maandag 20 november 2023

3555 Dictee vrijdag 01-12-2023 (1) – dictee BeNeDictee 2023-13 √

Dictee – dictees [3555]

BeNeDictee 2023-13

De 80 vetgedrukte items moesten worden ingevuld.

Een sepulcrale [graven/grafmonumenten betreffend] reis [auteur: Bert Jansen]

1. Uitvaartrituelen hebben de mensheid eeuwenlang gefascineerd. Deze praktijken zijn vaak diepgeworteld (1) in culturen en religies en dienen als een manier om afscheid te nemen van de overledene, soelaas te vinden in tijden van verdriet en hoop te bieden uit het mysterie van de dood. In deze thanatische (2) [de dood betreffend] verkenning zullen we enkele opmerkelijke – en zelfs buitenissige (3) – aspecten van rouwceremonies over de hele wereld de revue laten passeren.

2. De vroegst bekende begrafenissen dateren van het laatpaleolithicum (4) [tijdperk] en de tijd van de cro-magnonmens (5) [opvolger neanderthaler], waarvan de fossielen in 1868 in de Dordogne zijn blootgelegd. Net als de neanderthalers (6) [alleen Neanderd/tal wegens aardrijkskunde!], die zo’n 35.000 jaar geleden uitstierven, brachten ze schilderingen aan op de rotswanden en in de grotten; Altamira en Lascaux (7) [VD-lemma grotschildering] zijn daar de bekendste voorbeelden van. De polychrome dik behaarde (8)
[VD-lemma vos] steppemammoeten (9) [n/s] en watoessi’s (10) [rund, kruising stepperund en zeboe] staan in het collectieve geheugen gegrift. (De tegenwoordig bij eenzame douairières (11)
[adellijke weduwe] geliefde chihuahua’s (12) [kleine hond Mexico] zijn nergens aangetroffen.)

3. Een prominente praktijk in tal van culturen door de eeuwen heen is het aanbieden van grafgiften aan de overledene. Wapens, zoals ponjaards (13) [dolk] en sarrassen (14) [ruitersabel] (een soort houwdegen), en bijouterieën, zoals karkanten (15)
[halssnoer met edelstenen - karkant] en breloques (16) [hangsieraad], waren favoriet. Men ging ervan uit (17) dat die giften van wezenlijk belang waren om ook in het hiernamaals te overleven. Ingewanden werden in canopen (18) [asurn, lijkvaas - mv. n] bewaard, terwijl amuletten (19) [talisman *] – de totems waarmee in het
Sranan*tongo (20) [Surinaams, + * = g ten onrechte ook goedgerekend, andere uitspraak - ook Sranan en Sranang] (door sommigen oneerbiedig = takitaki (21) genoemd) naar * = tapu's (22) wordt verwezen – tussen de mummiewindselen gelegd werden.

4. Een opmerkelijk verschijnsel dat in dit exposé niet onvermeld mag blijven, is de traditie van de weduweverbranding (23) [mv. n/s] ofwel het = suttiisme (24), waarbij de trouwe echtgenote, de
suttee [te verbranden weduwe = sati] (25), zich vrijwillig op de mutsaard (26) [brandstapel] plaatste. Het hoeft niet te verbazen dat deze praktijk controverse en debat opriep; sinds het midden van de negentiende eeuw is zij dan ook verboden. Nochtans blijft deze affreuze traditie nog steeds voorkomen in afgelegen gebieden en negorijen (27) [klein saai stadje, dorpje = negerij]. De traditie gaat terug op de Vedische periode, toen het als een daad van zelfopoffering werd beschouwd. De religieuze opvatting die hieraan ten grondslag ligt, is het idee dat een vrouw zonder haar man geen enkele waarde had in de samenleving. Tegenwoordig zijn er programma’s en voorzieningen opgezet teneinde weduwen te helpen bij hun
sociaal(-)economische (28) [allebei goedgerekend, met : sociaal + economisch, zonder: volgens de sociale economie – GB/VD] empowerment, onderwijs en gezondheidszorg.

5. Tot ver in de negentiende eeuw was cremeren taboe in de christelijke traditie, maar tegenwoordig is deze vorm van lijkbezorging breeduit geaccepteerd, al is er, met name in de orthodoxe stromingen, nog steeds een sterke voorkeur voor begraven. In de rooms-katholieke kerk klonk het nihil obstat (29) [(er is) geen bezwaar, slaat eigenlijk op een boek] voor cremeren in 1963, tijdens het Tweede Vaticaans Concilie. In de eredienst speelt de thuriferarius (30) [wierookdrager] een essentiële rol; het is zijn taak het wierookvat te dragen en de gewijde rook te verspreiden; een rol die vaak wordt toevertrouwd aan een acoliet [akoniet = plant]. Het gebruik van wierook benadrukt de verbinding tussen de katholieke eredienst en de liturgische tradities van het Oude Testament. Voorlezing uit een Deux-aesbijbel (31)
[Bijbel van deux aes – n.a.v. een kanttekening bij Nehemia] is vaak een vast onderdeel van de eredienst in het godshuis (32) [tempel, kerk], waarbij Agnus Dei’s (33) [naam gebed, dan geen mv. – Lam Gods – m.i. bij x bidden met wel mv. kleine letters, vraag VD], gereciteerd worden, gebeden die verwijzen naar Jezus als het Lam van God. Het door het glas in lood (34) [wel: glas-in-loodraam] vallende licht wordt geïnterpreteerd als symbool van hoop en begeleiding voor de ziel van overledene. Zowel het latin de cuisine (35) [potjeslatijn, keukenlatijn] als het Kerklatijn (36) [r.-k., Italiaans] heeft terrein moeten prijsgeven aan de landstaal. Een van de meest ontroerende uitvaartrituelen in, met name, de protestantse traditie, is het gebruik van carillons (37) [klokkenspel]. Deze indrukwekkende instrumenten bestaan uit klokken van verschillende grootte waarop jaquemarts (38)
[staand figuurtje op klok] de uren slaan. (Gelieve deze figuurtjes niet te verwarren met de faux amis (39) [valse vrienden, false friends – woorden uit verschillende talen die op elkaar lijken zoals NL zee en DE (Duits)  Meer] Jacquerie (40), de = boerenopstand die Frankrijk in 1358 teisterde, en jokari (41), het = balspel waarbij met een bat een met een stuk elastiek aan een houten schijf verbonden balletje heen en weer wordt geslagen.)

6. Ook Joodse uitvaarten – zowel de Asjkenazische (42)
[Midden- en Oost-Europa] als de Sefardische [Spanje, Portugal, Azië, Afrika] – hebben zo hun eigen tradities. Kenmerkend voor de Joodse begrafenis, de = levaje (43) [mv. levajes], zijn de soberheid en de rouwperiode van zeven = dagen, het zogenoemde sjivve zitten (44), waarbij = thuis op lage krukjes of op de grond wordt gezeten. Tijdens de rouwplechtigheid wordt, ter nagedachtenis aan de overledene, door een zoon het kaddisj (45) [gebed, zeg maar kaddisj = zand erover] uitgesproken. Er wordt, net als bij Pesach, ongezuurd brood (matse) gegeten. Op het graf worden in plaats van bloemen steentjes gelegd. In verband met de kidoesj (46), de = sabbatswijding, wordt er op zaterdag niet begraven.

7. Vanuit de westerse blik bestaat het vooroordeel dat ze er in de islamitische wereld vreemde ideeën op na houden (47)
[VD - mijn foutgerekende opna is beter: Taaladvies!], maar een sterk gevoel van eenheid en solidariteit komt op indrukwekkende wijze tot uiting bij de islamitische uitvaart, waar de ganse oemma 48) [wereldwijde islamitische gemeenschap] acte de présence geeft in de missigit. Overeenkomstig de islamitische tradities wordt het lichaam van de afgestorvene van hoofd tot voeten in een wit doodskleed, de = kafan (49), gewikkeld.

8. Ten diepste mag er in de loop der millennia weinig veranderd zijn, nochtans hebben moderne technieken de dood en begrafenissen op soms dramatische wijze beïnvloed. Een van de opvallendste ontwikkelingen is het proces van cryoniseren (50) [invriezen], een methode waarbij het lichaam wordt ingevroren in de hoop op toekomstige reanimatie. Dit proce (51) wordt steeds meer losgekoppeld van sciencefiction (52) [sf, scifi], waar het aanvankelijk sterk mee werd geassocieerd. In Europa is deze ijselijke lijkbehandeling nog niet zo populair als in de Verenigde Staten, waar deze ijsmummies = cryonauten (53) worden genoemd. Na het invriezen wordt de patiënt in een zogenaamd dewarvat (54) [vacuüm] gestopt, een soort thermosfles die gevuld wordt met vloeibare stikstof.

9. Intussen is in onze contreien de traditionele uitvaart
stilletjesaan (55) zélf op het houtenjassenpark (56)
[begraafplaats, kerkhof] terechtgekomen. Want laten we eerlijk zijn: het traditioneel na de dienst geserveerde slappe bakje cichorei (57) [surrogaatkoffie] (volksetymologisch verbasterd tot suikerij) met een droog plakje fiadu (58) [SR – cakeachtige koek] en fumu uit een krakerige luidspreker als achtergrondbehang, is toch niet meer van deze tijd. Niet zelden heeft een uitvaart meer weg van een breugelkermis (59) [traditioneel volksfeest, veel eten en drinken] dan van een ingetogen solemniteit (60) [plechtigheid].

10. Zo bewees ik enkele jaren terug een oude kennis van mij de laatste eer. Deze kennis – laten we hem uit privacyoverwegingen (61) X (62) noemen – wilde van parcimonie (63) [cent – zuinigheid – parsimonie – simpel] nooit weten en serveerde bij leven al exquise gerechten van famille-roseserviesgoed (64) [Chinees porselein - famille rose]. Hij had in zijn testament bepaald dat zijn uitvaart een afspiegeling van zijn leven moest zijn – in allen gevalle (65) [denkbaar: in alle gevallen] mocht schraalhans geen keukenmeester zijn. Er werden dan ook uitsluitend gemillesimeerde (66) [ll – VD 2024 - bij dit dictee ook één l nog goedgerekend] (van datum voorzien/van beste kwaliteit) wijnen geserveerd, alle appellation(s) contrôlées (67) [znw. mv. – herkomst gegarandeerd  ] (= A.C. (68) in afkorting - vgl. A.O.C.). Chateau migraines (69) [ver-NL’d – s uitspreken - begin zin] stonden op de zwarte lijst. Krethi en Plethi (70) [Jan en alleman], oftewel
Jut en Jul (71) [uitspraak 2 x uh, geen uu!], waren uitgenodigd en aan de gecopy-pastete (72) [plagiaat plegen] toespraken
(lees: hagiografieën) kwam geen eind. Het smörgåsbord (73)
[buffet met koude gerechten] bevatte onder andere sandwiches met
gravlax (74) [gravad lax, Zweeds gerecht], prosciutto (75)
[Italiaanse achterham] en blini’s met sevroega en troeboek (76) [kaviaar], de Indische variant. Ik zat naast een overvloedig met patchoeliolie (77) [erotiserend] besprenkelde vrouw wier echtgenoot, een droge hydroloog, de ene na de andere pauillac (78)
[bekende medocwijn] achteroversloeg. Ze sprak schande van het haast bacchantische afscheid, terwijl ze met een nat zeil [dronken] de pleiterik maakte (79) [ervandoor gaan]. De andere gasten heftten (80) [ww. heften = zuipen] nog tot in de kleine uurtjes.

11. De uitvaart verliep exact zoals mijn kennis die had geregisseerd. Zijn geest leefde voort in de harten van de mensen die van hem hielden en hij zou herinnerd worden als degene die hun had geleerd te genieten van het leven en niet het memento mori, maar het carpe vitam [geniet van het leven] bovenaan in het vaandel te voeren.

 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten