Dictee – dictees [3193]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee november 2016 (11), geheel herzien naar situatie 2023
Dictee van de dag (885)
Oefendictee november 2016 (11)
1. Hij gebruikte vaak een tribrachys [versvoet: 3 x kort of onbeklemtoond] in zijn tribrachische verzen, waarin hij het op het oog toch traneloze tranendal beschreef. In de trezoor [schatkamer] ontwaarde hij onder de travee [deel gebouw onder gewelf] van trascement [mortel bestaande uit kalk en tras, soms met bijvoeging van zand] een helaas trashy [waardeloos] traktaat [verdrag].
2. De chemicus bestelde bij de groothandel tributyltin [giftige stof, o.a. in scheepsverven], trihydroxybenzoëzuur [galluszuur, voor productie inkt en antioxidant], triglyceride [bv. natuurlijke oliën en vetten], trotyl of trinitrotolueen (afko: TNT) en tri-joodmethaan (jodoform, voor wondbehandeling).
3. Triple P of PPP staat voor: people, planet, profit en TQM (total quality management) voor ikz (integrale kwaliteitszorg). De triple A, AAA, is een bankrating.
4. De rekening bedroeg, vreemd en jammer genoeg, twee miljoen dertig euro. Ik kreeg de tuyau [BE: tip] dat mijn buuf (in feite: bon pour le badinage non pour le mariage = goed om mee te dollen, niet om mee te trouwen) toch, oorspronkelijk golddigger [gulpenduikster – met rijke man!] zijnde, richting twaalf en een half jaar gehuwd zijn met die rastaquouère [snoeshaan], nouveau riche [parvenu], monsieur Jourdain [rijke burger die zich in adellijke kringen belachelijk maakt], lebemann [rijke die zich uitleeft in zinnelijke genoegens], of zo u wilt croesus [zeer rijk man, à la Croesus], gaat.
5. In die twee-onder-een-kapper [twee onder een kap] wonen twee tweelingen, die Tweelingen zijn [ook: andersom!]. In dat vierpersoons huishouden slapen zij op een tweepersoonsbed [lits-jumeaux is al twee bedden, mv. lits-jumeauxs]. Een van de twee liep kortelings het [cijfers] 100m-record met twee tienden [van een seconde] aan flarden. De ander speelt cuatro in een typico-orkest. NB met cuatro kom je in VD niet bij dat typico-orkest, met cuatro* wel ... [immers: cuatro's is het enige voorkomen ervan].
6.
Ik ben het huis uit gebonjourd, zeg maar: de laan uit gestuurd. Ik
had er te veel onzin uitgeflapt. De uhd'er
[universitair
hoofddocent]
had allemaal ugli's [citrusvrucht]
in mijn uggs [ugg
= laars] gedaan.
Uche-uche [wel
(re)duplicatie,
maar klinkerbotsing!], helpt een
ufostudie met een publicatie in het Reto-Romaans echt tegen ufoangst?
Gebruik van het woord 'uberteit' [Frans]
vind ik überhip, vooral als een vrouw over tijd is, terwijl haar man
werk in overtijd verricht. Het woord
'überschwänglichkeit' [overdreven
enthousiasme]
komt uit het Duits.
7.
Het was hartje winter. Hoe hard je je daartegen? De (Olympische)
Winterspelen staan voor de deur. De jager schoot een Schots
sneeuwhoen. Ik niet, maar wie heeft de bigfoot (yeti)
wel eens gezien? Be blizzard [zware
sneeuwstorm] onttrok de arrenslee aan onze perceptie. De
boeran [hevige
noordoostenwind met driftsneeuw]
is een steppeverschijnsel in Siberië en
Rusland. Dat je me negeert: het laat me echt siberisch.
De bruchharsch [bevroren
harde bovenlaag] ligt boven op de
zachte sneeuw. Mijn opa heeft capitis nives (sneeuwwit
haar). Wat is corniche ?
Antwoord: een rand van stuifsneeuw. Op
het fjeld
[hoogvlakte Noorwegen, Zweden, boven
sneeuwgrens] lag firn [korrelig
sneeuwijs], geen fondantijs
[beschuitijs –
met gesmolten sneeuw erop]. De
irbis [sneeuwpanter]
keek naar de iglo bezijden de gletsjer. Mijn overhemd is nive
candidor, witter dan sneeuw. Een nivometer
meet sneeuw en nivôse is de sneeuwmaand (in
de Franse Republiek). Wordt het
een vroege en/of een witte paas? De sint-bernardshond (de
huidige is met een mastiff gekruist)
had – als je het hem vraagt – een eau-de-vievaatje [aquavit,
brandewijn - eau de vie] rond zijn nek. In die
slush [smeltende,
papperige sneeuw] kan ik niet
skiën, dan maar après-ski [vertier
na het skiën]! De prince
charming, de prins met het witte paard, vindt zijn oorsprong bij
Sneeuwwitje (die
van de zeven dwergen, in die (Walt)
Disneytekenfilm). [***]
In het café werden royaal advocaatjes, alcopop [lijkt
qua smaak en verpakking op frisdrank], armagnac [verwant
aan cognac], booze [alcoholische
drank], breezers [mixdrank
op basis van rum], campari [een
rode bitter], chicha [bedwelmende
drank uit gegiste mais], cobbler [wijn,
suiker, sinaasappelschillen en fijngemalen ijs], cider
[uit gegist
appel- of perensap], limo(nade),
gargantueske [overdadig]
fosco's [Italiaanse
koude drank], gerstekoffie
[moutkoffie],
half-om-halfbier [bv.
donker en licht - half-om-half], zelfs
kalmerende julep [zjuu-lèhp
– medisch; verkoelende en kalmerende drank],
kasiri [SR, uit
cassave], kattenpis [dat
is geen kattenpis: dat is niet mis!],
kava of kawa [bedwelmende
drank uit de peperstruik] (NB
cava is een mousserende wijn, gemaakt volgens de méthode champenoise
– vgl. de méthode traditionnelle
=
buiten de champagnestreek),
kinadrank [bast
kinaboom], kir [droge
witte wijn + crème de cassis]
(kir royal = met
champagne), koemis (bedwelmende
drank van de Kalmukken), laaf- [verkoelend]
en laxeerdrank [laxerend],
likorette [verloflikeur],
longdrink [hoog
glas: alcohol + vruchtensap, ijs, etc.],
mazagran [koude
koffie, mineraalwater en cognac],
mede [honingwijn],
meidrank [bloedzuiverend middel, tegen
scheurbuik, jeuken, etc.], milkshake [melk,
roomijs en vruchtensap] –
mjammie!, orgeade [amandelpers],
oxycraat [mengsel
van azijn, water en suiker of honing
(als verfrissende drank)],
pantagrueleske [overdadig]
paraguaythee, peyote [cactusdrank
met hallucinogene werking] en podosiri [SR,
drank açaibessen –
ah-saa-jie],
pulque [Mexico,
uit sap van agave], punchbowl
[wijde glazen
kom!] en radler [bier
+ frisdrank], rotterdam
[mineraal-, soda- of spuitwater met een
scheutje elixer of pomerans], rumpunch [hete
drank van rum met water, suiker en citroen], sake (ook:
saki – rijstdrank),
schelvispekel [kruidenbitter
– vroeger: Vlaardingse vissers],
shandy [limonade,
bier, 1% alcohol], slappe sloerie
[gore drank],
sorbendrank [lijsterbes]
als spécialité de la maison, spanjool [rode
bessenjenever + jonge jenever],
sterkedrank (GB
ook: sterke drank),
swietendrank [Fries,
uit gedroogde rozijnen], (het)
te-drinken = drank, tequila = uit agave, Mexico, tequila sunrise =
cocktail met sinaasappelsap en grenadine [limonade],
tweedrank [niet-alcoholisch,
twee verschillende vruchten],
vermout [witte
wijn + alsem, etc.], een
vieuxfantasie(tje) [brandewijn],
een whip [witte wijn, suiker, citroen en
geklutste eieren], whist – thee, suiker, citroensap en rode
wijn, wodka [nationale
drank Rusland en Polen – ook: vodka
– VD/GB]
en yakult [zekere
melkachtige drank] (Hoe
was de zin ook alweer? Zie [***]!)
geserveerd.
8. Hij wilde me vernachelen [beetnemen], maar ik verknoertte [verknoerten = verknoersen = verkroppen = verbijten, opkroppen] dat. Hij heeft het bij mij helemaal vermontevioleparkt, vermoost [verknoeid]. Hij was moe, moeër, moest [meest moe], vermoeidst dus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten