woensdag 9 maart 2022

2627 Dictee zaterdag 12-03-2022 (1) dictee – Dictee van de dag (510) √

Dictee – dictees [2627]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 347, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (510)

1. Vieren Zimbabwanen ook oudjaar en Nieuwjaar, oud en nieuw, het
oud-en-nieuwfeest? Onderdelen van een drumstel kunnen de hihat [haaj-hèht] [twee met een pedaal tegen elkaar beweegbare bekkens] en de snaredrum [snèhr-druhm] (caixa [kahj-sjaa] – met snaren eronder – ook: snaardrum) zijn. Het nirwana was het hoogste doel van de Indiase goeroe. Hersenen is een typisch geval van plurale [mv. pluralia] tantum, politie en ijs zijn voorbeelden van singularia [enk.: singulare] tantum. De vingers van de lepralijdster zworen langzamerhand af [afzweren, afvallen, letterlijk]. De verrader zwoer zelfs zijn eigen vader af [afzweren met eed]. Vgl.: de vinger zweerde of zwoer, hij zwoor een eed. In het hondenhok van de twee bon(s) vivants zaten alleen twee whippetjes [windhond]. Komt het jeu de boules uit Frankrijk? Ik heb nu mijn buik al vol van dat gejeu-de-boul. Het spel is trouwens (heel erg) verwant aan la boule lyonnaise, la boule de fort en petanque. Het meervoud van woordenspel is jeux de mots. Jeunes premières [+] zijn vrouwelijke hoofdrolspeelsters in een stuk met een liefdesintrige. Een jezuïetencollege is per definitie jezuïtisch. Die iezegrim [brompot – ijze(r)bijter, beisponem, uitbijter, mopperaar] had veel weg van een stalen jezus.

2. Mag hij nog ik-weet-niet-hoeveel bloopers maken? Ik wist het woord niet meer voor, je weet wel, een naakte man. Die loopt in z'n blote
je-weet-wel. Die heeft een je-weet-weloutfit. Het is waar: het werd op JIMtv verteld. Kunnen ninjutsuers ook jiujitsuen? Moest u bij jodenkers ook meteen aan jojodenkers ([!] hun jojo-effect komt van het jojoën; ze hebben dan gejojood) denken? Jammer, dat dicteenomaden daar geen streepje mogen zetten … Krijg je met jodhpurs eerder rijbroekanesthesie (het caudasyndroom)? Joh toch, is het waar dat mensen met joie de vivre [levensvreugde] vaak 'joechei' roepen en geobsedeerd zijn door de joik, een ingehouden Laplandse (Lapse) zangstijl? De jonge turken waren geen derdegeneratieallochtonen. Jolie-laides [aantrekkelijk lelijke vrouw] hebben vaak veel jolijt, ook op Jom Kipoer. De joint venture had een aanzienlijk jointventurekapitaal. De voetbalclub Juventus trekt vooral spelers aan die in hun juventus [jeugdige volwassenheid, 25-40 jaar] zijn (en liefst ook juveniel – jeugdig).

3. De junta [ch] had enkele junior managers in dienst. Jumelles [mv.] is de naam voor een toneelkijker. Zou in het Jurassische gebergte (daar wonen Jurassiens) nog iets te vinden zijn van het jurassische tijdperk? Kan je van daaruit de junonische [trots, majestueus, godin Juno] buurplanetoïde [tussen Mars en Jupiter] zien? Sommige Jordaanbewoners (Jordanezen) beheersen het jordaanvibrato. De
JP-norm [balkenendenorm] geldt hier niet. Het is daar Joris en Trijn [soms liefde, soms ruzie], al is hij een domme joris en zelfs een
joris-goedbloed. Klein Jobje met zijn joppie zal wel weer Joppie zijn [kind van de rekening]. Hollanders zijn maar kaaskoppen. Kun je met een kabas [armkorf, hengselmand] kabassen (niet meer in VD: listig stelen)? In een Israëlisch kabinet kan zelfs de kabbala [geheime leer en mystiek van de joden in de middeleeuwen] een rol spelen. Het kabuki is een specifiek mannelijk en traditioneel Japans toneel. Bij het kwartetten kwamen we de kaardrog [zekere rog] tegen. Kaapstatters [uit Kaapstad] drinken als regel kaapwijn (Kaapse wijn) en gebruiken als toetje vaak Kaapse wolken en geen Kaapwolken, want dat zijn twee extragalactische sterrenstelsels in de zuidpoolstreek van de hemel, die uit een menigte telescopische sterren en nevelvlekken bestaan.

4. De kaddisj is een joods gebed [zeg maar kaddisj: zand erover]. Verwante termen zijn: doxologie, laudatie en laudatio. Is er verschil tussen de kajapoet- oftewel kajapoetiholie [lichtgroene etherische olie] en de neroli(olie) [uit oranjebloesem]? Kaisoi, paksoi en tatsoi [Chinese sla] zijn verwante (of juist niet-verwante?) Chinese bladgroentesoorten. Het kaizen is een Japans managementsysteem. De kadushi is een zuilcactus op de Antillen en leverancier van vruchtvlees voor heerlijke soep. Katjangs [peulvrucht: erwt, boon] kun je in kadjangs [gedroogde bladeren als emballagemateriaal] wikkelen. Ach toe, ram mij niet met je rammei [= stormram]. De kakadoris [kwakzalver, ook: kakkedoris] had aan de wand een Japanse kakemono [schilderij] hangen met een kaketoe [papegaaiachtige] erop. Hij wilde de kakies voor de behandeling wel graag cash ontvangen. Een blotevoetendokter loopt soms zelf op zijn blote kakkies. Een markies heeft een markizaat, een kalief een kalifaat. Het wordt stilaan tijd, dat je het wat kalmpjes aan (kalm aan) gaat doen: geniet van je kalissedrop en van de kalmoes [waterplant]. Komt het 'to kalon k'agathon' (het mooie en het goede) soms uit het Kalmuks? Het Griekse cultuurideaal vatten we samen met 'kalos k'agathos' (schoon en goed), ook wel: 'kalokagathia'. Wil je gebakken kaketoe-eieren? Ik heb zelf de sluipschutter kaltgestellt [uitschakelen, VD, GB: kaltgesteld]. De kanaalzwemmer gaat van kanaal naar kanaal (met een kanaalkiezer), de Kanaalzwemmer van kust naar kust (met zwemvliezen). De knautia wordt ook honingbloem, scabiosa of schurftkruid genoemd. Op de Kanaänitische bruiloft (te Kana) werd water in wijn veranderd. Schrijf je Kamper steur, kampersteur, of beide? Op het kamerbrede tapijt van de Eerste Kamer werd de motie over de NS kamerbreed aangenomen.

5. Kikkererwten zijn kekers. Met kandijsuiker kun je canderen. Het jongste hoofdtijdperk van de geologische tijdschaal wordt naast kaenozoïcum ook wel neozoïcum genoemd. Het was kantje boord, de kantjil onderging een kantjeboordredding. Een canticum, een kantiek, is een kerkgezang. Een dicteetijger is een lettervreter en een kommaneuker. Een loodlijn is een kathete oftewel cathetus. Je kunt een dreun op je kanis, je harses, krijgen! Kun je met cassonade [bruine keukensuiker] een kanonnade uitvoeren? Ze maakte een reverence, een knicksje. Het kandidaat-Kamerlid werd door de journalist kapotgeschreven. Cimbaloms zijn citers. Cembalo's zijn trouwens klavecimbels. De kapsoneslijer belandde uiteindelijk in het kapucijner klooster. Het kaposisarcoom herken je aan pijnloze roodblauwe of – bruine huidvlekken. De karakoelschapen zijn genoemd naar een dorp in Oezbekistan.

6. Jan karde weg met zijn bromfiets, Piet kartte weg met zijn skelter (gocart). Het Japanse karoshi [dood door te hard werken] is een heel andere manier van heengaan dan een kamikazeactie. Zie het (de) karonje [feeks] in heur karikel [licht tweewielig voertuig]! De karetschildpad pieste – doet hij dat dan? – tegen de kariatide [vrouwenbeeld als steunpilaar]. Kastelozen zijn paria's van het kastensysteem. Het kasparhausersyndroom [jong niet leren praten, oud ook niet] is genoemd naar Kaspar Hauser. Waar gebruiken ze kastanje-eek voor? Als je kassiewijle bent, ben je kassie-zes. Cashewnoten groeien aan de kasjoeboom. De kasgeld-bv richtte zich nu op kasjmieren handtassen uit Kasjmir. De schreeuw ging door merg en been: door karyocyten (beenmergcellen) dus? Het kasjroet is het geheel van de joodse spijswetten. Zoeken op '*bq*' geeft alleen: barbecue (afkorting: BBQ) en becquerel (afkorting: Bq). Zoeken op '*dq*' geeft: schuldquote en vin délimité de qualité supérieure – aanduiding op Franse streekwijn die de plaats van herkomst garandeert (afkorting: V.D.Q.S.). Zo geeft '*gq*': belastingquote, haringquota, dragqueen en de afkortingen van de internetextensie en de ISO-landcode van Equatoriaal-Guinee, respectievelijk: gq en GQ.

7. Met '*lq*' vinden we: pulque (in Mexico uit het sap van de agave bereide alcoholische drank), differentiaalquotiënt, decalqueren (verouderd voor calqueren), calque (overgenomen tekening). De oogst voor '*mq*' is: unum idemque (unum et idem: een en hetzelfde), tamquam in speculo (veluti in speculum: als in een spiegel), tamquam alter idem (als een tweede ik), spemque metumque inter dubii (zwevend tussen hoop en vrees), quocumque nomine (onder welke naam ook), quocumque modo (op welke manier dan ook), mq (internet: Martinique), MQ (ISO-landcode), limquat (dwergcitroentje, nauw verwant aan de kumquat), kumquat (zure, op sinaasappel lijkende vrucht), in utrumque paratus (op alles voorbereid) en in utramque partem (aan beide kanten). Met '*pq*' is de schrale oogst: S.P.Q.R. (Senatus Populusque Romanus, senaat en volk van Rome). Met '*uq*' zochten en vonden we: bouquet (in verband met wijn en likeur het geheel van geur- en smaakeigenschappen), bouquet garni (bosje kruiden om bouillons te aromatiseren), bouquetreeksboek (GB, VD nog: B – volgens VD bestaat de Bouquetreeks uit bouquetromans) (damesroman), bouquiniste (verkoper van tweedehands – GB:
2(d)e-hands
boekenook: tweedehandsboeken) en consilio manuque (met raad en daad). Een truqueur en truqueuse vervaardigen namaakantiek.

8. De oogst voor '*xq*' is: exquis(iet) (uitgelezen, voortreffelijk) en cadavre exquis (taalspel waarbij de spelers volgens zekere regels een tekst produceren). '*yq*' levert ons: yquem (een witte bordeauxwijn). Een paar hits vinden we voor '*tq*': de afkorting e.t.q. (e tutti quanti – en alle(n) die erbij behoren), de afkorting GTQ (genormeerde valuta-aanduiding voor de quetzal van Guatemala), hinc atque hinc (van weerskanten), hodie atque heri (nog maar sinds korte tijd), lichtquant (foton), de afkorting t.q. (tutti quanti – allen van dat slag), TQM (total quality management), trente-et-quarante (uitbreiding van het kansspel rouge-et-noir met twee velden: couleur en inverse) en unus atque idem (een en dezelfde). Bruikbare dicteetermen met '*rq*' zijn: turquoise (adjectief: turkooizen), het turquoise (znw. = tafweefsel), satis superque (genoeg en meer dan genoeg), retorqueren (iemand met eigen woorden bestrijden), remarquabel (opmerkelijk), perquisitie (huiszoeking), marquise (markiezin – markies, markizaat), marqueterie (mozaïek van gekleurd hout of marmer), marquee [ie] (lichtkrant op beeldscherm), marque (gedenkteken), marqué toneelspeler-verrader), demarqueren (synoniem: markeren), bifurqueren (een bifurcatie vormen) en barquette (bakje van bladerdeeg voor ragout).

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten