (Nederland) en 'zeker en vast' (Vlaanderen). Een voorbeeld van een standaardtaal is het Standaardnederlands (voorheen ook wel ABN, Algemeen Beschaafd Nederlands). De eerste pogingen tot een standaardtaal te komen stammen uit de Zuidelijke Nederlanden (onder Spaanse invloed). Omdat de Noordelijke Nederlanden onafhankelijk waren (zich althans daartoe verklaarden), lukte gezamenlijk optrekken niet. In 1588 werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden opgericht (Friesland, Gelre, Holland, Overijssel, Stad en Lande (Groningen), Utrecht en Zeeland). Toen ontstond behoefte aan een standaardtaal: Standaardnederlands, geënt op het machtige Holland.

8. In 1618 besluit de Synode van Dordrecht dat er een Statenvertaling moet komen. Die heeft tot op heden een enorme rol gespeeld bij de popularisering van (een) standaardtaal. Overigens heeft ook het zuidelijke Nederlands [Belgisch-Nederlands t.o.
Nederlands-Nederlands
] een importante rol gespeeld, omdat
Vlaams-Brabant een enorme schrijftraditie had. [Wijst het gebruik van 'hun hebben' per definitie op een laag IQ?] We moeten zeker ook noemen de Tachtigers, aanhangers van een vernieuwende beweging binnen de Nederlandse literatuur (GB ook: tt). Vanwege de Franse elite in Vlaanderen was er weinig ruimte om aan een standaardtaal te werken in Vlaanderen. Die ruimte kwam er wel tijdens het korte bestaan van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1813-1831). Na de Belgische onafhankelijkheid ontstaat bij de Vlamingen heel sterk de behoefte aan een eigen identiteit.

9. Zo is het Verkavelingsvlaams ontstaan. De dialectologen tellen voor Nederland en Vlaanderen ongeveer 24 dialecten. Het Fries is onder het Europees Handvest voor Regionale Talen of Talen van Minderheden erkend als minderheidstaal en heeft als enige in Nederland de hoogste status gekregen die een minderheidstaal volgens dit handvest kan krijgen. Dat houdt in dat Nederland de Friese taal niet alleen moet beschermen, maar ook bevorderen met maatregelen. Er is onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van het alfabet in de Lage Landen. Hoeveel talen denk je, dat er wereldwijd ongeveer zijn? Antwoord: meer dan 6000! Van 1813-1831 volgden de Zuidelijke Nederlanden wel met tegenzin de spelling-Siegenbeek, maar na de onafhankelijkheid werd die onvervaard als 'Hollands' en 'protestants' verketterd.

10. In België werd in 1844 de spelling-Willems verplicht gesteld. De spelling-De Vries en Te Winkel (vanaf 1864 in België en vanaf 1883 in Nederland) was een bijproduct van het WNT, het Woordenboek der Nederlandsche Taal, waaraan door generaties vanaf die tijd tot 1998(!) is gewerkt. In 1954 kwam het eerste Groene Boekje uit (Woordenlijst van de Nederlandse taal; die met de voorkeurspelling). In 1995 verscheen pas weer een nieuwe versie onder auspiciën van de Taaladviescommissie [eigennaam] van de Nederlandse Taalunie (NTU). In 2005 was dat ook weer het geval en in 2015 is [2019: was] de volgende herziening gepland. Zal het Witte Boekje dan het loodje hebben gelegd? Wat de dicteefanaten betreft: graag!

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten