Dictee – dictees [2784]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee OUD 236, geheel herzien naar situatie 2022
Dictee van de dag (621)
Beroepen (1): de kleermaker en de metaalbewerker
1.
De bassinwijdte is de broekmaat over het zitvlak gemeten, althans
volgens de kleermaker. Zitten als een boeddha
(in boeddhahouding, onbeweeglijk)
is in kleermakerszit (lotushouding).
Een bukskinwerker is een soort van grootwerker (werkt
met reeds uitgesneden onderdelen).
Er zijn confectie- en maatkleermakers. De coupe is de snit (vorm)
van een kledingstuk. De coupeur en de coupeuse nemen je de maat. Is
je colbertje (zijn
je colberts) nu – je hebt toch
meer dan een colbert? – al versleten? Een lummel is een stalen veer
die een kraag strak houdt. De legerkleermaker is een non-combattant,
een niet-strijder. Zonder kleermakersfournituren kan de
kleermaker (tailleur,
tailleuse, tailor) niet werken en
zonder foerage [levensmiddelen]
kan hij niet leven. Tegen Pasen moeten kleermakers vaak overwerken:
iedereen wil op zijn paasbest zijn. Een paspel (passepoil)
is een smalle omboording van knoopsgaten. Deze pompier
[oh, ie, ook
brandweerman!] werkt in een
confectiemagazijn. Soms werkte de ridder van de schaar rechtdraads
[volgens de
scheringdraad], maar soms ook
dwarsdraads [dwars
op de draad]. De sartor resartus
(meervoud:
sartores resarti) is de mens die
door alle eeuwen heen hetzelfde is, maar steeds een andere mode
omarmt. Een snijder heet gewestelijk ook wel schreur [kleermaker].
Ze gebruiken Spaans krijt (kleermakerskrijt,
Venetiaans krijt – om af te tekenen).
Dat geldt evenzo voor Chinese speksteen (beeldsteen,
agalmatoliet, pagodiet, wassteen, steatiet – met speksteen teken je
op glas). Bij strossen gebruik je
de tafellakensteek (negsteek,
ik-en-jijsteek, overhandse steek – om zelfkanten te verbinden).
Een tailormade is een damesmantelpak, gemaakt door de kleermaker. De
vestiarius (meervoud:
vestiarii) werkt in het klooster
[zorg voor kleren,
misgewaden, etc.]. Een
zwartwerker [maakt
gelegenheidskleding voor heren]
kan heel goed ook witwerker [betaalt
legaal belasting] zijn.
2. Metaalbewerkers kunnen heel wat materialen aan: albionmetaal (lood met een dunne laag tin), Algerijns metaal (witte legering van tin, koper en antimonium of antimoon), antifrictie- [wrijving verminderen] en babbittmetaal [witte tinlegering met antimonium, lood en koper], bathmetaal (zink en geelkoper), brittanniametaal (brittanniazilver = zilverwitte legering van tin met messing, antimonium, lood of bismut – let op: Britannia), christoffelmetaal (verzilverd nieuwzilver = verzamelnaam voor legeringen van koper, zink en minimaal 5% nikkel), goudmetaal (een goudkleurige alliage), halsmetaal (lagerbrons – voor lagers – ook legerbrons!), hardmetaal (een metaalcarbide (carbide = verbinding van koolstof met een metaal of met silicium) voor snijdende randen), konelmetaal (legering van kobalt en nikkel met wat ferrotitaan), half- (kijk bij het lemma 'zilver', daar thans niet meer 'halfedel' – wel halfedel i.v.m. adelstand) en onedele metalen, monelmetaal (nikkel, koper en ijzer), mumetaal (ijzer met nikkel en een weinig molybdeen, koper of chroom), ook niet-metalen als chloor, een non-ferrometaal (bevat geen ijzer); prinsmetaal (prinsrobertsmetaal, koper en zink) lijkt op goud, reclametaal is geen metaal, rosemetaal (tin, lood en bismut, voor clichés), speculum (spiegelmetaal, koper en zink), amalgama (amalgaam, stereotypiemetaal – metalen letterplaten), sterrometaal (smeedbare koper-zinklegering), widiametaal (vooral wolfraamcarbide in een kobaltmatrix) en woodsmetaal (bismut, tin, lood en cadmium), dat een laag smeltpunt heeft.
3. Een metaalbarometer (doosbarometer) is een aneroïdebarometer. Sommige voorwerpen krijgen een tefal- [thermoplastische kunststof, vergelijk teflon] of metaalcoating. Werkt hij in de groot- of in de kleinmetaal(industrie)? Roest is een soort gehydrateerd ijzeroxide. Een metaalplastiek is een metaalsculptuur. Metaalbeits is een vloeibare stof en tast de oppervlakte van metalen aan. Tetra-ethyllood is een voorbeeld van een organoloodverbinding (een klopmiddel). Het aes triplex is een sterke wapenrusting. Engelse aarde is een donker-asgrauwe of bruinachtige delfstof. Met een acetyleenbrander snij(d) ik metaal. Een alcoxide is een alcoholaat. Anataas is een dioxide van titanium. Een guts is een beitel (holijzer). Het biljoengoud is een goud- of zilveralliage. Het blanchement is de plaats waar de te munten metaalschijven vooraf mechanisch of chemisch gereinigd worden. Boor (borium) met atoomnummer 5 en symbool B is een niet-metaal. Een verbinding ermee is een boride. Boulewerk is inlegwerk van dunne reepjes of blaadjes metaal in hout. Een bracelet is een armband van edelmetaal (GB, VD alleen bij edel nog edel metaal = edelmetaal!). Een bracteaat is een munt uit de middeleeuwen, maar ook een plant: voorzien van bracteeën (= schutbladen).
4.
Werken voor een braspenning is voor een minimale beloning. De
oorspronkelijke braspenning werd geslagen door Jan zonder Vrees.
Brokaat is gekleurd papier met figuren in metaalpoeder. Een broots is
een trekfrees. Calx is een poedervormig residu uit metaaloxiden. Een
chelaat is een verbinding met in de molecule een ligand(e)
(= aan een
centraal atoom gebonden). Ken je
de chinhydronelektrode = een metaal in een verzadigde oplossing van
chinhydron in water? Cloisonné [van
email: verhoogd] en champlevé
[verdiept]
zijn antoniemen. Met een cachet-crampon (crampon
= sluitplaatje) sluit je een
brief. Wat doe je met een drijfbeitel [metaalbewerking]?
Ebaucheren is een model in was of klei maken voor een beeld in marmer
of metaal. Het EDTA [ee-dee-tee-jaa]
is
ethyleendiaminetetra-azijnzuur
[om metaalionen te
verwijderen]. Bij de
fischer-tropschsynthese [productie
van vloeibare en gasvormige koolwaterstoffen]
worden metaalkatalysatoren gebruikt. Een flightcase [zware
met metaal versterkte koffer]
gebruik je voor kwetsbare apparatuur.
5. Ftalocyanine is het tetra-azatetrabenzoderivaat van porfyrine, toch?. Het groengoud gebruik je als bladmetaal. Een haloïde is een metaalzout van een halogeen. Heavy metal is harde hardrockmuziek. IJzerniobaat is columbiet. Hobben is bewerken met een hobstempel. Hydrothermale modder tref je aan in onderzeese groeven. Een ingot (baar) is een blok metaal. Inlegwerk (synoniem: intarsia, marqueterie) is een mozaïek van metaal. Een inro (netsuke) is een zegeldoosje (ook: gordelknoop). Jingles zijn bijgeluiden (nee, dit betreft niet: het zoemen!) van mechanische muziek. Karatering (witte, rode of gemengde) is vermenging van goud met een ander metaal. Kanonspijs [kanonmetaal, geschutbrons] kun je niet eten. Kathodoluminescentie is uitstraling van licht. Een kornnagel is een keurnagel (center, centerpons voor putjes in metaal). Je hebt klinkklaar goud, klinkklare boter en klinkklare onzin. Een metaal kan koudbros [na gloeien wel goed smeedbaar] zijn. Een kristalliet is een microscopisch klein, imperfect gevormd kristal. Legeren is alliëren (amalgameren).
6. Het (de) lurex is goud-, zilver- of bronskleurig garen uit metaal. Het lustre is metaalglazuur op keramiek, bijvoorbeeld in een lustre jasje. Mercantilisme meet rijkdom aan edelmetaal. Kwikzilver heette ook wel mercurius. Metalliseren is tot metaal maken, een metallo is in het Belgisch-Nederlands een metaalarbeider. Mica is glimmer. Nichroom bestaat hoofdzakelijk uit nikkel en chroom. Het niëllo is graveerwerk in blanke metalen. Oxaalzuur (ethaandizuur, zuringzuur) is een kristallijne stof, die meestal als een dihydraat in veel planten voorkomt, dikwijls als monometaalzout.
7. Het PAN [pee-jaa-èhn] is het peroxyacetylnitraat, maar ook een personal area network. Het pyridylazonaftol (symbool, ook: PAN) is een indicator bij titraties van metaalionen. Metaalcomplexen van porfyrine komen in de natuur voor. Het peruzilver heeft weinig zilverwaarde (2%). Dit piccolootje is een fluitje van metaal (maar niet: van een cent!). Pleet is metaal met een laagje edelmetaal overdekt. Een arts gebruikt een plessimeter bij indirecte percussie = erop kloppen. In België staat pmd [pee-jèhm-dee] voor plastic flessen, metaalverpakkingen en drankkartons. Pyriet is zwavelkies (erts: één atoom ijzer met twee atomen zwavel). Het repoussé is een decoratietechniek voor plaatmetaal (achterzijde inhameren = voorkant in reliëf).
8.
Robineren is geeletsen [glas
overtrekken met poedervormige verfstof].
Rodium heeft symbool Rh
en atoomnummer 45. Met een roulette maak je stippellijnen in metaal
(vooral bij de
crayonmanier = etstechniek: effect van krijtlijnen en vlakken).
Rubidium (Rb, 37)
en ruthenium (Ru,
44) schelen in atoomnummer zeven
plaatsen. Radiolampen schoperen (scoperen)
is ze vlamspuiten. Schroot is staal- of ijzerafval. De seizing is een
reep pakkingstof tussen twee metaalvlakken. Shredderafval ontstaat
bij gebruik van een shredder [mokermolen
voor autowrakken, ook: papiervernietiger].
Een
sla-emmer aan de arm hebben is met een meisje gearmd lopen. De
smeetang (smeedtang)
is de tang der smeden. De stem van Stentor (hij
was een van de Grieken voor
Troje) klonk als metaal en zo
luid als die van vijftig anderen; daarnaar is de stentorstem dan ook
genoemd. Bij de sterkearmschaafmachine staat het werkstuk stil
[beitel aan het
uiteinde van een arm – voor klein werk].
Sterlingzilver (standaardzilver)
bevat 92 procent zilver.
9. Strontium, een zilverwit onedel metaal, heeft atoomnummer 38 en symbool Sr. Thermiet is een mengsel van metaaloxiden en aluminiumpoeder: vergelijk het thermietprocedé [aluminium als reductiemiddel voor metaaloxiden]. Tinol is een metaalmengsel van tin, lood en een vloeistof, direct gereed voor solderen. Transmutatie is het veranderen van een metaal in een edeler (doel van de alchimisten of alchemisten). Het uranyl is de atoomgroep UO2 [uu-woo-twee] (U, uraan, 92). De voltameter (geen voltmeter!) wordt in dezelfde context gebruikt als de coulombmeter (meten elektrische stroom). De wervelstroom is een door een bewegend magnetisch veld in een stuk metaal geïnduceerde stroom, de stroom van Foucault (ook: Eddy). Met een wijer wordt het gat in de steel van een pijp geboord. De man was witgloeiend (witheet) en het metaal was ook witgloeiend; men liet het in koud water schrikken. Zaponvernis is een dikvloeibare oplossing van cellulosenitraat in amylacetaat met aceton. Zeefdruk wordt ook serigrafie genoemd. Zijgen van gestold vloeibaar metaal wordt ook segregeren [ontstaan van plaatselijke verschillen in de samenstelling] genoemd. Zilver is een chemisch element uit de elfde groep van het periodiek systeem, atoomnummer 47, een edelmetaal (eigenlijk: half edel = (VD) halfedel – maar dat alleen m.b.t. de adel) met het hoogste geleidingsvermogen voor warmte en de kleinste soortelijke weerstand van alle metalen (symbool: Ag [aa-gee]).
'Roest is metaaloxide.'
BeantwoordenVerwijderenMisschien wat te kort door de bocht. Eigenlijk is het een gehydrateerd oxide van ijzer of ijzerhoudende materialen, niet van om het even welk metaal.
Roest is een metaaloxide dat gevormd wordt in aanwezigheid van water is al wat correcter.
Maar, trek het je niet aan: geen mens die er wakker van ligt op een enkele chemicus na misschien.
Beste Dimitri,
VerwijderenIk maak ervan: roest is een soort gehydrateerd ijzeroxide. Daar moet je het maar mee doen. (:-))