Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee februari 2017 (4), geheel herzien naar situatie 2023
Dictee van de dag (909)
Oefendictee februari 2017 (4)
1. Inwoners van Tietjerk heten biezensnijders. Je kent het verhaal van Mozes in het biezenmandje? Zelfs de bekende Mexicaanse plant mozes-in-het-biezen-mandje staat in VD. Bifurqueren is een bifurcatie [vorkvormige splitsing] vormen. In een bigbrothermaatschappij zou een big bazooka [drastische economische of financiële maatregel i.v.m. crisis] niet nodig moeten zijn. Een bigfoot is een yeti [volksgeloof: sneeuwman] . Een bigot [oht/oo] lijdt aan bigotterie [schijnheiligheid]. Ik zweer bij mijn rode bijbel, de Michelingids [ook: socialisme, groene bijbel: GB]. Altijd lastig: 'epididymis' [bijbal] schrijven! De Bijbel van deux aes is de Deux-aesbijbel [met zekere kanttekening m.b.t. dobbelsteen gooien]. Het Bijbellezen gebeurde vanaf een bijbellezenaar. Wat is klistervorming [bolknop] bij planten? Onderschat dat bijdehante bijdehandje niet. Een bijker [imker, bijenhouder] heeft een imkerij. De apidologie [bijenkunde] bestudeert ook apitoxine [bijengif] en de apicultuur [bijenteelt]. Een bijenorchis heeft rozerode of bleekroze bloemen. Ik heb hem uit zijn flauwte bijgeholpen, dat leidde tot zijn bijkomen. Lopen moeder- en dochterklok altijd gelijk? Een snauw [sneer] is geen prauw [vaartuig Indonesische archipel]. Was die del [slons, slet, snol] bijna-bloot of bijna bloot? Is het niet zo, dat een bijzit meer ligt? Kijk: een bijzige [tochtig] koe.
2. Bikramyoga is een heet gebeuren [in ruimte van 40oC]. We gaan met Jan Bil z'n wagen [met de benenwagen, te voet]. Wat zijn bilboquetten [vangbekertje met (koord en) bal, ook: duikelaartje]? Wij biljarten elke week in dat café billard. Het was daar kontschudden [kontshaken, dans, stripnummer]; ik moest er wel kond van doen [bekendmaken]. Ze hadden veel van Billie en Bessie Turf [stereotiepe dikkerdjes]. Op deze locatie waren de locals [plaatselijke bewoners] oververtegenwoordigd. Een birmaan is een burmees [kat]. Iemand een wedgie geven is birren [broek in reet]. In BE staat BIS voor Begeleid Individueel Studeren. Heerlijk, die biryani [stoofschotel gebakken vlees, basmatirijst, etc.], hoeveel birr [munt Ethiopië, ETB] kost dat? De nizam [titel van de vorst van Haiderabad] verorberde graag een bisamzwijn [dat van het bisam(bont)]. Een biscuit buste (biscuitbuste) kun je niet eten [is van kalk]. Met biscotti di Prato worden cantuccini [mv.: knapperige, tweemaal gebakken Toscaanse bitterzoete amandelkoekjes] bedoeld. Een bisectrix (VD – deellijn hoek) wordt ook bissectrice genoemd. De Arabier had zojuist biest [eerste melk koe na kalven] gegeten en trok bij het weggaan een mooie bisht (overjas) aan. Hij wist overigens niets af van een Papoease bisjpaal [boomstam bij dodenritueel]. In BE betreft de biv de belasting op de inverkeerstelling. Hoe zat het met de cuisson [gaarheid] van dat bizongerecht?
3. [20-02-2017] Pas volgende week te zien in het online-GB: athomegevoel. Je moet maar net willen weten dat bl de internetextensie is van Saint-Barthélemy. Laten we eens even '*mozes*' onderzoeken (een selectie): mozes kriebel (verzwakte krachtterm), een kalf Mozes (een echte goedzak, een goeie sul), Mozes en de profeten (= geld!, naar (Bargoens) moos = geld), mozesboom (stekelige mispelboom, vuurdoorn), mozestraan (traangas), mosen [knoeien, prutsen, (geld) verprutsen (ook: vermosen], Sam en Moos zijn twee stereotiepe Joden, die in moppen worden opgevoerd, jatmoos [jatmous = handgeld, ook: dief, zwendelaar], Bargoens: het is een ribbemoos van een vent (een grote, ruwe kerel), bemosen (bevuilen, bezoedelen), Mozes en Aäron (fig.: staat en kerk), de baard van Mozes (de plant slaapkamergeluk), daar kom ik met de boeken van Mozes (aangesjouwd met zware en oude boeken), de vijf boeken Mozes (schertsend: vijf oude ongetrouwde zusters of vrijsters), zo dom als 't kalfke Mozes (zeer dom) en het wetboek van Mozes (de Pentateuch (Thora: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium).
4. Nog
een paar dingetjes, gevonden via VD-label 'SR':
aguma (bladgroente), ajinomoto =
ve-tsin, alakondre [ih/ie]
= zekere ketting, alatapepre
(ih) = kleine rode chilipeper, angalampu
[goal, oe]
= Chinese roos, anyumara (joe,
zoetwaterroofvis), aytkanti (lederschildpad),
baithak gana = [trad. Hindoestaans]
muziek, bakru
[ah, oe] =
bosgeest, basya = assistent-dorpskapitein, boyo = ovengerecht,
cellshop = telefoonwinkel; is een buru
[oe – blanke
Surinamer, afstammend van immigranten uit Nederland die zich in
1845-1850 als boeren in Suriname vestigden] ook een bakra
[straattaal: blanke (m.n.
een Nederlander)]?, de coming-out [outing,
uit de kast komen] werd met een cook-out [uitje
met buitenshuis bereide maaltijd] gevierd, mag je doksen
[eend, m.n. muskuseend] zomaar
afschieten?, dyarpesi (djahr-pih-sie
– groente), dyompofutu (hinkelspel),
dyugudyugu (gedoe, drukte, ophef),
fayalobi (sierheester, ook: bloem ervan),
fyofyo [fjoh-fjoo]
= (ook:) magische ziekte (in
het wintigeloof), gadodede
(ih) = commelina (onkruid),
gropesi
(groo-pih-sie
goal)
= taugé, handicraft
[èh ah:] =
kunstnijverheid, kawai: zekere zaden, ook als hangertje, krawkraw
[vroeger: u!]
= chips van de cassave, krobiya (zekere
zoetwatervis), kukaleisi (koe-kaa-lih-sie)
= snelkookrijst, kutai = hoogkijker – vis, motyo [moh-tsjoo]
= prostituee, obia = voorwerp met magische kracht, ograi = boze oog,
oloysiketi
[oh-loj-sie-kih-tie]
= halsketting, owrukuku [oo-roe-koe-koe]
= uil of lanspuntslang [ook:
labaria], piaiman = indiaanse sjamaan =
priester-tovenaar/genezer, popsicle [pohp-sih-kuhl]
= waterijsje, ijslolly, rakhi [raa-kie]
(katoenen armband), rowti [roo-tie]
(dikbekje = appelvink met een oranje buik),
sangrafu [sahn-grah-foe]
(kruidachtige plant), siksiyuru
[oe] = een soort van zingende
cicade, tarateyketting [ee
– hals], tayer (groente),
tyuku (tjoe-koe
– steekpenning), tyuri
(tjoe-rie
– smakkend geluid als verachting),
wiper [waai-puhr] (ruitenwisser),
yarabaka [ah]
(zeemeerval) en yorka (geest
overledene).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten