maandag 18 juli 2022

2822 Dictee vrijdag 22-07-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (642)

Dictee – dictees [2822]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 215, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (642)

1. Een peristyle is een zuilengang en pernambukhout (denk aan: Pernambuco) is braziel. Peroxymierenzuur heeft vast geen peroxidebinding. Persianer pattes is het bont van de poten van een pasgeboren lam. Van het uitpersen restte slechts perssel. Quinoa [kihn-waa – kie-noo-waa] is Peruaanse rijst. De niersteen verdween per vias naturales (langs natuurlijke wegen). Waar betaal je met de peseta Guineana? Juist: (voorheen!) in Equatoriaal-Guinea (nu: CFA-frank). Een Koerdische peshmerga [lid strijdmacht] is bereid om voor de goede zaak te sterven. Dat is knudde, dat is (naatje) pet. Was dat nu een MRI-scan [magnetic resonance imaging], een CT-scan (computertomogram), een CAT-scan [idem] of een PET-scan [medisch: positron emission tomography, positronemissietomografie – in een petfles zit polyethyleentereftalaat]? Een petinggi is een Maleisisch dorpshoofd. In het petite maison [voor de maîtresse] nam hij een petit-beurre [biscuitje] en vertelde hij een petite histoire [anekdotisch voorvalletje].

2. De petit-maître [pronker, saletjonker] had een petit mal (absence) in het petit [eenvoudig] restaurant. Petrarkisme is het navolgen van Petrarca. Een peyote is een Mexicaanse cactus. Pfoe drukt onzekerheid uit, pfiew opluchting of waardering en phoe geringschatting. De afkorting Pf. [pee-èhf] hoorde bij de Duitse pfennig [vgl. de mark: DM of DEM). De pH-graad [pee-haa] van de oplossing was laag. Een philibertspant is een schenkelspant, het philosophicum is een opleiding na het kleinseminarie en fenylanaline is een aminozuur. De gewervelde dieren vormen een fylum (stam) in het dierenrijk. Het ludolfiaans getal (pi) heeft een 3 voor de komma en is onderwerp van vele rijmpjes als ezelsbrug: 'Wie o kent …': 3 letters, 1 letter, 4 letters … dus 3,14...

3. Piet Hein, piae memoriae [zaliger nagedachtenis], veroverde de Zilvervloot bij Cuba. Een piaffe [draf op de plaats] komt voor bij paardendressuur. Een phishingfilter beschermt je computer. Houdt je pc [pee-see] het nog steeds uit? Hij speelde enkele magistrale pianoriffs [loopjes]. Een riffie, een Riffijn bewoont het Rifgebergte. Daar komen zelfs Rifpiraten vandaan. Een piarist is een ordegeestelijke [onderwijs aan arme kinderen]. Een piassave is een palmyra. Buiten zijn pickwicksyndroom [slaapapneu] maakte hij het pico bello [prima, uitstekend]. Het pidgin (Pidginengels – TH! – vgl. cockneys die het Cockney(dialect) spreken) is gemakkelijk te leren. Een pièce à clef (toneelstuk waarin onder verzonnen namen een ware (actuele) geschiedenis wordt verhaald) en een pièce à tiroir (toneelstuk dat uit een losse aaneenrijging van episoden bestaat) bekijk je meestal, een pièce de résistance (de hoofdschotel; ook figuurlijk!) eet je meestal op.

4. Het Loofhuttenfeest (Soekot) is een zevendaags joods feest, gevierd in oktober, ter herdenking van de tocht door de woestijn na de uittocht uit Egypte, toen het volk in hutten leefde. Zo'n loofhut is bedekt met takken en loof. De loelav maakt deel uit van een plantenbundel die wordt gebruikt op Soekot. De bundel bevat takjes van de (beek)wilg (aravot: alleen meervoud), palmtakken (loelav – mv. VD: loelavs, loelavim, GB: loelaviem), citrusvruchten (etrogim – VD!, enkelvoud: etrog) en geurige mirtetakjes (hadassim: altijd meervoud – VD!). De Simchat Thora (Vreugde der Wet) is de joodse feestdag aan het eind van Soekot, waarop de jaarlijkse cyclus van Thoralezingen wordt afgesloten en opnieuw wordt begonnen.

5. Een Turkse pide [luchtige Turkse broodsoort] kun je goed snijden. Hij had een gezellig pied-à-terre [optrekje]. De pertussis is de kinkhoest. Bij het pianostemmen werd hij ongeduldig. Aramith is de grondstof voor biljartballen. Het magdalénien is de voorlaatste periode van het paleolithicum. Mijn piepa [papa] kan alles. Piepschuim is geëxpandeerd polystyreen. Het volkse stel ging piepjanknor (pietjanknor – van bil). Heel modern is een clitpiercing [van: clitoris]. Bij hen is Pier altijd de kwade [kwaaie] pier. De pierrot en de pierrette vormden samen een semitragisch paar. Hij hing de grote piet uit (was dus een hele bram) en had de kleine Piet lelijk bij z'n pietje [te grazen genomen, een loer gedraaid], terwijl de bonte piet, de scholekster, overvloog.

6. Een giclee is het resultaat van piëzografie [inkt vernevelen bij repro van kunstwerken]. Een piëzo-ontvanger [koptelefoon] werkt met een kristal van rochellezout [uit: La Rochelle]. Weet u, dat een pignon een conisch tandwiel is? Een pijjekker wordt ook wel jopper genoemd. De pijlstaartkreeft is de molukkenkreeft, is dat net zoiets als de magelhaenpinguïn? Hé, is dat daar de noordse of Kuhls pijlstormvogel? Je epifyse is je pijnappelklier. Het konijn was letterlijk de pijp uit gegaan [figuurlijk: de pijp uitgegaan]. Het verhaal is als een nachtkaars uitgegaan. Het regende pijpenstelen. Die lullepot is van beroep lullenman [bij de brandweer].

7. In de kamer stonden drie pijpjes-lak [plant, anders: pijp(je) lak]. Heeft Piet Hein de Zilvervloot gepietheind ['gestolen']? Een pigeon is een jeruzalemmer, een zijdenhemdje [appel!]. Het arrowroot is het pijlwortelmeel. Het pijpenstrootjemoederkoren [schimmel] tast riet aan. Ge zijt een lelijke pilatus [valsaard] en ge vondt pilatessen (pilates beoefenen, ww. niet in VD – oefening voor lichaam en geest) nog leuk ook? Op haar hoofd had ze een pillbox [dameshoedje] en in haar hand de pillegift [doopgeschenk]. Het pilou [pie-loe] is een zachte, katoenen stof. Pimaricine doodt schimmels. Heeft Wouter Bos ook die pimpotentie (niet meer in VD – Pim Fortuyn – vermogen om het volk aan te spreken)? Pina colada's zijn zekere cocktails. We konden niet lachen om de pince-sans-rire (droogkomiek). De pinard en de pineau zijn (likeur)wijnen. Zelf had Pinokkio ook een pinokkioneus, en hij teelde soms de pinot blanc [witte druif], soms de pinot noir [blauwe druif].

8. Het pinyin is een transcriptiesysteem van Chinese karakters in het Latijnse schrift. Ook bij de pipa's, de Surinaamse padden, is er één de pip [pee-jie-peemv. immers: pip’s], de primus inter pares. Hé pipo, jij mallerd, doe niet zo gek! Met zijn piqué vest (piquévest) aan maakte hij een piqué bij het biljarten, hij piqueerde dus en was nog behoorlijk gepikeerd ook. Au pis-aller [in het ergste geval] moeten we verhuizen. Een ontsteking aan de urethra heet uretritis. Die urinebuis (urethra) loopt trouwens van de blaas naar buiten, de verbinding tussen nieren en blaas is de urineleider, de ureter [2 stuks dus]. De pisébouw [met stampaarde] is een manier van bouwen. Hij was nogal pissed [erg boos, kwaad], not amused [niet blij] dus. Een pissertje maken is ertussenuit knijpen. Zij bespeelden de cornets-à-pistons [+] (enkelvoud: cornet-à-piston, ook: piston, bespeeld door een pistonist). De pithecanthropus erectus kwam van Java. Een pithometer meet inhouden. Wat betekent più mosso ook alweer? Juist: vlugger, opgewekter.

9. Pizzo is beschermingsgeld voor de maffia. De PKB [pee-kaa-bee] kan een planologische kernbeslissing zijn, maar ook de Protestantse Kerk van België. Valse piso's werden gesignaleerd op de Filipijnen. Die piteuze vrouw was waarlijk deerniswekkend. Zijn we nog op tijd voor het plaats bespreken [de plaatsbespreking]? De placide [kalm. rustig] remplaçante [vervangster] verving de placeur [arbeidsbemiddelaar]. Plagioklaas is een mengsel van albiet [mineraal] en anorthiet [een veldspaat]. Plaît-il [wat belieft u?], u wilde ganzenborden? Een plak is onder andere een twee-en-een-halvecentstuk. Het plan-Marshall, het Marshallplan, was geen gewoon marshallplan en ook geen plan B, maar wel een vijfjarenplan. Neigde dat naar een
commando-economie?

10. De rode planeet, dat is Mars. Pluto is inmiddels geen planeet meer [geplutood tot dwergplaneet]. Die plank-bv [NL: lege bv] had niets om het lijf. De plankenvloer [planken vloer] voelde niet koud aan. Hij reed (met) plankgas. In Indië doen ze dingen planplan, zachtjesaan en zoetjesaan. Een planocyt is een zekere amoebeachtige bindweefselcel. In de Oude Plantage [park, wandelplaats – VD!] in Rotterdam kun je wandelen. De plantengeografie is de fytologie. De nyctinastie is de plantenslaap. De plantenziektekunde is de fytopathologie. Verwar de wilde kervel niet met de dollekervel. De planttijd voor de plantui is aangebroken. Let wel op de plantwijdte.

 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten