Dictee – dictees [3299]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee november 2017 (8), geheel herzien naar situatie 2023
Dictee van de dag (958)
Oefendictee november 2017 (8)
1. Ergens buiten Bergen op Zoom troffen we een blotekakkiespad aan. Hij lijdt aan BED (binge eating disorder – eetbuienstoornis). Hij zei: "The proof of the pudding is in the eating". De studenten dronken nog een apengeiltje [glas marasquin met een laagje room]. De orde van de Mevlevi's omschrijft VD als de dansende, draaiende derwisjen. Laagwater [GB ook wel los – in toelichting] kort je af met LW (net zo: HW). De lagergelegen gebieden zijn te nat, de hogergelegen [niet in wdb.] dito te droog. Lamunchi is lamoensiroop. Hij fietste langsheen [BE] de schuur. Een langoest is een hoornkreeft en een langoustine een kleine kreeft, nieroogkreeft of Noorse [uit Noorwegen, dus niet: noordse] kreeft. Hij heeft een enorme lapis-lazuliverzameling [(l)azuursteen]. Wist je, dat laos galanga [specerij] is? Die ontwikkeling gaat via de larventoestand [n/s]. Een LAN-party zonder computers is ondenkbaar (local area network) [bijeenkomst waar men games speelt, etc.]. Met larp wordt live-action role-playing, een rollenspel, bedoeld. Daar heb je die lazerstraal [rotzak] weer met zijn laserstraal [laser: Light Amplification by Stimulated Emission of Radiation = Engels].
2.
Laat dan die lastpost de Last Post [speciale
taptoe] maar blazen. Een bed kan een lattenbodem
(latten bodem)
hebben. Lavas [maggi] kun je toch
gewoon op lavash [zeer dun rond brood]
gebruiken? Een lazaret [veldhospitaal]
is niet alleen voor leprozen [melaatsen,
lepralijders, leprozen]. Een led-tv
heeft een ledscherm [light
emitting
diode].
Hij gebruikt lecithinenpreparaten (GB;
VD: zonder tussen-n; n/s).
Zit er statiegeld op dat leeggoed [BE]?
Hij is een snelle Duitsleerder. Hij volgt een leer-werktraject
en verstouwt veel leerwerk. Zit hij weer te legoën [met
lego(bouw)stenen]?
Leisure is besteding van de vrije tijd. Lethargie
[ongeïnteresseerdheid, inactiviteit]
kan uiteindelijk letaal [dodelijk, als gif]
zijn. In dat Libelleproza komt het libellennet
[ga uit van libel!] niet voor. De
LGO-besluiten betreffen landen
en gebieden overzee.
Bij golfen is de lie [laaj
– ligging van de bal]
belangrijk. Is een light verse [lichtvoetige
poëzie] ook een lightproduct [light
product] [voeding]?
Een dwerg is een lilliputter
[2 x ie].
Is het limbisch systeem specifiek menselijk? Ik
denk van niet. The sky is the limit: die is dus de limit, en
kent geen grenzen. Lindaan is een insectendodende stof. De line-up
[opstelling] kom je bij meer sporten
tegen, de line-out alleen bij rugby [spelers in
een rij loodrecht op de zijlijn en de bal wordt tussen beide rijen
ingegooid]. Hij is
links-extremist (en
dus extreemlinks). Af en toe hebben ze op de Antillen een
lionfishinvasie [koraalduivel: tropische vis
met giftige stekels].
3. Mijn zoon volgt een liostage [leraar in opleiding]. Hij heeft een hele lipidenstudie [GB; VD: geen tussen-n: n/s] achter de rug. Hoeveel lisdoddensoorten zijn er? Is dat een livealbum of een live album? Interessant met *piet*: vogel: bonte piet (scholekster), luis: als de pieten (heel erg), een hele piet, de hoge pieten in Den Haag, een saaie piet, een piet in iets zijn (goed), de grote piet uithangen (plassen, dik doen), hete melk en dikke pieten (zeker gebak, op het ijs), iemand bij z'n pietje hebben (penis, ook figuurlijk), veel piet hebben (geluk), zich piet (bnw.) houden, zo piet als een muisje (stil, koest), Piet: Piet Snot, Pietje de Dood (Magere Hein), Zwarte Piet, Piet, Pieterbaas, Sint en Piet, Sinterklaas en zijn Pieten, een malle pietje (handelaar in de tweedehandsspullen (tweedehands spullen)), Piet de smeerpoets, (werp)spiets (spies, speer), Sint-Pieter, een pietertje (klein beetje), platte pieter (= platte peter, tuinboon), spie (spietje!), kepie (kepietje!), kopie(tje), pietlut, pietsie, pietsje en hulppiet.
4.
Verder: opspieën (met
spie vastzetten – hij spiet op, dat hij opspiet),
pappie(tje),
pieterig, saaipiet, utopie(tje),
zeurpiet, hippietijd(!),
hoofdpiet, okapi(etje),
pieterman (zeevis
– onderdeel van de pietervis(sen),
gulden – inwoner van Leuven – ook: peterman, penis; vgl.
Pieterbaas!), verpieterd,
keukenpiet, pietjesbak (triktrak,
bakje met dobbelstenen),
pietlut(tig)(heid),
verpieteren, zielenpiet, zwartepiet
(toespelen
= zwartepieten), ietsepietsie,
pieterselie (=
peterselie), kanariepiet,
therapie(tje),
ietsepietsie, ietsjepietsje, therapietrouw(!),
pietendiploma, pietepeut, pietepeuterig, pietepeuter(en),
pietje-precies, zwartepietenspel, zwartepietenpak,
chelatietherapie(tje),
koek-en-zopietent(!)
en zwartepietenbeleid (tot
zover GB).
5. Uit VD
nog wat interessante zaken: ietsjepietsje, impiëteit (slechtheid,
goddeloosheid), kleurenpiet
(regenboogpiet),
Knekelpiet (de
dood), paupiëtte (bv.
blinde vink – vgl. blinde dirk = ketelkoek),
piëta (Maria met
gestorven Jezus), pietdood
(morsdood),
piëteit (vroomheid,
verering), pieterig
(tenger), (Sint-)Pieterspenning,
pietheinen (stelen),
piet-in-'t-hok (*
geslachtsgemeenschap, brandewijn),
pietjanknor (=
piepjanknor = *), pietje(s)
(hoofdluis),
pietje-de-voorste (haantje-de-voorste),
gossiepietje, pietenpet, zwartepietenprotest, pietje-precies,
pietje-rechtuit, pietje-secuur, pietjeslui (vogelaars),
pietjesneuker (muggenzifter),
pietjeswagen (soort
janplezier), pietmaker
(opschepper),
regenboogpiet, roetpiet (schoorsteenpiet),
piet-van-vliet (koekoeksoort),
sint-pieterskruid (sleutelbloem,
glaskruid), sjappietouwer
(baliekluiver),
spietoren (uitkijktoren),
sullenpiet (dommige
zielenpiet), tempietto (Romeinse
tempel), uitgepieterd (mager,
zwak), wegpieteren (verkommeren),
zanikpiet en zielenpieten (zielig
doen).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten