Dictee – dictees [3283]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee september 2017 (18), geheel herzien naar situatie 2023
Dictee van de dag (946)
Oefendictee september 2017 (18)
1. Ergocalciferol [vitamine D2, in boter – D3: cholecalciferol] werkt niet [of juist wel?] ergotroop [het werken bevorderend, de activiteit opvoerend]. Wat is het: Erasmus'er of Erasmusser [eigenlijk apostrof, maar het letterwoordkarakter – European Community Action Scheme for the Mobility of University Students – raakt langzaamaan op de achtergrond, dus ook wel zonder – niet in GB/VD]? Hij is epris van [verzot op] epsomzout [magnesiumsulfaat, Epsom = stad in Surrey]. ESR = elektronenspinresonantie = EPR = elektroparamagnetische resonantie. Een epub(!) [electronic publishing] wordt volgens het bestandsformaat EPUB gepubliceerd. Toen ze eropuit gingen, bleek hij erop uit te zijn om haar te versieren. Dit is een expressebestelling. Zij heeft een faible [zwak] voor fäh, petit-gris [bont van het Siberische eekhoorntje]. Die fade [feet] [vervloeien van film- of televisiebeelden, overgang] maakte een einde aan de fade [faa-duh] (slap, zouteloos) vertoning. We gaan feestvieren, een groot feest vieren. Dat schilderij vind ik flou [gewild onscherp]. Is dat fonduetje al besteld? Het is frips [schertsend: fris] buiten. Krulandijvie heet ook wel frisee. Op '*leman': (Jan en) alleman, belleman (BE, omroeper in straten), bieleman (schutterij), bolleman (bolman = klaverenvrouw en -boer), Brutus is an honourable man, deleman (in Indië: (huur)rijtuigje op twee wielen), dolleman (onbesuisd mens), every inch a gentleman (van top tot teen een heer), frulleman (knoeier), gentleman, lulleman (babbelaar – lullenman: brandweer), pieleman (o.a. penis), en would-begentleman.
2. Op '*lenman': billenman, borstenman, bollenman (SR: broodjesverkoper op straat, ook: bollenvrouw), brillenman (brildrager of opticien), bullenman (bulloper, gaat met de stier rond), jollenman (vaart met de jol – overzetveer; ook: vletterman), kielenman (kielman, witkiel, sjouwer), kolenman (kolenboer), lullenman (pijpgast bij brandweer – lulleman = babbelaar – ook: penis), pielenman (uithaler van ovens), prullenman (prulvent), schillenman (haalde groenteafval op) en bellenman (znw. bel, ww. bellen leidt tot belleman). Krijg nou de ftisis (lekker eufemisme – tering)! Hij heeft op zijn autoped geautopet. Gekwantiseerd is uitgedrukt in quanten. Na al dat gestres [ww.] volgde iets relaxeds. In de geüpgradede versie zongen ze een geuzenlied en dronken ze een geuzelambiek.
3. De geuite beweringen logen er niet om. Dit product is geoctrooieerd. Hebben jullie die goedevrijdagdienst bezocht? De Gouwenaar kreeg de gouwenaar [Gouda, soort van buikloop] van het IJsselwater. In de namiddag wordt het goûter, het vieruurtje, gegouteerd [gebruikt]. Zo'n gortenteller [gierigaard, vrek] kan weinig met gortepap. Hij viel op door zijn gratuite [onverplichte] gratuïteit [belangeloze vrijwilligheid]. Gratias, dank u! De gramineae [nee-jee, ook: gramineeën] zijn graanachtige planten, de Hominidae zijn de mensachtigen [hominiden, hominoïden, vb. mensaap]. Zet die stoel maar bij het grofvuil. Hij guetteerde [gèht – g van goal – bespieden, beloeren] de laborant of die bij de guttatie (het uitdruppelen) geen fout maakte. Kunnen jullie een guiro [goe-wie-roo, g van goal – klein slaginstrument] bespelen? Om haar haar droeg ze een gimpje (ook: guimpe [gèhmp – g van goal] – tulen halsbedekking met baleintjes – staafje), aan haar voeten gympjes [ook: gympies, gympen]. In de hafttijd rond Sint-Jan moet je oppassen voor die insecten [haft, haften] , die eendagsvliegen. Rond de Haarlemmerdijk – in Amsterdam – kon je heel wat soorten haarlemmerdijki/jes [praatjes, drukte, Haarlemmerdijks = tongval = dialect aldaar] gewaarworden. In de dierenfabel werd geroepen: haasje, rep je – en wel: haastje-repje – met het haasje-over [spel = bokspringen]. Hij was halfdronken, aangeschoten, entre deux vins. Voor dat bericht over die hasjhond moet je onder andere een hashtag gebruiken.
4. Aan zijn hardvochtige optreden had ik een hart(s)grondige hekel. De heibeiige [snibbig, kijfziek] croesus [zeer rijk man] werd achternagezeten door de heilige hermandad, at een hijlikmaker [= heiligmaker, kruidkoek voor bruiloften] en had de neiging om van het ene uiterste naar het andere te gaan: van de hei in de fij. Als de schildklier overmatig werkt, is dat hyperthyr(e)oïdie. Een ichtyologe is een viskundige (vr.). Is isoniazide een middel tegen tbc, een isocyanide bevat een isocyaangroep. 25 juli is het Jakobsdag, de feestdag van de Heilige Jacobus, geloof het of niet. Op de vierde zondag in de advent zingen we ' Rorate coeli desuper' ofwel 'Dauwt [archaïsch], hemelen, uit den hoge'. De japanologie houdt zich o.a. bezig met japannerieën, japonaiserieën, zeg maar: japonisme. Na dat mislukte joppie [job, baan] was ik weer Joppie (kleine Job). Als dicteeër zou je moeten weigeren ju-ju te spelen (paardje spelen – juju: iets met magie). De meeste Kaapstatters [Kaapstad] nuttigen graag Kaapse wolken [vla met dotjes geklopt eiwit]. Een Kamper steur is een kampersteur [dolle geschiedenis] en een Kamper ui is een kamperui [idem, dwaze streek]. Ken je Grieks: kat' exochen [èhn] (bij uitstek, per definitie), kalos k'agathos (rechtschapen naar lichaam en ziel, samenvatting van het Griekse cultuurideaal) en to kalon k'agathon (het mooie en het goede).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten