Dictee – dictees [2776]
Vijfde (5e) Groot Goois Dictee 2022 [De titel hoorde niet bij het dictee.]
(Auteur, ©: Raymond Serré)
1.
Is een aflossingsvrije hypotheek een oxymoron [met
2 tegenovergestelde begrippen zoals levend dood of een jeugdige
grijsaard], een contradictio in terminis [tegenstrijdigheid
in de gebruikte woorden zoals horende doof of ziende blind] of
een eufemisme [een verzachtend woord gebruiken,
zoals inslapen voor doodgaan]? Tja, veel mensen zijn behept
[hebben, in bezit zijn van: pt
en niet bd] met een wollig,
brijig [brij, pap, niet: breiig – breien –
geen trema op i, vgl. zijingang], intellectueel taalgebruik
dat leidt tot vertwijfeling bij Jan met de pet [ooit
in een Duitse context: Otto met de pet]. Je krijgt het
heen-en-weer van taaltreiterijen [pesterijen].
2.
Het janhagel [gepeupel] van de elite,
doodsbenauwd om als een laag-bij-de-grondse [van:
laag bij de grond] proletariër [uit de
laagste, armste bevolkingsgroep] te worden bejegend, gaat
onverdroten door met zijn linguïstische [taalkundige]
soapopera. Zulk volk bewierookt zichzelf zonder zich te bekommeren om
geestelijk armeluisleven [geestelijk … leven,
geen drieledige constructie
((a+b)+c) of (a+(b+c)) – dan
aaneen].
3. * Een exquise [exquisiete, uitgelezen, voortreffelijke] psychoanalyticus [psychiater, psyche = geest] heeft mij geëxpliqueerd [expliqueren = expliceren, uitleggen] waarom pseudowetenschappelijke lijmkeutels [niet in wdb. – heel vroeger wel in VD: treuzelaar] nooit popiejopie [bnw. popi, geforceerd populair] willen praten of schrijven. De kwintessens [essentie, hoofdzaak, kern] is, dat je met simpele taal niks kan maskeren [verbergen, verhullen] en de geestelijke kak [bluf, drukte, etc., verwaande persoon/personen, vgl. kouwe kak] wil zijn zielenroerselen niet blootgeven *, zei hij.
* * geen aanhalingstekens, anders hadden ze voorgelezen moeten worden.
4. Hun gemaniëreerde [gekunstelde] taalgebruik en exceptionele [uitzonderlijke] vocabulaire [woordenschat] zijn louter [alleen maar] camouflagemateriaal voor een vaak gênant [beschamend, pijnlijk] gebrek aan inhoud. Maar bijna alle coryfeeën [keien in wetenschap, kunst of tak van sport] uit het geprivilegieerde [let op: de i wordt niet uitgesproken] milieu zijn zo dedaigneus [verachtelijk, geringschattend] dat ze graag verdrinken in hun eigen woorden, alsof ze een verbaal klysma [darmspoeling, lavement] hebben gehad.
5. Vakidioten vinden het je van het [VD] om te geuren met hun vakjargon en gaan ijzerenheinig [zeer gehard, militair aandoend] door met abominabel [afschuwelijk, verfoeilijk] taalgebruik om te voorkomen dat de heffe des volks [schorriemorrie, gepeupel] ook maar een syllabe [lettergreep, geen syllabe = niets] begrijpt van wat de crème de la crème [het beste, het neusje van de zalm] bedoelt.
6.
Vaak begrijpt de ene intellectueel niet wat de andere
hoog-van-de-toren-blazer *
bedoelt. Maar het is een sisyfusarbeid [zwaar
werk zonder einde, steeds opnieuw beginnen – Sisyphus: steen de
berg oprollen, die steeds weer terugrolt]
om deze mensen ervan te overtuigen om normaal te praten.
*
Kort, aanpassingen nog mogelijk! Deze schrijfwijze [zonder 4e streepje] lijkt me niet
juist: in blijf-van-mijn-lijfhuis wordt de woordgroep ‘blijf
van mijn lijf’ samengesteld met het er nauwelijks verband mee
houdende ‘huis’. In dit geval is ‘hoog van de toren blazen’
één geheel en een soort zegswijze of zelfs spreekwoord. Als je daar
een afleiding van maakt wordt het m.i. -blazer en -blazerij.
Vgl. voor-de-gek-houder(ij)
en kat-uit-de-boom-kijker(ij). Eindoordeel Taaladvies: wel degelijk 4 streepjes en geen 3! Afgehandeld!
7. Pieter Broertjes [oud-burgemeester Hilversum, nu nog juryvoorzitter dictee] heeft jarenlang bewezen dat je met normaal praten iedereen bereikt, dat je als een warm mens gezellig tussen de mensen kan staan, waardoor je ze beter kan begrijpen en meer voor ze kan doen. En dit welgemeende [GB, VD] en welverdiende [GB, VD] compliment leidt dan ook meteen tot een normale zin in dit dictee.
8. Laat het een les zijn voor de elite: distantieer je van blasé [verwend] taalgebruik, spreek normale grotemensentaal [((grote + mensen) + taal)], vermijd [geen t, te vervangen door: schuw, ontwijk – gebiedende wijs] te allen tijde buitenlandse woorden en wees je ervan bewust dat je een klerelijer [rotvent] en een klepzeiker [zeurkous] bent als je ongebreideld [onbeperkt, tomeloos] met moeilijke woorden strooit, zodat mindergeletterden [analogie met minderbedeeld een minderbegaafd – het is niet: minder geletterden t.o. meer geletterden] eraan onderdoor gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten