Dictee – dictees [3185]
BeNeDictee 2023 René Harderwijk
De 80 woorden in vet moesten worden ingevuld.
Commentaar in blauw (ook: rood, groen).
In rood een selectie van de fouten van Rein.
Nederland-België (auteur: René Dijkgraaf)
1. Op advies van Frank Denys las ik het (1) sociaalrealistische [alleen GB] boek Nederland-België van de Vlaamse schrijver Paul Wouters, over de – soms (2) felomstreden – verschillen tussen Vlamingen en Nederlanders. Ik wil daar – (3) tacheles [doelgericht, ook: simpel], maar voor de (4) rajneeshies [sannyasin, volgeling van Bhagwan Shree Rajneesh] in dit gezelschap wellicht minder inspirerend – wat punten uit bespreken, zonder in (5) wij-zij-denken te vervallen. Ik hoop dat ik jullie daarbij (6) meeheb, zodat we (7) mot à mot [woord voor woord] tot een nóg beter wederzijds begrip kunnen komen. Humor is daarbij niet te vermijden, (8) houdt [blunder: houd] u daar (9) ajb. [vgl. a.u.b.] rekening mee. Ik zal proberen te voorkomen dat we achteraf voor (10) rooddooraderde ogen en (11) kramplach behandeld moeten worden, en het wordt ook geen (12) notheater [net als nospel: Japan] of (13) documentaire-theater [VD, verwisselbare begrippen] waar u achteraf de smoor over (14) inheeft. (15) All right [oké, in orde], we gaan beginnen.
2.
Eerst wil ik mijn landgenoten wat meer over Vlaanderen vertellen.
(Gezien de kwaliteit van het Belgische onderwijs hoef ik Vlamingen
niet voor te lichten over Nederland, als ik zo (16)
sociaalkritisch
[alleen
GB] mag zijn.) Het
voormalige graafschap Vlaanderen kwam na de middeleeuwen geleidelijk
aan tot culturele bloei en de welvaart nam toe. In de vijftiende en
zestiende eeuw golden Brugge en Gent dan ook niet als (17)
sodom en gomorra
[zedelijk
ontaarde plaats(en)],
maar als the places to be. (Zolang je tenminste voldoende (18)
écu's [oude
Franse daalder, kroon]
bij je had.) In de eeuwen
daarna kwam er echter een kentering, onder andere door de Spaanse
overheersing, die voor menigeen de (19)
doodsstonde
inluidde. Er waren hongersnoden, met de (20)
daarbij behorende
epidemieën van (21)
amoebedysenterie
[mv.
n/s],
(22)
barbiersschurft
en (23)
E. coli-infecties
[buik,
urinewegen].
Een en ander leidde tot langdurige armoede en veel criminaliteit.
Wallonië kwam intussen juist tot bloei, met name door de steenkool-
en ijzerindustrie. De (24)
aandelensollwert
[vaste
streefwaarde] van deze
industrieën werd in de twintigste eeuw echter snel lager, terwijl de
Vlaamse economie na de Tweede Wereldoorlog juist weer kwam (25)
bovendrijven.
3. Vooral het succes van de (26) O&O-afdelingen [Onderzoek en Ontwikkeling] van technologische bedrijven hielp daarbij en uiteindelijk werd Wallonië in economische zin voorbijgestreefd. Naast Vlaanderen en Wallonië is er ook nog het Brussels (27) Hoofdstedelijk Gewest, bepaald geen (28) koterage [verzameling onaanzienlijke huisjes]. Er werken zowel Walen als Vlamingen; samen zorgen ze voor een hoge welvaart en prima (29) sociaalfiscale [alleen GB – VD wel sub lemma ook: sociaal-fiscaal] omstandigheden. Nochtans geven ze hun inkomen meestal thuis uit en als dat wordt meegerekend, is het Brusselse welvaartsniveau tien procent lager dan dat van Vlaanderen. Daar zijn ook het (30) DéFI [Démocrate Fédéraliste Indépendant (Belgische politieke partij)] en de (31) N-VA [Nieuw-Vlaamse Alliantie, idem] het over eens. Concluderend kan gesteld worden dat Vlaanderen tegenwoordig een welvarend en cultureel hoogstaand gewest is. Maar wat voor ménsen wonen er? En hoe verschillen die van hun noorderburen, behalve dat daar meer (32) gesmookt [roken] wordt? Het is vanzelfsprekend dat we geen gedeelde eigenschappen aan elk individu uit een heel volk kunnen toeschrijven, de twintigste eeuw leerde ons dat op overtuigende wijze. Maar gelukkig zijn Vlamingen en Nederlanders vriendelijk en tolerant, zeker in (33) spellingland, dus we kunnen dit heikele onderwerp rustig bespreken.
4. Eerst wil ik het misverstand ontkrachten dat wij dezelfde taal spreken. Bijna alle Vlamingen spreken van jongs af aan een dialect, zodat het Nederlands voor hen aanvoelt als een tweede taal. Dat levert specifiek Vlaamse woordbetekenissen en uitdrukkingen op. De communicatie met Nederlanders wordt daardoor bemoeilijkt, terwijl het toch geen (34) klassiek Arabisch of (35) Pehlevi [ook Pahlavi, taal waarin de Middelperzische zoroastrische literatuur is geschreven] betreft. Veel Nederlanders weten bijvoorbeeld niet dat bij het Vlaamse 'gij' het (36) possessief pronomen [bezittelijk voornaamwoord] 'uw' hoort. De vraag 'is dat úw auto?' lijkt daardoor voor hen een formele bejegening. En de Vlaamse orthopeed die de Nederlandse vraag 'kan ik na de operatie direct weer lopen?' beantwoordt met 'nee, dat gaat nog wel een paar maanden duren', kan op verbijstering rekenen. Van dit soort miscommunicatie bestaan tientallen grappige voorbeelden.
5.
Er zijn ook sociaal-culturele verschillen, die verdergaan dan de
vooral Belgische feesten als (37)
Onnozele-Kinderen
[kindermoord
Bethlehem, 28 december, blunder,
zonder –] en (38)
Chrysostomos
[100
dagenfeest middelbare school, BE],
of de Nederlandse (39)
BEST-tas
[boeken,
elektrische
apparaten, speelgoed,
textiel]
en (40)
NEN-ISO-norm
[Nederlandse
norm
– International
Standardization
Organization-norm].
Belgen etaleren hun gevoel voor eigenwaarde bijvoorbeeld niet zo
dominant als Nederlanders, terwijl ze net zoveel kennis en ervaring
hebben. Dat kan wederzijds irritatie geven: op congressen houden
Belgen zich bijvoorbeeld van nature koest, terwijl Nederlanders veel
vragen stellen, ook als ze daartoe niet zijn uitgenodigd. 'Die Belgen
deden weer geen bek open', hoor je dan. Of: 'die Hollanders maakten
weer een hoop lawaai, maar ze zeiden niets'. Een ander verschil
betreft de omgang met autoriteiten. Nederlanders zeggen: "Naar
(41)
antarctis
[zuidpoolgebied
met land en zee – niet in wdb. met A]
met die bazen, of voor mijn part naar (42)
Reykjavik!"
En hun bedrijven hebben 'medewerkers', terwijl er in Vlaanderen nog
gewoon 'ondergeschikten' bestaan. Nederlandse managers zijn
regelzuchtiger: ze hebben bijna een (43)
harddisk
in het (44)
YiB-bereik
[yobibyte,
2^80 = ongeveer 10^24 bytes, ook yottabyte, maar die is precies 10^24
bytes], nodig om de
oplossingen van elk klein risico vast te leggen. ('Kunnen we niet
beter (45)
philibertspanten
[schenkelspant]
in plaats van (46)
liernes
[geen
trema, Frans, decoratieve rib in ster- en netgewelven]
gebruiken?' 'Is een (47)
driefasemotor
[mv.
n/s] niet sterker?')
Door dit soort (48)
duw-en-trek- *** [zie einde alinea]
– i.t.t. gooi-en-smijtwerk – [2023:
duw-en-trekwerk en kunst-en-vliegwerk aaneen!]
worden hun bouwprojecten bijna altijd te laat opgeleverd, en vallen
ze vaak twee keer duurder uit dan gebudgetteerd. Belgische projecten
daarentegen, starten na hooguit wat (49)
geïpad
[van
– ww. altijd met kleine letters – ipadden,
i.t.t. iPad] wél op
tijd en eventuele problemen worden er gaandeweg opgelost. Als dat
niet lukt, wordt het hele plan heroverwogen. De soms in Belgische
weilanden als een (50)
fallacia optica
[gezichtsbedrog]
opdoemende losse
viaducten en doodlopende stukken weg zonder (51)
cado's
[calamiteitendoorsteek]
getuigen daarvan. Maar als Belgen én Nederlanders deel uitmaken van
een team, boeken ze – na wederzijdse gewenning – vaak fraaie
resultaten, juist door de combinatie van hun werkhoudingen.
*** Taaladvies: deze constructie deugt niet; dat komt door het gedachtestreepje!
6. Wat sociale interactie betreft, kunnen Nederlanders veel van Belgen leren, alleen al wat cafébezoek betreft. Daar geldt de Vlaamse (52) truc van jen [geheim van de smid], dat is geen (53) voor-de-gek-houderij. Vraag het maar na bij uw (54) wewi [wetenschapswinkel – jammer dat mijn eerste w als W werd gekwalificeerd!]. 'Een pintje pakken' staat in België voor het aangaan van sociale contacten en het land telt veel cafés, waar soms ook (55) lendenlapjes met (56) jagerssaus, (57) koekeboterhammen en zelfs (58) taotjo [pasta van gefermenteerde sojabonen] geserveerd worden. In Nederlandse kroegen daarentegen, is het aangaan van een gesprek meestal onmogelijk door muzieklawaai, waarbij het zelden (59) sarrussofoon- [blaasinstrument] of (60) bodhránspel [Ierse handtrommel] betreft, of (61) sinfonietta's [vgl. symfonie]. Het is grappig dat Nederlanders een enorme hoeveelheid bier exporteren, maar zelf voor lékker bier naar België gaan en daar (62) halt houden bij de (63) eerste de beste slijterij. Dat blijft in (64) Vlaanderland niet onopgemerkt, zodat Hollanders in Belgische cafés beter geen Heineken kunnen bestellen ... Een ander bijzonder verschil is dat Belgische vrouwen Nederlandse mannen vaak te lief schijnen te vinden. (65) Goedbeschouwd [ook: welbeschouwd] zijn ze dus meer (66) gespinsd [spinzen = verlangen naar] op masculiniteit. Een (67) nederchichidameversierder [chichi = bekakt] die in lievig quasi-Vlaams opmerkt: 'Wat hebt ge mooie botten onder uw (68) belle-époquekleedje' [vgl. NL epoque en epochemachend] bedreigt dus niet het (69) maagdom [dd, blunder] van zijn beoogde date. Hij krijgt eerder de reactie (70) 'bone deus!' [goeie god!] Ga (71) asjeweine [dood, vgl. kassiewijle, etc.], (72) pa Pinkelman! [naar: Godfried Bomans]'
7.
Vlamingen en landgenoten, helaas ben ik nu al genoopt deze wat (73)
quodlibetachtige
[quodlibet
= mengelmoes, wel bv. quod licet: wat geoorloofd is – blunder
om aan ‘quod licet’, etc. te denken]
presentatie af te ronden. Ik hoop dat zij (74)
inzichtgevend
[los,
blunder] was, ondanks
het buiten beschouwing blijven van onder andere ons merkwaardige
verschil in geluksniveau en de veronderstelde Nederlandse (75)
parcimonie
[c,
cent,
zuinigheid, s
– simpelheid].
Ik zou daar graag – bij voorkeur in een Vlaams café zonder (76)
neezeggers [-
is blunder, vgl. neekamp]
– eens over doorpraten. Misschien leiden dat soort gesprekken,
behalve tot (77)
Bacchusfeesten
[wel:
bacchanaal] met vele
(78)
papperts
[dronkenlappen],
ooit wel tot annexatie van Nederland door Vlaanderen. Ik wens ons ten
slotte in dat opzicht alvast hartelijk (79)
éksito
[alleen
GB, uit Papiaments/o: succes!].
Op naar (80)
Groot-Nederland!
Rein: 17 fouten, waarvan minstens 5 blunders (+ die ‘wewi’)!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten