vrijdag 12 mei 2023

3275 Dictee maandag 15-05-2023 (1) – dictee Dictee van de dag (939) √

Dictee - dictees [3275]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee september 2017 (11), geheel herzien naar situatie 2023

Dictee van de dag (939)

Oefendictee september 2017 (11)

1. Het savanna-effect [meisje Savanna] is de neiging tot uithuisplaatsing van kinderen zonder gedegen onderzoek. Een
SCEN-arts [steun en consultatie bij euthanasie in Nederland] is een tweede arts bij euthanasie. De symfyse is de schaambeenvoeg. Schadenfreude is leedvermaak. Je kunt Sara zien [50 worden] en dan een sara [pop van bv. brooddeeg] krijgen. Hij is een satanskind, een volgeling van Satan. Je kunt je taal kruiden met Attisch zout [sal atticum: fijne geestigheid]. De tegenhanger daarvan is Italum acetum (Italische azijn). Een salmanazar is een wijnfles (9 liter). Met
sint-salarius wordt de Heilige Salarius [salarisdag] bedoeld. Salpeterkruit is [vero] zwart buskruit. In de sacoche zijn is in de pocket zitten. De Sacramentsdag is het sacramentsfeest [sacrament des altaars]. Hij was slaafgemaakt [VD]. De grote sabon is een 48 puntsletter (en de kleine telt 40 punten). Sackjacking: autoruit inslaan en tas pakken. Draagt Poetin weleens een rusleren jack? Die Simpelmans is daarenboven ook nog eens een saaimans. Witte de With had als bijnaam Dubbelwit [niet in wdb.].

2. Wij zijn ruimbehuisd [VD]. Deze schoenen zijn van rundboks [leer – ook boxcalf(s)] gemaakt. Een rumpie is een rup (rural professional: yup die op het platteland woont). Waar kun je betalen met rufiyaas [Malediven, MVR]? Hij zou zijn poot stijf houden. Een ruggie is een tapijtliefhebber (oosterse tapijten – Engels rug = tapijt). Ze wilden een coup(je) ['koep', bij 'koe': couptje] plegen. De afkorting r.p. staat voor réponse payée [telegrammen: antwoord betaald]. En 'rrrt' bootst het geluid na van iets dat snel wegrolt of -schiet. Wat is ruby [rood] voor port (en tawny = geelbruin tot bruinrood, mengsel rode en witte port). Rug tegen rug is dos-à-dos. Wablief(t)? Mag ik 3 granny smiths (mv. – handappel)? Daar had ik half en half op gehoopt. Een hoodoo is een rotspilaar. Rouille is zekere knoflooksaus. Rouwkrip is zwart (crêpe). Zij was nog rosser, maar wie had het roste haar? Een rosbeier is een robbedoes, een ruwe klant. De rossby- [ten noorden en zuiden van de evenaar] en kelvingolven [rond de evenaar] vind je in de oceaan. Het rostrum (de sneb) is het vooruitspringend gedeelte van de voorsteven van een Romeins oorlogsschip. Een kohlpotlood accentueert de ogen met kohl. Dat is echt een must-have! Rootsy van muziek is teruggrijpend op traditionele voorbeelden uit het verleden. Ropeskippen is touwtjespringen als sport. Ropijen zijn roepies. Otium is hetzelfde als odium [ledigheid, rust]. Het niveagehalte en -syndroom slaan op: niet in voor- en achtertuin (vgl.: nimby = not in my backyard). Genasjt: lekker gegeten.

3. Een rond-point is een rotonde. Het röntgenium heette vroeger unununium (atoomnummer 111). Anerytropsie is roodblindheid. De grote roerganger [China] was Mao Zedong. Het woord 'rof' komt mogelijk van rough [jongerentaal: moeilijk, zwaar]. De rokou [oo, au] is orleaan [stof – bixine, koeswe, anatto, botergeel, anattokleurstof]. Een sinfonietta is een kleine symfonie. Hij is r.-k. [rooms-katholiek] geestelijke. Dat postume [na de dood] eerbetoon was voor hem! Hij speelt in jong Oranje. In WO II beluisterde je Radio Oranje. Onchocerciasis is rivierblindheid. Een ruisdaellucht verwijst naar schilder Van Ruisdael, Jacob van Ruisdael. Rixari de lana caprina: ruzie maken om niets. Hij speelt in een brassband [koper en drums], zij in een bigband [groot jazzorkest]. Een rimpelroos is een zekere roos uit China (Rosa rugosa). Met de ringgit betaal je in Maleisië [MYRMalaysia]. Rikilt staat (historisch) voor Rijkskwaliteitsinstituut voor Land- en Tuinbouwproducten. Het RIKZ is in NL het Rijksinstituut voor Kust en Zee. Rilde korenstengels zijn slank.

4. De rilievo schiacciato is een Italiaanse reliëfstijl uit de 15e eeuw [geringe hoogteverschillen in het oppervlak]. Zij is zo ril [vreesachtig, schuw] als een hert. Je hebt terecht gesteld, dat hij nog steeds niet terechtgesteld is. Geef mij maar pruimeneau-de-vie [aquavit, aguardiente, brandewijn]. Een sonnettette is een snelsonnet: een gedicht bestaande uit een kwatrijn [strofe van vier regels] en een distichon [tweeregelig vers dat een volledige zin vormt, m.n. een vers dat bestaat uit een hexameter en een pentameter], waarbij na het kwatrijn een chute [volta = wending, keer, val] volgt. Het rijke roomse leven is lang niet meer wat het geweest is. Een gouden rijder is een munt. Zij rijden (rijden, queueën – v.t. = queueden) voor de gaarkeuken. Ook die rijkaard heeft een rijkaart. Een zoete jan is zoete koek of ook jan-in-de-zak [meelgerecht, au bain-marie bereide koek]. Het geschiede [wens] zoals het ook vroeger geschiedde. Tympanie is windzucht. Het follikel van De Graaf, het Graafse follikel is een follikel aan de eierstok (eiblaasje). Van al die stress raak je gestrest. Een riets/zomp is een rietzodde. Een dagobertstoel zoek je niet bij Donald Duck, maar in de middeleeuwen. Een exemptie is een uitzondering. Een faiseur de mots is een woordenkramer. Rollen maar met dat zorbje [bal waarin persoon kan staan]! Zit er een kluwen wol in die breipot? Een ramequin is een vuurvast ovenschoteltje (voor crème brûlée). Ik wens je mazzel en brooche [uitdrukking, ook: broge]: veel geluk! Hij draagt brogues [gaatjesschoenen]. Ik vind jou een zeik- of schijtlijster. Ik heb slaap, dusdoende ga ik naar bed.

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten