Dictee – dictees [2756]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee OUD 258, geheel herzien naar situatie 2022
Dictee van de dag (599)
1.
De blanc-bec [melkmuil
= lafbek] dronk de blanc de
blancs [wijnsoort]
uit het blanc de Chine [wit
geglazuurd porselein], erna
nuttigde hij het blanc-manger [een
nagerecht]. Zijn een
blanco-endossement [met
alleen een naam] en een blanco
cheque [met alleen
handtekening] net zoiets als een
blanc-seing [getekende
blanco volmacht]? Je gooide toch
dubbelblank en niet blank-om-een [bij
domino]? Blanquette is ragout op
basis van gekookt wit vlees en blanquette de veau is kalfsragout.
Koolrapen zijn witvlezig. Hij was blasé [geblaseerd
– helpt niet erg – blaséër, blasést]
van al dat gedoe. Zo blauw als een Maleier [dronken]
bezocht hij de blauwe begijn (ook:
a)
[prostituee],
al was hij nog een blauwe maandag [heel
kort] lid van de blauwe knoop
[geheelonthoudersbeweging]
en van het Blauwe Kruis [idem,
internationaal] geweest. Toen hij
de gejaste [geschilde]
Zeeuwse blauwen [aardappelen]
zag, lag hij blauw van het lachen. Een blauwbaard is genoemd naar
Blauwbaard, die zijn zeven vrouwen ombracht. Een blauwbaars is een
cobia (zeepiranha).
2. Laat het maar blauwblauw. Kijk daar heb je de wit- en roodgesterde blauwborst! Blauwdruk heet ook cyanotypie. Vroeger was de jeugd blauwgekield, met blauwgeruite kiel dus. Blauwhout is campêchehout. Het donorprincipe schrijft voor dat we Blaauwhoedenveem moeten schrijven [VD: Blauwh...]. Een blauwmannetje (niet meer in VD) is een Kaaps viooltje. Een blauwmeter, een cyanometer, dient om de intensiteit van de blauwe kleur van de hemel te bepalen. Je hebt blauw- en geelpeld kippen. Een blauwschaap is een Tibetaans schaap, een nahoer. Hou toch op, of wil je een blauwtje lopen? Blauwzucht is cyanose. Zwollenaars zijn blauwvingers, Leidenaars, met name Leidse wevers, blauwmutsen. Een bleekhollander is een roerbak in een papierfabriek.
3.
Bleekwater heet ook (eau
de) javel. Bleekzucht is
chlorose. Een blefaroplast is een basaallichaampje. Kun je de
gelijkkakige blei [vis,
bliek] eten? Schotse
blended whisky is een melange.
Bleomycine is een antibioticum dat de eiwitaanmaak van kankercellen
remt. Het kind blètte en heeft geblèrd. Een blessing in disguise is
een meevaller die aanvankelijk een tegenvaller leek. Het
oranje-blanje-bleu werd uitgestoken, toen de eerste bleu d'Auvergne
(bleu de Bresse)
[blauwschimmelkaas]
verkocht werd. Op die blatante [opvallend]
black spot [plaats
waar veel verkeersongelukken gebeuren]
vielen veel verkeersslachtoffers. Blauwverschuiving (naar
kortere golflengtebereiken toe)
is hypsochromie (en
roodverschuiving is bathochromie –ook in de chemie trouwens).
Een bleeder is een verliesgevend bedrijfsonderdeel. Bleumerant
(bloemerant)
is lichtblauw en een blekhol [mv. -en]
is in het zeewezen een black hole
[dát alleen
Engels!, hel,
duister hol].
4. Een blijspeldichter is een comicus, een blijspelschrijver een komedieschrijver. De blikkendinsdag komt na de koppermaandag [= na Driekoningen]. De woensdag voor Hemelvaartsdag is een blinde zaterdag. Op hem kun je blindvaren. Na het blinddammen – of was het -schaken? – had hij een blind date. Kan een blinde man meedoen met blindemannetje (spel)? Vast wel. Zalig zijn de blindgeborenen. Zie jij die blind hole? Uiteraard niet! Blingbling is vaak van goud. Een blini is een boekweitepannenkoekje. Een blip [ih] is een radarecho. Bij een blitz (rapid – dammen of schaken met extra weinig bedenktijd) heb je weinig bedenktijd. Een blitzkrieg is een bliksemoorlog, een blitskikker een modieus gekleed persoon. Een blizzard is een hevige storm.
5. Mag ik dat blocnoteje even? Hij is van koninklijken bloede en ik ben hem na in den bloede. Bloedmooi (poesmooi) was ze, bloedgeil, en bloednerveus. Een hecatombe (massacre) is een bloedbad. Bloedbereiding is hem(at)opoëse. Bij de bloedcellen onderscheiden we leukocyten [wit] en erytrocyten [rood]. Een sfygmomanometer is een bloeddrukmeter. De vier bloedgroepen zijn A, B, AB en O of 0. De bloed-hersenbarrière houdt antibiotica tegen. Was hij blauwbloedig? Geel bloedloogzout is ferrocyaankali. Een bloedplaatje is een trombocyt, een bloedprop een trombus.
6. Bloedstelpend is hemostatisch. De Bloedraad was de Raad van Beroerten. Een bloedverdunner is een anticoagulans. Bloedverwantschap is consanguiniteit oftewel parentage. Septikemie is bloedvergiftiging. Is pleegzuster bloedwijn goed voor je bloedwei [bloedvocht]? Een hippie is een bloemenkind, een guirlande een bloemenslinger. De bachtherapie is een bloementherapie. De bloemgodin is Flora. Ze was gekleed als Tante Bloemkool.
7. Een bloemlezing is een anthologie oftewel chrestomathie. Wanneer viel dit jaar rokjesdag (bloesjesdag)? Bloedzweten heet hematidrosis. Een beschrijving van het plantenrijk kan bloemrijk zijn. Dat bloemstuk [zeker vlees] kun je eten. Wat een blokcopolymeer is, wil je niet weten. Blokzandsteen is quaderzandsteen. Er zijn meer hondjes die Blom heten. De blonde d'Aquitaine is een blond vleesrund. Een doblootje is een dom blondje. Een bloody mary is een cocktail van wodka met tomatensap. Bloosangst is erytrofobie.
8. Bloque [zekere stoot] is een biljartterm. Blousons noirs waren nozems. Een blue chip is een goudgerand aandeel. Blue curaçao is een blauwe likeur, bluefort een Franse kaas, bluegrass countrymuziek uit Kentucky, bluejeans een spijkerbroek, een blue movie een pornografische film en Blue Peter een scheepsvlag, mogelijk op een vlaggenschip. De bluesy bluesband speelde mississippideltablues. Helmut Kohl beloofde de DDR-inwoners in 1990 blühende Landschaften (bloeiende landschappen). De blu-ray is een optische schijf. Bekende Duitse termen zijn "Blut und Boden" (nationaalsocialistisch) en "Blut und Eisen" [beginsel van machtspolitiek]. In het bo [bee-oo – basisonderwijs, bijzonder onderwijs] eten ze vaak bo's [boos] (boterhammen).
9.
Een bmr-prik is bedoeld voor bof,
mazelen en rodehond.
Een
BM-jacht zeilt in de
bergumermeerklasse.
Een boanerges blaakt van elan, van geestdrift. Het commando
een-twee-bob (niet
meer in VD) zet een
snelheidsverhoging in gang. Bobbinet is tuleachtig weefsel. Een
bobèche vangt vet op. Hermes was de bode der goden. Is booi [bode]
daar baas [ondergeschikten
regeren]? Een bodhisattva is op
weg naar het boeddhaschap in het nirwana (maar
stelt dat uit t.b.v. anderen).
Een bodylift is een cosmetischchirurgische ingreep. De bodyodour is
de lichaamsgeur. Pas op voor bodysnatchers [buitenaards
wezen, neemt bezit van je lichaam]!
Zeg jij nou ook al boe noch bah? Het Boeddhabeeld [de
boeddha] had een boeddhabuikje. Je hebt het Boek der boeken en
de Koning der koningen. Wat is het Gulden Boek [bijv.
kostbaar boek met namen van bezoekers van bijv. een museum]?
Wat is de precieze betekenis van 'te boek staan' [in
een boek opgeschreven zijn]?
10.
Buckram is boekbinderslinnen. Boekelscheuren zijn spleetvormige
holten in Edammer en Goudse kaas. Het boekenbal is bij de opening van
de Boekenweek, dan krijg je trouwens een boekenweekgeschenk, maar
niet uit de boeketreeks (GB,
ook: bouquetreeks, VD:
Bouquetreeks). Een homo
unius libri is een bekrompene van geest: hij heeft maar één boekje
gelezen. Boemboeboemboe zijn specerijen gebruikt in de Indische
keuken. Een bambocheur is een boemelaar. De Boeren vond je in
Zuid-Afrika. De leden van een boerenbond [VD
ook: de Belgische
Boerenbond – BB]
droegen boerenbont. Stadsfries (GB,
VD ook: Stadfries) en Boerenfries
vullen elkaar aan.
11. Een boerengeneraal was een generaal der Boeren (die spreken de boerentaal). Bisette is boerenkant. Spelen ze in Boerenkoolstronkeradeel ook boerenkoolvoetbal? Boerenlinnen is congolinnen. Een jacquerie is een voorbeeld van een boerenopstand. De historische van 1358 in Frankrijk is de Jacquerie. Blouwen is boerenvuur maken. Het boerhaavesyndroom is een breuk van de slokdarm. Een boet(e)kleed is een cilicium. Boetplegende nonnen zijn boete doend. Er zijn zeven boetpsalmen, waaronder psalm 51 ('Miserere') en psalm 130 ('De profundis'). De boeuf bourguignon is gestoofd in rode wijn en bouillon. En wie mag het weer doen? Juist: Jan Boezeroen, de arbeider! Een bofkont is een mazzelaar, een mazzelkont. Een berceau is een bogengang. Het bo-gesprek [bee-oo – betaling opgeroepene] ging over bogey [golf: slag boven par] en bogie [draaibaar onderstel spoorwagon].
12. De Boheemse broeders(!) zijn de hernhutters [en dus niet de Loutere Broeders(!)]. De bohème is de levensstijl van een bohemien en bohemienne, maar niet die van een rondtrekkende bohemer [zigeuner]. De boholook is die van een bohemian (een zigeuner). De vlakte werd geboiseerd [beplanten, bebossen]. De bohr is een eenheid van lengte, bohrium een radioactief element [Bh, 107, borium, boor = B, 5]. Een boîte de nuit is een nachtclub. De omheining was bokitoproof. Bij bokjestaan en bokjespringen ben je het bokje. Met zijn bokkenpruik op doet hij als de Maas bij Bokhoven [niet groeten bij het voorbijgaan]. In jip-en-janneketaal vormden zij een mooi span voor de bokkenwagen. Bij de boksclinic liep hij rake klappen op. De Bokseropstand was in 1900. De Razende Bol ligt bij Texel. Een boldootwagen is een strontkar, boldoot is eau de cologne.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten