donderdag 11 maart 2021

2132 Dictee zaterdag 13-03-2021 (1) dictee Dictee van de dag (146) √

Dictee – dictees [2132]

Oefendictee 711 OUD, geheel herzien naar situatie 2021

Dictee van de dag (146)

1. De pâte is de vrij dikke, smeuïge verflaag van een schilderij. Wilde je mij besjoechelen [besjoemelen. belazeren]? Een echel is een bloedzuiger, een echelle een toonladder. Met een eclatant succes kun je éclat maken [opzien baren]. Een wielrenner heeft een toeclip en de zon heeft zijn zoneclips. Ecru is touwkleurig en een rekruteerder is een recruiter. Sinds 1848 is de leus van Frankrijk: liberté, égalité, fraternité. In de Tweede Wereldoorlog kenden we de Grote Adviescommissie der Illegaliteit [vooraan hoofdletter]. Egreneren is ontkorrelen. Dat élan vital, die stuwende levenskracht, werd met veel elan aangeboord. Zijn elegantie verdiende de naam élégance ten volle. Die geheel authentieke authenticiteit was elementair. De elite-eenheid kwam eraan te pas. Zijn 'elocutie' [welsprekendheid] en 'eloquentie' [idem] synoniemen? Ja, dus. Een emax domina is een koopzuchtige dame. Emasculatie is castratie.

2. Een emigrant is een emigré en een emigrante is een emigree. Een émissaire, een emisario, is een geheime boodschapper. Een deal [Engels!] emissa manu [Latijn!] is bij handjeklap. Te veel CO2-emissie leidt tot een boete en een verlieslijdend bedrijf. Emunctae naris is over een fijn onderscheidingsvermogen beschikkend. Epateren is overbluffen en, nog erger, épater le bourgeois is overdonderen. Epopeeën zijn epen [epossen]. Binnen de eroev [gebied] mag je op sabbat dragen. Met houden aan een prima verkeersetiquette zijn verkeersregels nauwelijks nodig. Je moet me geen etiket opplakken. Ik zoek mijn naai-etui. De gerant [zjee verantwoordelijk beheerder hotel, etc.] legde de gerande servetten gereed. Een manege is een rijschool. Zijn er andere metiers dan dat van wielrenner? De merengue is een dans en de meringue een schuimdeeggebakje. Ze droeg een negligé, zeg maar negligeetje (en was dus en – Frans – négligé).

3. Aan het prematuurtje [te vroeg geboren kind] hield ze een post-partumdepressie [partus = bevalling] over. In het schijnsel van de reverbère [lantaarnpaal] had ze reviaanse [Reve] rêverieën over de reverences [buiging] die ze zou moeten maken. Het is usance [gebruik] dat je in dat geval als sursiet [persoon die het aanvraagt] surseance (uitstel) van betaling krijgt. Je schrijft 'crêpe' met een dakje erop, toch? En 'crème'? Een abbé is een wereldlijk rooms-katholiek geestelijke in Franssprekende landen (zoals abbé Pierre). Een amphigouri[‘s] [oe] is een nietszeggend gedicht. Een applique [beschilderd vak in omlijstingen die deuren, ramen, enz. voorstellen] zie je in het theater en een appliqué is een opgelegd versiersel van een andere stof dan die waarop het wordt aangebracht. Een avant-corps is een zelfstandig gedeelte van een gebouw voor de hoofdgevel, de avanthop is de hiphopstijl, de avant-garde, dat weet je wel [jonge generatie van kunstenaars met nieuwe vormen], avant la lettre [voordat het begrip bestond, eigenlijk: prent zonder onderschrift] ook, de avant-première is een voorpremière, het avant-propos is een voorwoord (à propos, is dat af?) en een avant-scène is? Antwoord: voorgrond van het toneel, tussen scherm en voetlicht!

4. Een bajadère is een (exotische) zangeres. Ook het Great Barrier Reef wordt wel genoemd als achtste wereldwonder. Een belvedère is een mooi uitzicht. Het bouclé is een zekere tapijtstof. Een bouton d'orient is een besmettelijke zweer. Het bête humaine is het dierlijke in de mens. De bergère is een leunstoel of een kapsel. Zó blasé [zo verwend dat je niet meer kunt genieten] is gewoon bête [dom, onnozel, schaapachtig]. In de brasserie [café, eetgelegenheid] liep het uit op een brasserij [slemperij, braspartij: overdadig eten en drinken]. Koffie te over, zoek maar op: caffè latte [Italiaans: koffie met veel melk],
café-restaurant, café glacé [ijs met mokkasaus], cafeetje, café-elftal, café dansant, café complet [koffie met gebak], café crème [soort espresso], café billard (biljartcafé) en café noir [koekje met een laagje suiker met koffiesmaak]. Een calèche heet volgens VD ook kales. Een carré is een vierkant en carrément is ronduit. Bij zekere yogaoefeningen moet je chanten [op monotone wijze zingen bij wijze van meditatie]. Een chiffonnière is een hoge ladekast. Een chime [tsjaajm] is een klokkenspel. Een chimère is een hersenschim. De clergé is de clerus.

5. Bij computers kom je client-serversystemen tegen, in winkels clientèle of cliënteel. Cliëntelisme is politieke klantenbinding. Een comédie noire [blijspel met een tragische ondertoon] is niet helemaal een comedy. Een kletskous is een commère. Een compère (leidt die in en verbindt scènes – compeer = kameraad) werkt bij de revue. Een comprimé is een zekere pastille. Een confrère is meestal een
collega-jurist; met zijn allen vormen ze de confrérie. Een consommé is een niet-gebonden soep. Het conté is zeker tekenkrijt. Hier volgen wat coups: coup de force [gewelddaad], coup de foudre [plotselinge en onweerstaanbare verliefdheid – blikseminslag], coup de fouet [medisch: zweepslag], coup de grâce [genadeslag], coup de maître [meesterstuk], coup de main [verrassing], coup de pédale [pedaaltred], coup d'essai [proefstuk, origineel bij gilden om 'meester' te worden], coup d'état [staatsgreep], coup de théâtre [ommekeer, onvoorziene wending] en coup d'oeil [vluchtige blik, oogopslag]. Verder: de
coupe-file [voorrangskaart], de ijscoupe, de coupe soleil [kapsel met plukjes geblondeerd haar] en ten slotte de stiltecoupé.

6. Daar volgen de crèmes: crème anglaise [nagerecht, anglaisecrème], crème au beurre [botercrème], crème brûlée [met laagje gekaramelliseerde suiker], crème de cassis [likeur, zwarte bessen], crème de la crème [het beste, neusje van de zalm, je van het], crème de cacao [likeur, cacaobonen], crème de menthe [pepermuntlikeur], crème de vanille [vanillelikeur] en een crème-ei [met crème gevuld]. Vergeet ook niet de crème fraîche [dikke, zurige room, BE: slagroom] en de crème fouettée [slagroom]. Bij crêpe [weefsel, ook: flensje] kunnen we noemen: crêpe de Chine , crêpe georgette [beide: geen mv.], crêpepapier en een crêpe suzette [flensje met likeur, mv. crêpes suzettesof]. Mag ik een ijscrêpe van u? Een crêperie is een pannenkoekenhuis. Degradatie is het demasqué der
would-bekampioenen. Het doublé is geelkoper of een veertigjarig jubileum. Om maar eens een cruijffiaans gezegde aan te halen. "Elk nadeel heb se voordeel." Zou dat zijn nagedachtenis recht doen? Op uniformen kunnen fourragères [schouderkwasten met koorden] zitten. Een ferronnière is een voorhoofdssieraad. Flèches zijn onder andere spitse torens. Foncé [bnw.] is donker van tint. Een kiloampère wordt afgekort tot kA, een kilovoltampère tot kVA. Miserie is misère.

7. Macrameeën is macramé vervaardigen. Een marque is een merk, een marqué een toneelspeler en een marquee [ie] een 'lopende' mededeling [op beeldscherm]. 'Mate' [ee] kun je horen bij judo, een maté is een sierheester en een Zuid-Amerikaanse volksdrank. Zoek maar op: mise-en-page [lay-out], mise-en-place [gereedmaken bereiding gerechten], mise-en-plis [watergolf], mise au point [zuiver stellen kwestie, stand van zaken] en mise-en-scène [voorbereiding, toneelschikking]. Bij het bostonnen [spel boston spelen of de boston dansen] kom je de misère ouverte [kaarten – bij bostonnen – openleggen zonder een slag te halen] tegen. Is een momentum [geschikt om iets te ondernemen] een soort van moment suprême [hoogtepunt]? Nee, dus. Mouliné is moulinetgaren [èh(t)]. Is de dos passé [boek, vlakke, vierkante rug] inmiddels niet passé? Foto's plaats je in een aantal pêle-mêles [raam voor foto's]. Ze droeg een plissérok [znw.]. Mooi, die pointillébloes [znw. – met gekleurde punten] met
point-lacéovergooier [znw. – boorduursel met ingeweven figuurtjes]. Rapé is snuiftabak een ratee een mislukkelinge [m.: raté]. Bij een référé [NL kort geding, BE: kortgeding] is niet vaak een referee [scheidsrechter] betrokken [wel een rechter]. Gebruik de kleur roze maar om die rosé [wijn] te tekenen. Zij was een losbandig persoon [uit de aanzienlijke stand], een rouee [m.: roué], en als bindmiddel voor de saus gebruikte ze blanke roux.

8. Een séjour is een verblijf (of de kosten daarvan). Hoe duur is dat sèvres servies (sèvresservies)? Solfegiëren is zich bekwamen in solfège [solfeggio, solmisatie, zingen op noten: sol, do, re, mi]. Hartgeruis heet souffle. Een tierce [tiers] is een Engelse inhoudsmaat, een tiercé [tjèhr-see] een trio als weddenschap. Een trouvère was een Noord-Franse minnezanger in de middeleeuwen. Een grappige touch [karakteristiek trekje], een rectaal toucher [inwendig onderzoeken rectum = endeldarm] en drie touche-à-touts [bemoeials, bemoeiallen]. Voorbeelden van soirees zijn de soirée musicale en de soirée dansante. Frisee is krulandijvie, fricassee een gehaktgerecht. Een tournee is een soort van toer [sportploeg, kunstenaar, politici]. De
rez-de-chaussee [benedenwoning] lag aan de chaussee [straatweg]. Een gelee is een soort van zalf. Een melopee is een ritmisch gezang of een klankexpressief gedicht. Een bourree: een dans. Montee zijn glasaaltjes, elvers.

9. Een pence [èh – qua waarde] is een penny (muntstuk), een pencee [èh s] is een rondo en een pensee [ah] is een viooltje of het lichtkleurig blauw. De risee [m/v] is het mikpunt, een travee een gewelfvlak. Alle Mozartwerken hebben een KV-nummer (Köchelverzeichnis). Hoe spreek je 'bosschage' (bosje – zonder sch) uit? En wat is een bossage [blokken natuursteen aan de voorzijde ruw behakken]? Zij zijn de eerste de besten niet. De commissaris van de Koning(in) (CvdK, CdK, CvK) komt hoogstpersoonlijk. Hij studeerde een jaar lang Tamil [taal], zijn broer doet dat al jarenlang. Een goûter is een 4-uurtje (vieruurtje). Een laissez-passer is een geleibrief [vrijgeleide]. De poissonnier [vissen] en de saucier [saus/zen] konden het in de keuken samen goed vinden. De bordesscène vond op de palier [pahl-jee – rustplaats trap = bordes] plaats. Een angélique is een angelica: de engelwortel uit de plantkunde. Denk ook aan de vox angelica [engelenstem, orgelregister]. Een bébé kan een lange, wijde dracht zijn [ook wel: baby]. Een bévue is een flater. Een crémant [licht mousserende wijn] kun je drinken.

10. Debris is ruimteafval (en débris puin). Een dépositaire is een depositaris [heeft geld of goederen in bewaring]. Geschubd is écaillé. Een écossaise is een Schotse dans. Hij deed het uit dépit (teleurstelling, ergernis). Opzien baren is éclat maken. Verdienstelijk is méritoire [altijd e!]. Een pépinière is een boomkwekerij. Een récamier is een soort rustbank. Een maréchale is een (schalkse?) maarschalkse. Een méridienne is een sofa voor de middagslaap. Een résidence is een luxueus appartementencomplex. Een pépite is een goudklomp. Sévère is gestreng in de kunst. De vendémiaire is de wijnmaand [Franse Republiek].

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten