Dictee – dictees [2315]
Oefendictee 581 OUD, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee van de dag (276)
1.
Een hoody [oe]
is een sweater [èh,
ook: ie]
met capuchon. Honkyoku is meditatieve zenmuziek. Hoodoos
[oe]
zijn rotspilaren en voodoo is een rituele magie op Haïti en in het
zuiden van de Verenigde Staten. Wraakroepende zonden zijn zonden die
ten hemel schreien. Hemelschreiend is hemeltergend. De henry, eenheid
van zelfinductie, is genoemd naar Joseph Henry, die
hoogstwaarschijnlijk met een
henri-quatre getooid was. Hij = VD
schrijft 'hiëroglief' en
'hiëroglifisch' altijd zonder i-grec
[voluit].
[GB schrijft beide
woorden ook met y].
Hij werd veroordeeld wegens hetze voeren: met een indrukwekkende
hetzereeks. Hittepitten blijven lang
warm. Het sint-janskruid, het hertshooi, staat rond Sint-Jan in volle
bloei. Je mag nu niet langer om de hete brij heen
draaien. Zij leidde de courtisanegroep.
Morgenavond wordt de himmlische Länge [negende
symfonie van Schubert]
uitgevoerd. Ik volg in België het hobu
[hoger
onderwijs
buiten de
universiteit].
Hoc habet: die zit, hoc tempore
(h.t.):
op dit ogenblik (in
functie).
2.
Met aftersun op après-skiede zij; ook hij was bij de (het)
après-ski. We gingen ernaartoe en eropaf (GB:
erop afgaan). Zij is een idiste
(beoefenares Ido).
Het (de)
ijzerhard [grond]
groeide onder de ijzerhart [lucht].
Valt er nog wat te huttemannen [versieren
in seksueel opzicht]? De familie
Hutteman in Rotterdam was er een van slijpers. Ibuprofen is gewoon
het acrylpropionzuurderivaat. Dit moet als ijlbodegoed
verzonden worden. De censor vond dat het woord 'sensor' (voeler)
geschrapt moest worden. IChThUS [Ièsous
Christos
Theou Huios
Sotèr:
Jezus Christus, de zoon van God, (is
onze)
redder], dat schrijf je toch
nooit goed? Er zal maar humus [aarde]
in je hummus [kikkererwten]
zitten. Bij ichtyosis heb je een huid als van visschubjes. De
humboldtpinguïn leed aan
humboldtienvergiftiging (met
oxaliet dus). Er moet een fout in
zitten, het zal er dik in zitten, dat hij geblunderd heeft. Ik ga aan
de j beginnen in VD. Eén jakkepoes, twee jakkepoezen
(GB: poes –
poezen, VD:
poes – poes/zen).
Een lafaard wordt vaak uitgescholden met 'jakhals'. Ik wil 'jak'
(knoros)
altijd maar fout schrijven [met
y]. Kom zeg, dat zal
Jaapje heten [dat
zal waar zijn]!
3. Het jaïnisme kenmerkt zich door strenge ascese. De jahilia is het voorislamitische tijdperk, een soort chaos dus. De coluren zijn de jaargetijsneden [astronomie]. Waar zie je nog jabotjes [zjaa-boo] (geplooide strook)? Een jabiroe is een ooievaar, de naam komt uit het Tupi. Bij boksen is een jab [dzjèhp] een punch. De Wilde Jacht (stoet van oude Germaanse goden) waart vandaag de dag nog rond over de velden. Tocht- [trekgat] en jachtgat [geile vrouw] zijn geen synoniemen. Met deze Jachthonden [sterrenbeeld] kun je niet jagen. De jachtgodin is Diana. Een weimes is een jachtmes. Is dit een wandel- of ski-jack? Mooi duo, die Jack Pudding [harlekijn, hansworst] en Jack the Ripper [vrouwenbeul], met hun jack russell, hun jackrussellterriër. Naar Jaffa gaan [flauwvallen, sterven] is meestal erger dan in Jaffa liggen [in slaap gevallen zijn, in zwijm, in onmacht liggen]. In dat museum vind je een jade (jaden) bijl (VD ook: jadebijl). Die jaeger borstrok (jaegerborstrok) behoort tot mijn verzameling jaegerondergoed (jaeger ondergoed). Een jagamohan is de voorhal van een hindoetempel, met een piramidevormig dak. Mag ik tien jaffa's [(jaffa)sinaasappelen] van u?
4. De
jakobijnen hangen het monofysitisme [Christus
alleen de goddelijke natuur, niet de menselijke]
aan. Die Jakoetse (Jakoetische)
volksstam in Siberië is Turkstalig. Ik ben niet na-ijverig, ik heb
een jaliefgevoel [geluksgevoel
in driehoeksverhouding – ja +lief?].
Op verjaardagsvisite bij mijn tante gingen we bij de boer-overbuurman
altijd op de bascule (baskuul
– weegschaal). Een
jamaicacoalitie is een coalitie van christendemocraten, liberalen en
groenen. Na-ijver tussen personen van hetzelfde vak is jalousie de
métier. Terwijl de ghibil [woestijnwind
N.-Afr.] tekeerging, toverde hij
een gerbil [woestijnrat]
uit de gibus [hogehoed,
hoge
hoed]. Hoe omschrijf je een
hoquetus [compositie
met twee partijen, om en om, een tegelijk]?
In de Indische cultuur is de jam karet de rubbertijd: afspraken neem
je niet zo stipt en strikt. De jamu is een mengsel van traditionele
Javaanse geneesmiddelen. Een janallemachtig (niet:
Jan Stapallemachtig of Jan Stapnetjes!)
is een excavateur [graafmachine].
Een janjaweed
[dzjahn-dzjaa-wiet]
is lid van een gewapende Arabische militie in Darfur. Jammie
[mjammie, mjam,
njamnjam], was me dat lekker,
zeg! Hij studeert japanologie.
5. Jan Klaassen was een trompetter van 's prinsen lijfwacht. In het traditionele poppenkastspel is hij echter de tegenspeler van Katrijn (Frans 'Guignol', Engels 'Punch', Duits 'Kasperl'). Een janker is een Salzburger jasje met borduurwerk, van linnen (voor de zomer) of loden (voor de winter – stof, ook mantel/cape ervan). Onze Janneman sprak steeds over Janneke Maan [kindertaal: de maan]. Beurskoersen vertonen vaak het januari-effect [stijgen dan gemiddeld sneller]. We kennen Sint-Jan Baptist [= Johannes de Doper] en Sint-Jan Evangelist [Johannes de Evangelist – beide sub lemma, ook St.]. Met zijn schizofrenie [gespletenheid] heeft hij vaak een januskop [is dubbelhartig, onoprecht]. Onze schilder heeft japan- en chinalak. Ze vergaderen met gesloten deuren, januis clausis [in comité-generaal]. Is een jappie [jonge ambitieuze professional] exact hetzelfde als een yuppie [young urban professional]? Ja.
6.
Waar zie je nog jarretellengordels? Een
aantal van ons zal naar kapitein Jas [te
gronde gaan, doodgaan] gaan [in
Nederland-Indië noemden de soldaten de inlandse doodgraver kapitein
Jas, naar Jasper]. Gaan we
jasje-dasje [netjes
gekleed]? Jasses marante is een
verbastering van Jezus, Maria en Anna. Een ja-stem is een voorstem.
Is jatslag [diefstal]
het jatmouzen [jatmozen:
kleine diefstallen plegen] van
jatschore [gestolen
goed]? Ja,
dus. Een javaan is een meesterknecht of een aap, een javaantje
is een zeker koekje van boter- of zandtaartdeeg. Javanais is gebak
van laagjes biscuit en crème au beurre. Hij legde het aan met een
jazza [djèh-zaa,
vrouwelijke jazzmuzikant]. Een
j.d. is een jurum
doctor, een doctor in de rechten, JD
zijn de Jonge Democraten.
Bij Joden zijn jehoedes (jehoedem)
Joden. De jehova's (zijn) getuigen van
Jehova.
Je-m'en-foutisme is onverschilligheid. Van mij kun je
het je-ne-sais-quoi [ik-weet-niet-wat]
krijgen, de pleuritis of zo. Nietzsche leerde ons de uitdrukking
'jenseits von Gut und Böse' [aanduiding
van een amorele houding]. Een
jerommeke is een kleerkast (die!).
Een jerichoroos (roos
van Jericho) heet zo naar
Jericho, toch? Jeressen zijn typografische deeltekens [dubbele
punt boven een letter].
7. De jarige jet zou 'm van jetje geven [ervan langs]. Jeu de boules spelen is jeu-de-boulen. Een jeu de mots is een woordspeling, een jeu de prince een spel waarmee een vorst zich vermaakt, een jeu d'esprit een spel waarbij men aangewezen is op scherpzinnigheid en een jeu de théâtre een toneeltruc. Die Japannees volgt een studie japanologie. In otio cum dignitate betekent: in rust met waardigheid (vergelijk: otium cum dignitate), in parenthesi: tussen haakjes, terloops, in pari materia: in een overeenkomstige zaak, in net zo'n geval, in partibus infidelium (letterlijk: in de landstreken der ongelovigen) is een aanduiding bij titulaire bisschopszetels en in pectore betekent: in het geheim, niet bekendgemaakt. Deflexie is een taalkundig verschijnsel, inflectie is verbuiging van woorden en inflexie is (ver)buiging van lichtstralen of van de stem. Een isohypse is een hoogtelijn (in de geografie!); bij isochore processen verandert het totale volume niet.
8.
De immelmann is een figuur bij het kunstvliegen, een halve looping,
gevolgd door een halve tonneau (rolvlucht).
Een dictator vormt een soort van eenmansregime. Wat hebben
patjepeeërs in favela's [ee]
in een bananenrepubliek te zoeken? De marsbankers, een soort van
horsmakrelen, werden vaak in het Marsdiep gevangen. Kom, ga je
huiswerk maken. Gaat je broer ook huiswerk maken? Beiden houden zich
dan bezig met het huiswerkmaken. Er is een wezenlijk verschil tussen
rabiës [hondsdolheid]
en rabies theologorum [razernij
der theologen]. Eén huib
(ruwe man),
twee huipen. De bastaarden vormden op
hun hybridefietsen
(hybride fietsen)
een opvallend hybridengroepje. De medici
dachten eerst aan het
hutchinson-gilfordsyndroom (progeria:
snel verouderen), maar besloten
uiteindelijk tot het guillain-barrésyndroom
(GBS:
een zich snel ontwikkelende spierzwakte).
Een hypotheekakte regelt een hypothecaire lening. Zijn hele hebben en
houden ging in vlammen op.
9. De hulpverlener heeft hulpverleend. Dat gezin is van joodsen huize. Vindt je moeder echt dat dit houtsnijdt? Met besjrieën bedoelen we boze geesten oproepen door te veel goeds te zeggen. Hij was indertijd aficionado van de Damslapers. Een indo is iemand met zowel Indisch als Europees bloed. Ze is een hondstrouw meisje. Over Jaap: dat is Flip en Jacob, un jacobin ('jakobijnse') ministre * [n'est pas un ministre jacobin] (* een jakobijn die minister geworden is, iemand die eerst felle oppositie voerde maar nu zelf de verantwoordelijkheid voor het beleid moet dragen), Jacobse en Van Es (naar twee typetjes van Kees van Kooten en Wim de Bie: vrije jongens), het spatakruis of dolkkruis is het sint-jacobuskruis (embleem van de ridderorde van Sint-Jacobus met het zwaard), een jacobus is gewestelijk een visdiefje, en 'sub reservatione Jacobaea' (onder het voorbehoud van Jakobus: zo de Heer wil en wij leven, D.V., Deo volente, ook: V.D., volente Deo). Hij heeft luie Evert op de rug [hij is loom door de hitte]. Inséparables (agapornissen) zijn inseparabel [onafscheidelijk]. Als je hem er wilt in luizen, moet je hem de hemel (het graf) in prijzen.
10.
Een jaap is een snee, over Jaap ook nog het volgende: het
jakobskruiskruid, Jakobus was de zoon van Zebedeus,
sint-jakobsappel
et cetera, Sint-Jakob is de apostel Jakobus, jakobinisme is het
jakobijnse radicalisme van de jakobijnen (jakobinisch
slaat op de jakobieten!), een
jakob-evertsen (hij
dronk graag een
jan-evertje)
met jakob-evertsenogen, hij is voor mij de ware jakob, alles in
jakobakannetjes of (en)
-kruikjes hebben, het
creutzfeldt-jakobsyndroom (CJD
= Creuzfeldt-Jakob
Disease,
vergelijk BSE
– boviene
spongiforme
encefalopathie),
en vroege aren, een slechte Sint-Jakob [spreekwoord:
vroege aren brengen een slechte oogst].
We zullen er flink de pas in zetten en samen het volkslied inzetten.
Stof en leraar: hij moet er goed in zitten. De deur intrappen, ergens
in trappen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten