Dictee – dictees [2617]
Oefendictee feb 2022 (4)
1. Het
PIK is het Portugees-israëlitisch
Kerkgenootschap. Met ‘ende’: “Mijn
schild ende betrouwen, zijt Gij, o God, mijn Heer” [Wilhelmus,
couplet 6], ter (tot) lering ende
vermaak en om en(de) bij (om
en nabij). Verder: ein Ende mit Schrecken, helegaar (komt
van: heel ende gaar), op-en-duit (van:
op ende uit), op-en-top (van: op ende
op), ik ben
(op en) tenden (van:
te ende) en und kein Ende (tot vervelens
toe). Denk ten slotte ook aan: Karel ende elegast (niet
in wdb.). Alstu(blieft), hier is het beloofde artikel. Het woord
‘alstroemeria’ [plant
– incalelie] moet je met ‘eu’
uitspreken. Zij leiden een kwijnend bestaan. Dat lijdt geen twijfel,
weifel daar niet over/aan. Lijntrekken
is gewoon de lijn trekken. Lijperiken!
2. Je kunt nog zo luid spreken, tegen luidsprekende telefooninstallaties kun je niet op. GB en VD kennen het znw. (een) ‘dankuwel’. Op *gus: ad captandum vulgus: om de grote hoop voor zich te winnen, *catalogus, areopagus: hoogste gerechtshof oude Athene met de archonten [belangrijk overheidspersoon], argus: opmerkzame waarnemer, bewaarder, Argus: reus met 100 ogen, iets met argusogen bekijken, [arguskapel, argusfazant/vogel, argusvlinder en arguspauw], asparagus (sierasperge), burgus (burgussen, burgi: klein castellum voor ca. 160 soldaten), cunniling/ctus (beffen – dubieus: tot befs = bellen, e-mailen, faxen, sms'en dan maar!), decalogus of decaloog (tien geboden), fungus (fungi, zwammenrijk), gus: dikwandig gietijzer, grindzand en negus: voorm. keizer, wijn.
3.
Verder: indoctum vulgus: het ongeleerde volk, de onbeschaafde
menigte, mobile vulgus: het veranderlijke, wispelturige volk,
oesophagus (ontsteking:
esofagitis),
pagus: landelijk district in het Romeinse Rijk, sine nomine vulgus =
het naamloze volk, de massa, sine
nomine plebs,
tragus: uitsteeksel voorzijde oorschelp en vulgus: gepeupel, het
gewone volk (ongunstig).
De hallux (hallices)
is een knobbelteen (scheefstand
grote teen).
Met *ges: ambages (omhaal
van woorden),
per ambages (dubbelzinnig,
langs omwegen),
sans ambages (zonder
omslag, onmomwonden),
auf Flügeln des Gesanges: op de vleugels van het lied, boanerges
(Bijbeltaal,
heftig man, prediker met vurige geloofsijver),
brigges (brigadier,
korporaal),
cahier des charges (voorwaarden).
4. Verder: die Forderung des Tages: de eis van het ogenblik, dinges, huppeldepup, meneer Dinges, meneer die en die, meneer Van Ipschoten, meneer Van der Hummes, ges: verlaagde toon, ook: gis, slim, de ring van Gyges bezitten: je onzichtbaar kunnen maken, kunnen krijgen wat je maar wenst, ketelappendages: toebehoren van stoomketels, leges: schrijfkosten overheid, nages (plezier, genoegen), nieges: bnw. slecht, zich de nieges schamen = zich zeer schamen, pages = bang, ergens pages van blijven = er geen deel aan hebben, penages: rustig, behoedzaam, sjonge(s). tjonge(n/s), jonge, spem mentita seges = een gewas dat niet aan de verwachtingen heeft beantwoord, toges = achterste = tokes en vaneigen/s/ns is vanzelf.
5. Een bimbo is (ongunstig) een vrouw die voldoet aan een ordinair geacht schoonheidsideaal, zoals blond haar en grote borsten. Mapperen = karteren, bij mappemonde spreek je de sjwa niet uit. Een mappa is (r.-k.) een altaardwaal (van dweil: doek). A (À) propos, wie was de dader? M.b.t. de pupil zijn miosis (vernauwing) en mydriasis (verwijding – niet: verwijdering!) antoniemen. Er waren veel mitsen en maren. In de derde akte van het toneelstuk kwam die acteur goed tot zijn recht. De dief nam pakweg de halve winkel mee … De Aeginetische stijl slaat op Aegina (thans: Egina). Quizvraag: dat ligt wel/niet in de Egeïsche Zee? Niet dus. Lesbos (eiland) wel: hoofdstad Mytilene, vaderland van o.a. dichteres Sappho.
6. Vgl.
ook sappisch en sapfisch (dat laatste alleen in
GB). In VD: saffisme en sapfisme = lesbische liefde. Op *asj:
[VD] hasj (stuff,
hasjiesj) – ook: nederhasj, midrasj (commentaar
op gedeelte Thora – mv. -iem
GB), beet [mv.
batee] midrasj (leerhuis, gewijd aan
Thorastudie) en choemasj (de vijf boeken
van Mozes, de Thora, in de vorm van een gebonden boek, mv.
-im, niet in GB). GB ook
nog: nasjen (= nassen, lekker eten), ik
nasj en polderhasj [Nederlandse]. Op
*ash: [VD] backlash (repercussie),
backslash (\), (beurs)crash
[krach], brainwash, carwash, cash, clash
(botsing, conflict), e-cash (e-geld),
flash (flits), goulash, hash (zekere
code), lavash (zeker brood – lavas
=
maggi], slash (/ – Duitse komma),
smash (volleybal), slash
(plons,
klanknabootsing).
7.
Verder: squash, stash (geheime bergplaats),
trash (rotzooi, ook: muziek), whiplash
(zweepslag, nekletsel), white trash
(onderste laag blanken in een blanke
maatschappij) en net-nietcrash. GB nog:
e-crash, bashen, ik
bash (hevig kritiseren), dashen, ik dash
(wegvluchten), cashen, hashen, ik hash
(coderen, in bitjes hakken), scashen
= betalen met smartphone of tablet(-pc).
– scannen en cashen,
elec/ktro(clash)
– muziek – VD alleen c
en elektro in andere betekenis (dat
uiteraard ook in
GB) en
partycrashen (onuitgenodigd zijn
en zich misdragen).
Vergelijk: dicteecrashen/r.
In internetadressen is ru
Rusland, de
ISO-landcode is RU
[Radboud
Universiteit,
Nijmegen,
ook: RUN]. Niet-specifiek
staat ru
voor rijksuniversiteit.
RUL: Leiden
of Limburg,
RUG slaat
op Groningen.
8.
Het symbool voor ruthenium
is Ru (44,
een hard, wit metaal).
RUU
was de Rijksuniversiteit
Utrecht
(vero).
RUR was
Rotterdam.
De rub is een mengsel van kruiden en
specerijen
om vlees of vis mee in te wrijven. De
RUB is de
Russische
roebel. Een
open rug is een spina bifida. Een rooie/rode
rug was een bankbiljet van 1000 gulden. Rul is mul. Een rup
is een rural
professional
(yup op het platteland).
Rut is blut. Op auto’s kun je ‘RUS’ [Rusland] aantreffen. Een dyne
(symbool: dn)
is 10^-5 newton
– symbool N).
Heb je voor de newskool [later stadium van techniek, kunst] newspeak [nieuwspraak, met neologismen doorspekt] nodig? Newton was een humani generis
decus (een sieraad voor de mensheid,
grafschrift). Hem danken we ook de
afkoelingswet en de kleurenschijf. 1 pascal
(Pa –
druk) is 1 newton
(N –
kracht) per m2.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten